SARS

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  SARS    (hulp, bestand)
• IPA: / sɑrs / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• SARS

Woordherkomst en -opbouw

• van Engels SARS, geschreven met hoofdletters volgens spellingregel 17.C onder (b) (4)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	SARS	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de SARS m

1. (medisch) soort longontsteking veroorzaakt door een besmettelijk virus
   Deze ziekte was vanaf november 2002 tot eind 2003 voor honderden mensen fataal.

   ▸ China kwam vandaag met het nieuws dat in het land het afgelopen etmaal weer negen mensen zijn overleden aan de gevolgen van SARS, terwijl er 202 nieuwe besmettingen bekend werden. In Hongkong overleden twaalf patiënten.

Afgeleide begrippen

• SARS-onderzoek
• SARS-patiënt

Verwante begrippen

• coronavirus
• longonsteking
• MERS

Gangbaarheid

• Het woord SARS staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordherkomst en -opbouw

• (letterwoord) severe acute respiratory syndrome "ernstig acuut ziektebeeld bij de ademhaling"; benaming vanaf 2003 gebruikt door de Wereldgezondheidsorganisatie

enkelvoud	meervoud
SARS	-

Zelfstandig naamwoord

SARS

1. (medisch) SARS