staatszorg
- Geluid: staatszorg (hulp, bestand)
- staats·zorg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | staatszorg | staatszorgen |
verkleinwoord |
- de zorg die de landelijke overheid voor een bepaalde zaak heeft
- ▸ Het onderwijs, bijvoorbeeld, was een staatszorg geworden, maar doordat veel predikanten zitting namen in het schoolbestuur en toezagen op het godsdienstonderwijs, optimaliseerde de kerk zijn invloed op de school.[2]
- ▸ Honderdduizenden hulpbehoevenden en hun mantelzorgers hebben geen idee welke zorg zij volgend jaar van de gemeenten kunnen verwachten. Slechts 10 procent van de ontvangers van staatszorg die wordt overgedragen aan gemeenten, weet dat wel.[3]
- Het woord staatszorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen“Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
- ↑ Weblink bron “Geen idee wie welke zorg krijgt” (17 nov. 2014in BINNENLAND), De Telegraaf