aardigheidje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aardigheidje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aar·dig·heid·je

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van aardig en met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-	-
verkleinwoord	aardigheidje	aardigheidjes

Zelfstandig naamwoord

het aardigheidje o dim. tant.

1. een kleine attentie of gift die iemands waardering of genegenheid uitdrukt

Vertalingen

    1. een kleine attentie of gift die iemands waardering of genegenheid uitdrukt   

Engels: joke (en) Esperanto: amuzajo (eo)

Italiaans: celia (it) v Spaans: broma (es) v

Zelfstandig naamwoord

het aardigheidje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aardigheid

Gangbaarheid

• Het woord aardigheidje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aardigheidje" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.