Snuitmotten
De snuitmotten (Pyralidae), ook wel lichtmotten genoemd, zijn een familie van vlinders in de superfamilie Pyraloidea. Meer dan 850 soorten vlinders in Europa behoren tot deze familie. Wereldwijd telt de familie ruim 6000 soorten, die vooral in de tropen leven.
Snuitmotten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Hommelnestmot (Aphomia sociella) | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Familie | |||||||||||
Pyralidae | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
Snuitmotten op Wikispecies | |||||||||||
|
Systematische positie
bewerkenDe familie wordt samen met de grasmotten (Crambidae) in een superfamilie geplaatst. Sommige auteurs beschouwen de grasmotten echter als een onderfamilie van de Pyralidae. De gecombineerde familie is dan een van de grootste binnen de vlinders. Bij de herziening door Munroe & Solis, in Kristensen (1999) behielden de Crambidae hun status als zelfstandige familie en ook bij de revisie van de orde door Van Nieukerken et al. (2011) bleven de grasmotten als zelfstandige familie gehandhaafd.
Kenmerken
bewerkenDeze vlinders kunnen brede of smalle voorvleugels hebben en brede en afgeronde achtervleugels. De tasters van sommige soorten zijn uitgegroeid tot een lange snuit. De meeste zijn vrij onopvallend gekleurd. De vleugelspanwijdte varieert van 1 tot 4,6 cm.
Leefwijze
bewerkenEen aantal soorten heeft zich als "voorraadmot" ontwikkeld, en kan zich manifesteren als plaaginsect. Aan de andere kant is Cactoblastis cactorum juist weer ingezet als biologische bestrijder van cactussoorten.
Voortplanting
bewerkenDe eieren worden afgezet aan de onderkant van bladeren.
Verspreiding en leefgebied
bewerkenDeze familie komt wereldwijd voor in warmere streken op planten, van waterplanten tot bomen.
Onderfamilies
bewerken- Chrysauginae (circa 400 soorten)
- Epipaschiinae (572 soorten)
- Galleriinae (circa 300 soorten)
- Phycitinae (circa 4000 soorten)
- Pyralinae (meer dan 900 soorten)
Enkele soorten
bewerken- Achroia grisella - Kleine wasmot
- Acrobasis advenella
- Acrobasis consociella
- Acrobasis marmorea
- Acrobasis repandana
- Acrobasis sodalella
- Acrobasis suavella
- Acrobasis tumidana
- Aglossa caprealis
- Aglossa pinguinalis
- Assara terebrella
- Aphomia sociella - Hommelnestmot
- Cactoblastis cactorum
- Cryptoblabes gnidiella
- Dioryctria abietella - Sparappelboorder
- Dioryctria schuetzeella - Donkere sparappelboorder
- Dioryctria sylvestrella
- Endotricha flammealis
- Ephestia elutella
- Ephestia kuehniella
- Etiella zinckenella
- Euzophera pinguis
- Galleria mellonella - Grote wasmot
- Homoeosoma nebulella
- Homoeosoma nimbella
- Homoeosoma sinuella
- Hypsopygia costalis
- Hypsopygia glaucinalis
- Khorassania compositella
- Matilella fusca
- Myelois circumvoluta
- Nephopterix angustella
- Nyctegretis lineana
- Oncocera semirubella
- Ortholepis betulae
- Paralipsa gularis
- Pempelia palumbella
- Pempeliella ornatella
- Phycita roborella
- Plodia interpunctella - Indische meelmot
- Pyralis farinalis
- Rhinogradentia steineri
- Rhodophaea formosa
- Sciota adelphella
- Sciota rhenella
- Synaphe punctalis
- Zophodia grossulariella
Foto's
bewerken- David Burnie (2001), Animals, Dorling Kindersley Limited, London. ISBN 90-18-01564-4 (naar het Nederlands vertaald door Jaap Bouwman en Henk J. Nieuwenkamp).