saki
- sa·ki
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | saki | saki's |
verkleinwoord | - | - |
de saki m
- (primaten) een aapje uit het Zuid-Amerikaanse geslacht Chiropotes
- Er zaten saki's in de bomen.
- roodrugsaki
- baardsaki, equatoriale saki, gele saki, kaalgezichtsaki, monnikssaki, witgezichtsaki, witneussaki
- Het woord saki staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "saki" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
saki
saki
- ↑ Taalhervorming 2012:
Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)
3.1.3 Bunden form eintal av sterke hokjønnsord og bunden vorm fleirtal av inkjekjønnsord