verhoeren
- ver·hoe·ren
verhoeren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verhoeren |
verhoerde |
verhoerd |
zwak -d | volledig |
- geld aan prostituees verspillen
- zichzelf als hoer aanbieden
- Het woord verhoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verhoeren" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be