Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
  • bier·dop·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord bierdopje bierdopjes

het bierdopjeo dim. tant.

  1. een kroonkurk zoals deze op bieflesjes gebruikt wordt
    • Na het wilde feest lag de grond bezaaid met bierdopjes.