gevuld

Dutch

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

gevuld (not comparable)

1. filled
2. (cooking) stuffed

   Vanavond hebben we gevulde kalkoen.

   Tonight we're having stuffed turkey.

Declension

Declension of gevuld
uninflected	gevuld
inflected	gevulde
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		gevuld
indefinite	m./f. sing.	gevulde
	n. sing.	gevuld
	plural	gevulde
definite		gevulde
partitive		gevulds

Participle

gevuld

1. past participle of vullen

Declension

Declension of gevuld
uninflected	gevuld
inflected	gevulde
		positive
predicative/adverbial		gevuld
indefinite	m./f. sing.	gevulde
	n. sing.	gevuld
	plural	gevulde
definite		gevulde
partitive		gevulds