alchemie
- al·che·mie
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘goudmakerij, primitieve scheikunde’ voor het eerst aangetroffen in 1556 [1]
- Via het Oudfranse alkemie en het Middeleeuws Latijnse alkimia van het Arabische الكيمياء ( al-kīmiyā’). Dit Arabische woord bestaat op zijn beurt uit het lidwoord al en het aan het Oudgrieks ontleende χημεία of χυμεία. [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alchemie | - |
verkleinwoord | - | - |
de alchemie v
- (wetenschap) vroegere occulte wetenschap, waarin onder andere werd geprobeerd om de Steen der Wijzen te vinden en daarmee edelmetalen uit andere elementen te vormen
- Het hoofddoel van de alchemie was het ontdekken van de "lapis philosophorum".
1. vroegere occulte wetenschap, waarin o.a. werd geprobeerd om goud en edelmetalen uit andere elementen...
- Het woord alchemie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alchemie" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "alchemie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ alchemie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be