duren
- du·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
duren /'dyːrə(n)/ |
duurde /'dyːrdə/ |
geduurd /ɣə'dyːrt/ |
zwak -d | volledig |
duren
- absoluut een bepaalde tijd in beslag nemen
- De kerkdienst duurde vrij lang deze zondag.
- De film duurde anderhalf uur.
1. een bepaalde tijd in beslag nemen
- Het woord duren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ duren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
durar |
duren