terneer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  terneer    (hulp, bestand)
• IPA: / tɛrˈner / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• ter·neer

Bijwoord

terneer

1. naar beneden, omlaag, neerwaarts

   ▸ Bij het wereldberoemde Gezicht op Delft kan gesproken worden van overweldigende stilte: de personen staan te staan, het wateroppervlak is rimpelloos, de wolken hangen in evenwicht en in rust terneer.

Afgeleide begrippen

• terneerdrukken, terneerliggen, terneerslaan, terneervallen

Gangbaarheid

• Het woord 'terneer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "terneer" herkend door:

61 %	van de Nederlanders;
29 %	van de Vlamingen.