proost
- Geluid: proost (hulp, bestand)
- IPA: / prost / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /prost/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /prost/
- proost
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: gezondheid!’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1880 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorzitter van kapittel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1200 [1]
proost!
- heildronk, dronk op iemands gezondheid
1. heildronk
vervoeging van |
---|
proosten |
proost
- Het woord proost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "proost" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "proost" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be