buikbreuk
- buik·breuk
- samenstelling van buik en breuk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buikbreuk | buikbreuken |
verkleinwoord | buikbreukje | buikbreukjes |
- (medisch) breuk in de buikwand
- Het woord 'buikbreuk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.