kotelet

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kotelet    (hulp, bestand)
• IPA: /kotəˈlɛt/

Woordafbreking

• ko·te·let

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ribstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1691
• Komt van het Franse côtelette.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kotelet	koteletten
verkleinwoord	koteletje	koteletjes

Zelfstandig naamwoord

de kotelet v / m

1. (voeding) een stuk vlees van een varken, kalf of lam dat nog vastzit aan een stuk rib

   • Vanavond eten we koteletten. 

Synoniemen

• karbonade

Vertalingen

    1. een stuk vlees van een varken, kalf of lam   

Bulgaars: котлет (bg) m Deens: kotelet (da) Duits: Kotelett (de) Engels: cutlet (en)

Frans: côtelette (fr) Spaans: chuleta (es) Italiaans: costoletta (it) Portugees: costeleta (pt)

Gangbaarheid

• Het woord kotelet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kotelet" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Deens

Zelfstandig naamwoord

kotelet

1. (voeding) kotelet

Verwijzingen

• kotelet in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk