Abdij van Thorn
De abdij van Thorn, ook wel Stift Thorn, was een abdij en/of adellijk stift, gelegen in het stadje Thorn, tegenwoordig in de Nederlandse provincie Limburg. De abdij werd gesticht na 972 als 'familieklooster' en was vanaf 995 een eigenklooster van de bisschop van Luik. Het groeide in de dertiende eeuw uit tot een eigenstandig landsheerlijk stift,[1] en was vanaf 1715 een rijksabdij in het Heilige Roomse Rijk.[2][3]
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Ontstaan stift Thorn
[bewerken | brontekst bewerken]De abdij van Thorn werd rond 975, in elk geval na 972 en voor 992, gesticht door graaf Ansfried de jongere, die vanaf 995 bisschop van Utrecht was.[4][5][6] De oorkonde die aangeeft dat zijn echtgenote Hilsondis (ook Hereswind genoemd), volgens de Strijenlegende gravin van Strijen, de stichtster zou zijn, is een falsum.[7][noot 1] Zij zou aan het jonge klooster diverse bezittingen in West-Brabant geschonken hebben, hetgeen niet onwaarschijnlijk is.[8] Hun dochter werd de eerste abdis.[9] Achteraf, in de dertiende eeuw, is voor haar de naam Benedicta verzonnen door de kroniekschrijver Argidius van Orval.[10]
Algemeen wordt aangenomen dat de abdij van Thorn gesticht is als 'familieklooster' van Ansfried jr.[11] en bij diens benoeming als bisschop van Utrecht, als eigenklooster overgedragen is aan de bisschop van Luik.[12] Eigenklooster wil zeggen dat, in dit geval, de bisschop van Luik de abdis aanstelde. Dat het als familieklooster gesticht is blijkt uit de vermelding dat Ansfrieds dochter de eerste abdis was en dat zijn echtgenote er begraven is.[13][14] Stift Thorn is van begin af aan een damesstift geweest zonder kloosterregel.[15][noot 2] Voor het koorofficie volgden zij deels de regel van Benedictus en deels de regel van Augustinus.[16]
Voogdij
[bewerken | brontekst bewerken]Ondanks dat Thorn een allodium was stond het onder Gelderse voogdij. Pogingen de voogdij om te zetten naar Gelderse soevereiniteit zijn nooit gelukt. De graaf van Gelre had als oppervoogd vanaf de dertiende eeuw de voogdij in leen gegeven aan de heer van Horne. De voogdij bestond uit het beschermen van de rechten van het 'land van Thorn' en van zijn onderdanen.[17] Als ondervoogd kwam Willem VI van Horne in 1397 met het stift overeen dat hij de rechten van Thorn zal bewaren, zolang zijn dochter Mechteld daar abdis is. Zij was op 4 mei 1397 ondanks dat zij niet volwassen was, zij was 17 jaar, geïnstalleerd als abdis.[18] Mechteld of Mechtildis van Horn(e) zou tot 1446 abdis blijven.[19]
Geschiedenis en organisatie stift Thorn
[bewerken | brontekst bewerken]In de loop van de 13e eeuw evolueerde het klooster naar een wereldlijk sticht (of stift) voor adellijke vrouwen. De stiftsdames of kanunnikessen leefden vanaf die tijd niet langer gemeenschappelijk, maar hadden ieder een huis in de omgeving van de kerk, hoewel ze wel nog enige tijd geacht werden om de nacht op de gemeenschappelijke slaapzaal in het abdijgebouw door te brengen.[20] In 1310 verzochten ze de paus om het zwarte bovenkleed, dat herinnerde aan het reguliere kloosterverleden, te mogen afleggen, waar ze eerst in 1497 toestemming voor kregen.
Kanunnikessen van Thorn hoefden geen kloostergeloftes af te leggen en mochten persoonlijke eigendommen bezitten. In de praktijk leefden de dames een normaal, zij het luxueus en enigszins afgeschermd leven. Bij het bijwonen van de mis werden ze geacht koorkleding te dragen. De mis konden ze gadeslaan vanaf het dameskoor in het westwerk van de stiftskerk, zodat ze zich niet onder het gewone kerkvolk hoefden te begeven.
