Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
  • dood·ziek
stellend
onverbogen doodziek
verbogen doodzieke
partitief doodzieks

doodziek

  1. door een aandoening er zo slecht aan toe zijn dat overlijden dreigt
    • De doodzieke oude man had niet lang meer te leven. 
     Sinds de introductie van Monsanto’s pesticideresistente gengewassen in 1996 in Argentinië, is het gebruik van bestrijdingsmiddelen met het negenvoudige toegenomen. Omwonenden van de plantages claimen daar doodziek van te worden, en begonnen een rechtszaak tegen de soja-industrie.[4]
     Van 18 Mexicaanse grieppatiënten die doodziek in één ziekenhuis in Mexico Stad lagen, is de ziektegeschiedenis gedetailleerd beschreven. Zeven overleden binnen 14 dagen.[5]
  2. heel erg ziek
    • Hij had de nacht tevoren te veel gedronken en nu voelde hij zich doodziek. 
     Maar na de eerste wedstrijd werd Roeland doodziek, net als andere Nederlandse roeiers door een virus, waarna we de finale niet hebben gehaald.[6]
  • [2] doodziek worden van
    (figuurlijk) grote afkeer hebben gekregen van
  • [2] doodziek zijn van
    (figuurlijk) grote afkeer hebben gekregen van
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. dood- op website: Etymologiebank.nl
  3. "doodziek" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4.   Weblink bron
    Ynske Boersma
    “Argentijnen doodziek van pesticiden op soja” (29 juli 2015) op oneworld.nl
  5.   Weblink bron “Antieke weerstand beschermt ouderen” (30 juni 2009) op nrc.nl  
  6.   Weblink bron
    Tim Heijbrock geciteerd door Michiel Dekker
    “'Ik breng in de boot de gemoederen tot bedaren'” (14 mei 2012) op nrc.nl  
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be