hoefnagel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hoefnagel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hoef·na·gel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hoef  en  nagel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hoefnagel	hoefnagels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoefnagel m

1. nagel waarmee de hoefsmid de hoefijzers aan de hoeven vastnagelt

• 
  Een hoefnagel
• 
  Verscheidene hoefnagels
• 
  De hoefnagels worden door de nagelgaten van het hoefijzer geslagen
• 
  Een hoefsmid houdt een hamer en een hoefnagel vast bij het beslaan van een paard.

Verwante begrippen

• smid, smidse, aambeeld, hoefijzer

Vertalingen

    1. nagel waarmee de hoefsmid de hoefijzers aan de hoeven vastnagelt   

Duits: Hufnagel (de)

Spaans: clavo de herrar (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord hoefnagel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.