Bonte vliegenvanger
De bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca) is een kleine zangvogel (±13 centimeter, 9-15 gram) uit de familie van de vliegenvangers (Muscicapidae). Het is een van de vier soorten zwart-witte vliegenvangers die in het westers Palearctisch gebied voorkomt. De bonte vliegenvanger hybridiseert in beperkte mate met de withalsvliegenvanger.[2] De soort broedt in het grootste deel van Europa en West-Azië. Het is een trekvogel die voornamelijk in West-Afrika overwintert.[1][3] Het bouwt zijn nest meestal in holtes, bij voorkeur in eiken.[4] Bij de bonte vliegenvanger is polygynie gebruikelijk, waarbij het mannetje niet in de onmiddellijke omgeving een tweede vrouwtje tracht te veroveren. Na de paringen gaat het mannetje terug naar het eerste vrouwtje en helpt met het voeden van de jongen.[2][5]
Bonte vliegenvanger IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bonte vliegenvanger | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Ficedula hypoleuca (Pallas, 1764) | |||||||||||||
Verspreidingsgebied van de bonte vliegenvanger ■ broedgebied (groen)
■ migratie (lichtblauw)
■ niet-broedgebied (donkerblauw)
| |||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||
Motacilla hypoleuca (protoniem) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Bonte vliegenvanger op Wikispecies | |||||||||||||
|
Leefwijze
bewerkenDe bonte vliegenvanger voedt zich met geleedpotigen zoals spinnen, mieren, bijen en soortgelijke prooi.[6]
Etymologie
bewerkenHet Latijnse woord Ficedula betekent "kleine vijg-etende vogel". Hypoleuca is de samenstelling van Oudgrieks ὑπό, hupo: "beneden", en λευκός, leukos: "wit", vanwege de witte onderzijde van het dier.[3]
Uiterlijk
bewerkenDe bonte vliegenvanger is een 12- tot 13½ centimeter grote vogel. De snavel is zwart en heeft de brede maar puntige vorm typerend voor insecteneters die hun prooi in de lucht vangen.[7]
Broedkleed mannetje
bewerkenIn broedkleed is het mannetje zwart van boven en wit van onder, met een grote witte vleugel vlek, witte pennen aan de zijkanten van de staart en een kleine witte vlek op het voorhoofd. De Iberische ondersoort iberiae (Iberische bonte vliegenvanger) heeft een grotere voorhoofdsvlek en een bleke stuit.[7]
Vrouwtjes, juvenielen en mannetjes buiten het broedseizoen
bewerkenVrouwtjes en juvenielen en mannetjes buiten het broedseizoen hebben dezelfde tekening als de mannetjes tijdens het broedseizoen, waarbij het zwart is vervangen door licht grijs-bruin. Het kan moeilijk zijn de soort te onderscheiden van andere zwart-witte vliegenvangers, in het bijzonder de withalsvliegenvanger.[7]
Gedrag
bewerkenNestelen
bewerkenDe bonte vliegenvanger broedt in mei-juni. Het nest wordt meestal gemaakt in een holte, hoog in een boom, zoals een oud spechtennest. Maar de soort nestelt ook in nestkastjes met een open voorkant, spouwmuren of een spleet in een klif. Het nest bestaat uit schors, bladeren, grassprietjes en is bekleed met vezels, paardenhaar, en soms met veren. Het legsel bestaat uit 5 tot 8 lichtblauwe eieren. Het vrouwtje broedt alleen gedurende 13 tot 15 dagen. De jongen vliegen 12 tot 17 dagen na het uitkomen uit. Het mannetje voert het broedende vrouwtje onregelmatig en soms helemaal niet, vooral als het mannetje een tweede territorium heeft waar een ander vrouwtje begonnen is met eieren leggen. Het mannetje voert wel de jongen in het eerste nest en pas als die uitgevlogen zijn, de overgebleven jongen van het tweede nest. Eind juni of begin juli, worden de nesten verlaten en leiden de ouders hun jongen weg van hun geboorteplaats.[8]
-
Eieren van de bonte vliegenvanger
-
Kuikens van de bonte vliegenvanger
Geluid
bewerkenDe bonte vliegenvanger heeft een luide, ritmische en melodieuze zang.[8]
Verspreiding
bewerkenBonte vliegenvangers zijn in Nederland en België minder talrijk dan de grauwe vliegenvanger. Hun voornaamste leefgebieden zijn Scandinavië, het voormalig Oostblok en Spanje. In Nederland waren er in de periode 2018-2020 21.000 tot 26.000 broedparen.
De soort telt 3 ondersoorten:
- F. h. hypoleuca: van westelijk en noordelijk Europa tot het Oeralgebergte.
- F. h. iberiae: het Iberisch Schiereiland.
- F. h. sibirica: westelijk en het zuidelijke deel van Centraal-Siberië.
Status
bewerkenDe bonte vliegenvanger heeft een omvangrijk verspreidingsgebied. De omvang van de populatie werd in 2015 geschat op 33-52 miljoen volwassen vogels. Om deze redenen heeft het van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) de status niet-bedreigd gekregen.[1]
De vogel lijkt zich goed aan te passen aan de klimaatverandering. Door de hogere temperaturen in het broedgebied kruipen de rupsen, het voer voor de jongen, eerder uit het ei, en de bonte vliegenvanger komt nu ook eerder terug uit Afrika om hier te nestelen.[9]
Video
bewerken-
Bonte vliegenvanger op Texel
-
Bonte vliegenvanger in broedkleed in Vierlingsbeek
-
Bonte vliegenvanger in nestkast
Externe links
bewerken- SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
- SOVON Verspreiding en aantalsontwikkeling van de Bonte Vliegenvanger in Nederland
- Kaarten met waarnemingen:
- Engelstalige beschrijving van verenkleed voor beide geslachten en voor verschillende levensfases (PDF; 5.7 MB) door Javier Blasco-Zumeta & Gerd-Michael Heinze
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel European Pied Flycatcher op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ a b c (en) Bonte vliegenvanger op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ a b Silverin, Bengt (1980). Effects of long-acting testosterone treatment on freeliving pied flycatchers, Ficedula hypoleuca, during the breeding period. Animal Behaviour 28 (3): 906–912.
- ↑ a b Robinson (2005). BirdFacts: profiles of birds occurring in Britain & Ireland. BTO, Thetford. Geraadpleegd op 19 december 2012.
- ↑ RSPB Pied Flycatcher Information Page. RSPB. Gearchiveerd op 28 september 2013. Geraadpleegd op 24 september 2013.
- ↑ von Haartman, Lars (1951). Successive Polygamy. Behavior 3 (4): 256–274.
- ↑ Silverin, B., G. Andersson (1984). Food composition of adult and nestling Pied Flycatchers, Ficedula hypoleuca, during the breeding period (in Swedish with English summary). Var Fagelvarld 43 (3): 517–524.
- ↑ a b c Parkin, David T. (2003). Birding and DNA: species for the new millennium. Bird Study 50 (3): 223–242. DOI: 10.1080/00063650309461316.
- ↑ a b Oiseaux.net, Gobemouche noir. Geraadpleegd op 20 november 2013.
- ↑ Nature Today 6 juli 2020