Om lid te kunnen worden van het Thornse stift, moest een stamboom met 16 adelskwartieren overgelegd worden. De meeste Thornse stiftsdames kwamen uit hoogadellijke kringen en behoorden tot de elite van het Heilige Roomse Rijk. Meestal waren er niet meer dan twintig kanunnikessen. Een bekende stiftdame was Clara Elisabeth van Manderscheid-Blankenheim,[21] zuster van de toenmalige abdis, die uit dankbaarheid voor een genezing een Loretokapel in Thorn stichtte. Haar grafmonument bevindt zich in de stiftskerk.
De stiftsdames vormden samen met de abdis, de decanes (voorzitster) en vier, later zes (mannelijke) kanunniken, het Thornse kapittel, dat besliste over het reilen en zeilen van de gemeenschap en over haar eigendommen. Het kapittel koos uit haar midden de nieuwe abdis.
Geschiedenis vorstendom Thorn
[bewerken | brontekst bewerken]Vanaf de 14e eeuw bezaten de abdissen van Thorn tevens de gedeelde heerlijke rechten over het Land van Thorn,[22] waardoor zij zich landsvrouwe konden noemen. De abdissen van Thorn hadden daarmee een hogere status dan andere abten en abdissen.
In de 18e eeuw had de abdis een plaats op de prelatenbank in de Rijksdag onder de Rheinische Prälaten der Geistlichen Bank des Reichsfürstenrates.[23] Zij had niet een zogenaamde virilstem zoals de 'echte' vorsten, de prins-bisschop van Luik en de hertogen van Gulik en Kleef.[24] De abdis had slechts met 18 anderen een collectief stemrecht, één gezamenlijke Kuriatsstimme. Zij werd niet tot de rijksstand gerekend, ook het stift Thorn werd niet tot de rijksstand gerekend.[23][25]
In de 17e en 18e eeuw waren de abdissen van Thorn vaak tegelijkertijd abdis van het sticht Essen of andere adellijke kloosters. In de achttiende eeuw was het vorstendom Thorn een pleisterplaats voor de hoogadellijke dochters van de Europese rijksvorsten en -graven. Ze werden er klaargestoomd voor een huwelijk met een man van de hoogste stand, of - als die zich niet aandiende - leidden een relatief comfortabel leven in een beschermde omgeving.[26]
De komst van de Fransen in 1794 betekende het einde van het stift. De meeste dames waren al eerder naar Essen gevlucht en keerden nooit meer naar Thorn terug. In 1797 werd de abdij formeel opgeheven. De abdijgoederen werden verbeurd verklaard en de abdijgebouwen, op de stiftskerk na, afgebroken.
-
Kwartierstaat van een stiftsdame in de 17e eeuw
-
Overzicht kapittelleden in 1706
-
Portret abdis Maria Kunigunde von Sachsen
-
Koorkleding van een kanunnikes
Beschrijving gebouwen
[bewerken | brontekst bewerken]Abdijkerk
[bewerken | brontekst bewerken]Alleen de kerk herinnert tegenwoordig nog aan de lange geschiedenis van de abdij. De voormalige abdij- of stiftskerk werd in 1797 als parochiekerk in gebruik genomen, waarna de oude parochiekerk gesloopt werd. De grotendeels gotische stiftskerk (met barokke inrichting) werd eind 19e eeuw door de bekende architect Pierre Cuypers gerestaureerd en deels verbouwd. Na de Tweede Wereldoorlog moest de kerk opnieuw worden hersteld, nadat ze in 1944 zwaar beschadigd was. In het westwerk van de kerk bevinden zich thans nog een aantal ruimtes, die eertijds uitsluitend door de leden van het kapittel mochten worden betreden, zoals het dameskoor, de kapittelzaal en de archiefkamer.
