zomerzegel

Nederlands

zomerzegel

Uitspraak

• Geluid:  zomerzegel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zo·mer·ze·gel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zomer zn  en  zegel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zomerzegel	zomerzegels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zomerzegel m

1. (verouderd) tot 2011: in Nederland een jaarlijkse uitgifte van een serie bijzondere postzegels met een toeslag die bestemd is voor "sociaal en cultureel werk"

Synoniemen

• zomerpostzegel

Hyperoniemen

• toeslagzegel

Vertalingen

    1. tot 2011: in Nederland een jaarlijkse uitgifte van een serie bijzondere postzegels met een toeslag die bestemd is voor "sociaal en cultureel werk"   

Engels: summer stamp (en)

Gangbaarheid

• Het woord zomerzegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.