Thomas Adrianus Romein
Thomas Adrianus Romein (Leeuwarden, 16 december 1811 – Leeuwarden, 24 februari 1881), in vakliteratuur doorgaans Th. Romein genoemd, was een Nederlandse architect.
Thomas Romein was de zoon van de timmerman Jacob Romein (1792-1842) en Janke Pabes van der Helm (1786-1868). Op 24 mei 1837 trouwde hij in Leeuwarden met Geertruida Filbach (1811-1886). Hij was een oudoom van de bekende historicus Jan Romein.
Begin van zijn loopbaan
bewerkenRomein volgde eerst in Leeuwarden lessen aan de stedelijke Teekenschool voor de Burgerlijke Bouwkunde bij Jaane van der Wielen, de zoon van toenmalig stadsarchitect Gerrit van der Wielen (1767-1858). Vervolgens werd hij vanaf 1830 opgeleid aan het tekengenootschap Hierdoor tot Hooger in Rotterdam, waar hij in 1832 een prijs behaalde.[1]
Aansluitend keerde hij in september 1833 naar Leeuwarden terug, en trad op 18 januari 1838 in dienst van Gedeputeerde Staten als 'buitengewoon Opzichter bij de Provinciale Waterstaat en der Publieke Werken in Vriesland'. Vanuit Leeuwarden solliciteerde hij in de zomer van 1838 vergeefs naar de post van stadsarchitect van Utrecht, als opvolger van Johannes van Embden.[2]
Stadsarchitect van Leeuwarden
bewerkenOp 18 november 1843 werd hij na de pensionering van Van der Wielen uit een twintigtal gegadigden tot stadsarchitect van Leeuwarden benoemd (vanaf 1874 directeur Gemeentewerken).[3] Hij zou tot de belangrijkste vertegenwoordiger van het neoclassicisme in Friesland uitgroeien.[4] Al in 1843 werd hij lid van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, waarvoor hij vanaf 1846 of 1847 gedurende tientallen jaren als correspondent zou fungeren.[5]
In Leeuwarden zelf ontwierp Romein de raadzaal in het Leeuwarden (1845-1847). Ook verbouwde hij er begin jaren veertig de Westerkerk, de Jacobijnerkerk[6] en de Galileërkerk. Later bouwde hij onder meer het Paleis van Justitie (1846-1851), zijn hoofdwerk[7], en nog vlak voor zijn dood de Beurs (1878-1880) en het Stadsarmenhuis (1879-1881).
Buiten Leeuwarden zette hij behalve ettelijke landhuizen een half dozijn kerken op zijn naam.[8] De eerste van de reeks was de Akkrum in Akkrum in 1835, officieel op naam van zijn vader Jacob Romein; de belangrijkste vormden de Hervormde Kerk van Terband (1843)[9] en de Grote Kerk in Sint Jacobiparochie (1843-1844), een schoolvoorbeeld van neoclassicistische sacrale architectuur.[10]
In 1860 zou Romein, na vijf jaar eerder ook een vergeefse poging in Zwolle te hebben gedaan bij het vertrek van stadsarchitect Zeger van der Bie[11], nogmaals naar de functie van stadsarchitect in Utrecht solliciteren, en ditmaal met succes. Vanwege de teleurstellende materiële randvoorwaarden - waaronder een ontoereikende bezoldiging - zag hij uiteindelijk echter toch van verhuizing af.[12] Dientengevolge bleef Romein in Leeuwarden wonen tot zijn dood.
Enkele werken
bewerkenJaar | Plaats | Werk | Afbeelding |
---|---|---|---|
1835 | Akkrum | Doopsgezinde kerk (i.s.m. J. Romein) | |
1841/1842 | Sint Annaparochie | Huize Oostenburg | |
1843 | Hegebeintum | Harsta State (verbouwing) | |
1843 | Menaldum | Gemeentehuis | |
1843 | Terband | Terbantster Tsjerke | |
1844 | Sint Jacobiparochie | Groate Kerk | |
1845 | Pietersbierum | Kerk van Pietersbierum | |
1845 | Leeuwarden | Hoofdwacht | |
1846 | Leeuwarden | Verbouwing van de Westerkerk | |
1851 | Leeuwarden | Paleis van Justitie | |
1852 | Dokkum | Verenigde christelijke kerk | |
1856 | Leeuwarden | Nieuwe manege | |
1864 | Leeuwarden | Brugwachterswoning Vrouwenpoortsbrug | |
1870 | Leeuwarden | Stadsvilla, Sophialaan 1 | |
1874 | Leeuwarden | Lijkenhuisje Oude Stadsbegraafplaats Spanjaardslaan | |
1875 | Leeuwarden | Grachtenpand, Willemskade 15 | |
1876 | Leeuwarden | Middelbare school voor meisjes, Grote Kerkstraat 12 | |
1880 | Leeuwarden | Beurs- en waaggebouw | |
1881 | Leeuwarden | Stedelijk Gymnasium | |
onbekend | Leeuwarden | Stadsvilla, Stationsweg 2 |
Literatuur
bewerken- C.Boschma, 'Thomas Romein, een classicistisch bouwmeester in het Friesland van de negentiende eeuw', in: H.W.M.van der Wijck, C.Boschma en H.M.van den Berg (red.), Opus Musivum. Een bundel studies aangeboden aan Professor Doctor M.D.Ozinga ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag op 20 november 1962 (Assen 1964), p.439-467.
- G.Yedema, Neoclassicisme in Friesland. Thomas Romein (Leeuwarden 1992).
Zie ook
bewerken- ↑ Boschma 1964, p.445-447; Yedema 1992, p.18.
- ↑ T.H.von der Dunk, 'Een nieuwe stadsbouwmeester voor Utrecht in 1838. De opvolging van Johannes van Embden (1767-1846) door Johannes van Maurik (1812-1893)', Jaarboek Oud-Utrecht, 2006, p.194-197.
- ↑ Boschma 1964, p.448; Yedema 1992, p.18.
- ↑ Voor een oeuvrelijst zie Boschma 1964, p.464-466; Yedema 1992, p.19.
- ↑ Boschma 1964, p.447-448. Zie ook C.P.Krabbe, Ambacht, Kunst, Wetenschap. Bevordering van de bouwkunst in Nederland (1775-1880) (Zwolle 1998), p.137.
- ↑ Voor de verbouwing van de Jacobijnerkerk: A.Fahner en J.Wassenaar, De Jacobijner, hart van Leeuwarden. Een kleine geschiedenis van de Grote Kerk (Leeuwarden 2003), p.4-7.
- ↑ Voor het Paleis van Justitie: J.J.Mulder, Met dank aan de Russen. Paleis van Justitie Leeuwarden (Leeuwarden 1993); en A.G.Bosch, 'Het Paleis van Justitie te Leeuwarden', Trema, 26 (2003), p.319-324.
- ↑ Zie voor Romeins kerken: Boschma 1964, p.449-453; Yedema 1992, p.21 en 31-33; G.Elzinga, 'Het neo-klassicisme', in: Negentiende-eeuwse kerkbouw in Friesland (Leeuwarden 1979), p.109-115.
- ↑ Voor Terband: Yedema 1992, p.35-45.
- ↑ Voor St.Jacobiparochie: G.Elzinga, De Hervormde Kerk te Sint Jacobiparochie (Leeuwarden 1981); H.Kingmans, De Groate Kerk van Sint Jacobiparochie. Bedelman, edelman (Leeuwarden 1988).
- ↑ T.J.de Vries, Geschiedenis van Zwolle (Zwolle 1961), deel II, p.247.
- ↑ Zie Boschma 1964, p.448-449.