-
Maquette met parochie- en stiftkerk
-
Wijngaard en stiftskerk
-
Entree dameskoor in de stiftskerk
-
Kapittelzaal in het westwerk van de kerk
Abdijgebouwen
[bewerken | brontekst bewerken]Van de abdijgebouwen is nagenoeg niets meer over. Alleen enkele huizen van kanunniken en stiftsdames, en delen van de muur die het abdijcomplex omringden, zijn bewaard gebleven. Buiten het centrum herinneren de Loretokapel en enkele kapittelboerderijen en -watermolens nog aan de macht van het stift. De overige abdijgebouwen, het abdissenpaleis, de parochiekerk en de economiegebouwen, zijn verdwenen. Desondanks is het abdijverleden in Thorn nog bijna tastbaar, niet om het minst vanwege de witgeschilderde huizen, waardoor het stadje een eigen sfeer heeft weten te behouden.
-
De abdij in de 18e eeuw (aquarel)
-
Toegangspoort abdijcomplex
-
Witgeschilderde kanunnikenhuizen
-
Fragment abdissenpaleis (Museum Thorn)
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]- Op 4 juni 1007 werd de Sint-Lambertuskerk in het Gelderse dorp Kerk-Avezaath door bisschop Notger van Luik aan de abdij van Thorn geschonken.[27] De abdij heeft tot 1619 het collatierecht gehad over de kerkgemeenschap in Kerk-Avezaath.[28]
- Een maquette van de voormalige abdij, gemaakt door de bouwkundig historicus Anton Moers, wordt tentoongesteld in de stiftskerk.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Bronnen
- Berkvens, Louis (2014a): De kanunnik Joannes Stuben als auctor intellectualis van het "Rijks-Vorstendom" Thorn (1688-1721) (online tekst op Maastrichtuniversity.nl; gearchiveerd op 27 januari 2016)
- Berkvens, Louis (2014b): Politiek-institutionele ontwikkeling in “Limburg” (16e -18e eeuw) (online tekst op law.maastrichtuniversity.nl; gearchiveerd op 19 januari 2021)
- Berkvens, Louis (2015): 'Staatkundige en institutionele geschiedenis van de Limburgse territoria, 1548-1797'. In: P. Tummers e.a. (red.): Limburg. Een geschiedenis, deel 2, 1500-1800, pp. 19-115. LGOG, Maastricht. ISBN 9789081960229
- Bijsterveld, Arnoud-Jan (2015): 'Machts- en territoriumvorming: van Karolingsche kernregio tot territiriale lappendeken, 900-1200'. In: P. Tummers e.a. (red.): Limburg. Een geschiedenis, deel 1, tot 1500, pp. 207-240. LGOG, Maastricht. ISBN 9789081960229
- Forschelen, J. (red.): De Abdijkerk, toeristische brochure in de serie 'Grote monumenten in Thorn'. Uitgave: Stichting Limburg Natuurlijk, jaar onbekend
- Köbler, Gehrard (1988): Historisches Lexikon der Deutschen Länder: die deutschen Territorien vom Mittelalter bis zir Gegenwart, pp. 166-167 en 852: 'Thorn (Abtei, Frauenstift)'. C.H. Beck München (tekst deels online)
- Koch, E.M.F. (1994): De kloosterpoort als sluitpost? Adellijke vrouwen langs Maas en Rij'n tussen huwelijk en convent, 1200-1600. Eisma, Leeuwarden/Mechelen (online tekst op shclimburg.nl, gearchiveerde link)
- Linssen, J. (1963) Een bijdrage voor de geschiedenis van de abdij Thorn. Roermond
- Monna, A.D.A. (1982): 'Ansfried en de Stichting van Thorn', in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg, Jaarboek 1982
- Monna, A.D.A. (1988): Zwerftocht met middeleeuwse heiligen. Amsterdam
- Schoenmakers, J.J.N. (2014) Officia Propria Liturgische rituelen en gebruiken in het sticht voor adellijke dames in Thorn (dissertatie). Tilburg University
- Pierre J.H. Ubachs (2000): Handboek voor de geschiedenis van Limburg, Maaslandse Monografieën #63. Verloren, Hilversum. ISBN 90-6550-097-9 (tekst deels online)
- Welten, J. (2021): De vergeten prinsessen van Thorn (1700-1794), Gorredijk: Sterck & De Vreese.
