sopperig
- sop·pe·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sopperig | sopperiger | sopperigst |
verbogen | sopperige | sopperigere | sopperigste |
partitief | sopperigs | sopperigers | - |
sopperig [2]
- door vocht week en vies
- Hij loopt op natte schoenen door het bos. Zijn hardloopschoenen zijn natter dan de paden waarover hij loopt. De schoenen maken een prachtig geluid. Een sopperig, sponsachtig gepiep. [3]
- Het woord sopperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sopperig" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ sopperig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool James Worthy21 november 2016 Ik ben geen musje met een gebroken vleugel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be