opnieuw
- op·nieuw
- In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: wederom’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1450 [1]
- Samenstelling op en nieuw: op nieuwe wijze.
opnieuw
- nog een keer, een vorige gebeurtenis herhalend
- Zij hebben opnieuw een aanvraag gedaan.
- ▸ Dat ik opnieuw moest leren om mijn zintuigen open te stellen en mijn innerlijke instincten te verbinden met de natuur.[2]
- ▸ Hardangervidda. De Spoorlijn Bergen. Daar was zijn ingenieursleven begonnen toen hij nog niet meer dan een groentje was en nu tegen het einde van dat beroepsleven was het alsof hij weer opnieuw moest beginnen.[3]
- ▸ Dat was in 1905. Nu was het 1940 en was je terug bij het uitgangspunt. Het was alsof je de Kleivebron opnieuw bouwde.[3]
1. nog een keer, een vorige gebeurtenis herhalend
- Het woord opnieuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opnieuw" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "opnieuw" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ 3,0 3,1 Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be