Noten
- ↑ Al kort na de middeleeuwen is getwijfeld aan de echtheid van deze oorkonde. Toch heeft rijksarchivaris Habets in 1887 de echtheid verdedigd. Dit is in 1892 door Blok weerlegd. Het gaat om een vervalsing van einde 16de eeuw. Zie Blok, P. (1893) De Stichtingsbrief van Thorn, Nederlandsch Archievenblad 1 (1892-1893), p. 29-36
- ↑ Lang is aangenomen dat Thorn een (dubbel)klooster volgens de regel van Benedictus geweest zou zijn. Dit was gebaseerd op een these uit 1899 van de rijksarchivaris Habets. Voor deze stelling is tot op de dag van vandaag geen enkel bewijs gevonden. Zie Kerskens (2009) p. 8 noot 16.
Referenties
- ↑ Bijsterveld (2015) p. 221
- ↑ Berkvens (2014a), p. 210.
- ↑ Berkvens (2015) p. 56.
- ↑ Monna (1982), p. 73.
- ↑ Monna (1988), pp. 182-191.
- ↑ Ubachs (2000), p. 83.
- ↑ Monna (1982) p.79; Monna (1988) p. 177
- ↑ Monna (1982, 1988)
- ↑ Monna (1982) p. 60 en 64; Monna (1988) p. 182-183
- ↑ Schoenmakers (2014), p. 61.
- ↑ Monna (1988) p. 191-195
- ↑ Linssen (1963), p. 4.
- ↑ Aarts, Bas (1994) 'Ansfried, graaf en bisschop. Een stand van zaken', in: Jan Coolen en Jac. Forschelen (red.) Opera Omnia II. Een verzameling historische en heemkundige opstellen, p. 33 (Thorn)
- ↑ Tonnaer, Frans (1997) Ansfried, van zwaard tot kromstaf (Thorn)
- ↑ Kerskens, Hartwig (2009) 'Das Frauenstift Thorn von seiner Gründung bis zum Ende des 15. Jahrhunderts. Skizze eines Forschungsvorhabens' in: Niederrhein-Magazin 2/2009. Gearchiveerd op 26 januari 2016.
- ↑ Koch (1994) p. 32
- ↑ Linssen (1963, p. 7
- ↑ Habets, J. (1889) De archieven van het kapittel der hoogadelijke rijksabdij Thorn, deel 1, z.p., nrs 277 en 278
- ↑ Schoenmakers (2014) pp. 105, 121 en 559.
- ↑ Forschelen, p.2.
- ↑ Zie de:Clara Elisabeth von Manderscheid-Blankenheim.
- ↑ De soevereiniteit over het stift Thorn werd gedeeld door de abdis als landsvrouwe en het hoogadellijk kapittel als grondheer (Berkvens, p. 53).
- ↑ a b De abdissen hadden zitting in de Rijksdag onder de Rheinische Prälaten der Geistlichen Bank des Reichsfürstenrates. Verder vertegenwoordigden de abdissen, in elk geval in de 18e eeuw, het stift in de Westfaalse Kreits (Berkvens, p. 53).
- ↑ Nève, P.L. (1972) Het Rijkskamergerecht, blz. 486 (Maaslandse Monografieen, Assen). Gearchiveerd op 26 januari 2016.
- ↑ Berkvens (2014b), ibid.
- ↑ Joost Welten (2020): De vergeten prinsessen van Thorn (1700-1794). Tevens: 'De vergeten prinsessen van Thorn', tentoonstelling Limburgs Museum, Venlo, 2021-2022.
- ↑ Geschiedenis van de Sint-Lambertuskerk in Kerk-Avezaath op website kerkenkapel.nl.
- ↑ Omschrijving en geschiedenis Sint-Lambertuskerk op de website van de Stichting Oude Gelderse Kerken, geraadpleegd op 23-6-2011.
Verder lezen
- Flament, A.J. (1899) Opgezworen kwartierstaten van 36 kanonikessen der vorstelijke rijksabdij Thorn, met den inhoud der opzweringen en de beschrijving der zegels van de opzweerders. 's Gravenhage, Algemene Landsdrukkerij