opduwen
Uiterlijk
- op·du·wen
opduwen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opduwen |
duwde op |
opgeduwd |
zwak -d | volledig |
- door druk uit te oefenen iets (naar boven) verplaatsen
- Volgens de gemeente is de kap nodig omdat boomwortels door de rioolpijpen groeien en het wegdek opduwen. Door vallende takken ontstaat bovendien gevaar voor passanten. Er is sprake van achterstallig onderhoud, maar minder bomen vragen ook minder onderhoud en dat levert de gemeente een besparing op. [3]
- Ziyech heeft inmiddels aangekondigd dat hij ingaat op de uitnodiging van de Marokkaanse voetbalbond om twee wedstrijden te spelen. Als hij dat doet mag hij niet meer voor het Nederlands elftal uitkomen. ,,Ik heb Hakim de plussen en minnen aangegeven van zijn eventuele keus, aldus Hake. ,,Maar ik ga hem niet een bepaalde kant opduwen. Het is zijn zijn keus, zijn gevoel. En ik heb het idee dat hij daarin vrij standvastig is. [4]
- Het woord opduwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opduwen" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ opduwen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 08-01-13 Vianen mag geen bomen meer kappen
- ↑ Tubantia 22-09-15 Hake praat met Ziyech over toekomst
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %