Ontvankelijkheid (Nederlands strafrecht)
Uiterlijk
(Doorverwezen vanaf Niet-ontvankelijk)
Voor het algemene artikel, zie Ontvankelijkheid.
In het Nederlands strafrecht oordeelt de rechter over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM).[1] Met een formele einduitspraak van niet-ontvankelijkheid wordt uitgedrukt dat het openbaar ministerie niet gerechtigd is om de zaak bij de strafrechter aanhangig te maken.[2] De rechter beslist over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie na te hebben beslist over de eventuele nietigheid van de dagvaarding en zijn eigen bevoegdheid.
Gronden voor niet-ontvankelijkheid zijn onder andere:
- de (grove) overschrijding van termijnen, de verjaring van het tenlastegelegde feit,
- het feit dat eerder een transactie is aangegaan voor hetzelfde feit,
- het feit dat een verdachte reeds vervolgd is voor het tenlastegelegde feit (schending van het beginsel van ne bis in idem),
- bij de verdachte het gerechtvaardigde vertrouwen is gewekt dat hij niet zal worden vervolgd[3]
- er kan geen sprake meer zijn van een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM,[4]
- ernstige vormfouten in het opsporings- en vervolgingstraject, hoewel de rechter in de praktijk eerder voor bewijsuitsluiting of strafvermindering kiest,
- de dood van de verdachte, natuurlijke persoon dan wel de ontbinding van de verdachte rechtspersoon.
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ https://wetten.overheid.nl/BWBR0001903/#BoekTweede_TiteldeelVI_AfdelingVierde_Artikel359a
- ↑ B.F. Keulen & G. Knigge, Van Bemmelen/Van Veen. Ons Strafrecht Deel 2. Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2010, p. 107.
- ↑ mr. van Dartel, R.T.J. (2019). Zakboek Proces-vebaal en bewijsrecht 2019-2020. Wolters Kluwer, Deventer, "7.14 Toezegging door opsporingsambtenaar", pp. 111. ISBN 978 90 13 14465 9. Geraadpleegd op 16 maart 2021 "Volgens vaste rechtspraak van de HR kan het OM niet-ontvankelijk verklaard worden als “de vervolging wordt ingesteld of voortgezet nadat door het OM gedane, of aan het OM toe te rekenen, uitlatingen (of daarmee gelijk te stellen gedragingen) bij de verdachte het gerechtvaardigde vertrouwen hebben gewekt dat hij niet (verder) zal worden vervolgd."
- ↑ Mr. M.G.M. Hoekendijk, (2017). Zakboek strafvordering voor de hulpofficier. Wolters KLuwer. (ISBN 978-90-13-14362-1)