Gouden eik
De Gouden eik (Quercus alnifolia) is een groenblijvende boom die endemisch is op het eiland Cyprus.
Gouden eik | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gouden eik | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||
Quercus alnifolia Poech (1842) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Gouden eik op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
In het Engels wordt deze boomsoort meestal ook "golden oak" genoemd. Vanwege zijn – vergeleken met andere eikensoorten – geringe lengte wordt de boom hier ook wel dwarf oak (dwergeik) genoemd. Die naam wordt in het Nederlands meer voor gekweekte vormen van geringe afmeting gebruikt.
Beschrijving
bewerkenDe gouden eik is een sterk vertakte groenblijvende struik of boom die tot 10 meter hoog kan worden.
De enkelvoudige bladeren zijn eirond tot rond, 1,5 tot 6 cm lang en 1 à 5 (maximaal 8) cm breed, kaal, glanzend donkergroen aan de bovenzijde en aan de onderzijde dicht goud- tot bruinachtig behaard. De bladrand is getand en de nerven steken uit ten opzichte van het bladoppervlak. De bladsteel is stevig, 6-10 (-12) mm lang en behaard. De bloemen zijn eenslachtig, de mannelijke katjes zijn geelgroen van kleur, en in groepen of aan het eind van de twijgen hangend. De vrouwelijke katjes zijn alleenstaand en ontspringen in de bladoksels. De eikels zijn vaak aan de top het breedst, 2-2,5 cm lang en 0,8-1,2 cm breed.
Verspreiding
bewerkenQuercus alnifolia groeit uitsluitend op de stollingsgesteenten van het Troodosgebergte op hoogten tussen de 1800 en 4000 meter.
De eik groeit op droge standplaatsen in gezelschap van Pinus brutia, of vormt dichte maquisformaties op middelmatig vochtige standplaatsen met een diepe bodem.
-
Gouden eik bij de Kionia-top, Troodos-Gebergte
-
Bladeren en eikels
-
Goudkleurige onderzijde van het blad.
-
Bladeren
-
Exemplaren bij de Madari-top, Troodos-Gebergte