Vrijdag
Vrijdag is een van de zeven dagen van de week. Het is de dag die op donderdag volgt, de dag na vrijdag is zaterdag.
Dagen van de week | ||
---|---|---|
Maandag · Dinsdag · Woensdag · Donderdag · Vrijdag · Zaterdag · Zondag |
Naamgeving
bewerkenDe naam vrijdag is afgeleid van Oudnederlands friadag, Proto-West-Germaans *Frījādag, dat is de dag van de Germaanse godin Frige oftewel Frigg.[1][2] De verwante Oudengelse vorm was frīġedæġ. De naam van deze godin is afgeleid van het Proto-Germaanse*frijaz 'vrij, geliefd'.
De naam van de dag komt overeen met de Latijnse benaming Dies Veneris, de dag van Venus, genoemd naar de gelijknamige planeet, op zijn beurt vernoemd naar de liefdesgodin Venus. Frigg was de godin van liefde, huwelijk en gezinsleven en werd - gezien deze naamgeving - kennelijk beschouwd als een evenbeeld van Venus.
Frigg wordt vaak verward met de Noordse liefdesgodin Freya, die waarvan de verering vermoedelijk pas in de Vikingtijd opkwam. Deze Freya was de tweelingzus van de vruchtbaarheidsgod Freyr. Haar naam verwijst naar het Oudnoorse *fraujōn (heerseres). Het woord vrijdag kan hier niet van zijn afgeleid.[3]
Betekenis
bewerkenVrijdag is de dag voor het weekend in veel gebieden met een vijfdaagse werkweek.
In de godsdienst
bewerken- Deze dag van de week heeft voor christenen een bijzondere betekenis, omdat de kruisiging van Christus op een vrijdag plaatsvond (zie: Goede Vrijdag). De vrijdag is voor katholieken dan ook een dag van onthouding (zie: Vijf geboden van de Kerk).
- In de islam is vrijdag de belangrijkste dag van aanbidding (vrijdaggebed-vrijdagmoskee)
- De joodse sjabbat begint bij zonsondergang op vrijdagavond, en eindigt bij zonsondergang op zaterdag.
Trivia
bewerken- Bij de Akan (bewoners van Ghana en Ivoorkust) krijgen op vrijdag geboren jongens de voornaam Kofi, zie Akan-voornamen
Speciale vrijdagen
bewerken
- ↑ M. Philippa e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (2003-2009), art. Vrijdag (zesde dag van de week). "De dag is genoemd naar de Germaanse godin van de liefde Friia. (...) Deze dagnaam diende als vertaling van Latijn Veneris diēs ‘dag van Venus’, dat weer naar het voorbeeld van Grieks Aphroditès hēmérā ‘dag van Aphrodite’ was gevormd. Venus en Aphrodite waren net als Friia de godinnen van de liefde".
- ↑ Onjuiste verklaring op de website van het Genootschap Onze taa: Dagen van de week (geraadpleegd 10 april 2024). Hier heet het dat de vrijdag is "genoemd naar Freya, de Germaanse godin van de vruchtbaarheid, de liefde en de wellust".
- ↑ E. C. Polomé, art. Freyja, in: Reallexikon der Germanischen Altertumskunde, 2 dr., dl. 9, Berlijn 1995, k. 584–587.