Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argument... more Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argumenten eerder op noodzaak tot verbetering van de Wrr in plaats van noodzaak tot afschaffing. Het gebrek aan inhoudelijke overwegingen over het ontwerp van referenda volgt een trend die is ingezet bij het instellen van de Wrr. De introductie van de opkomstdrempel in de Wrr geeft dit beeldend weer. Dit artikel maakt inzichtelijk hoe aanpassing van de opkomstdrempel in de Wrr de werking van raadgevende referenda kan verbeteren. Dit laat zien dat er mogelijkheden zijn om het niet-bindende raadgevend referendum door middel van aanpassingen een beter democratisch instrument te laten zijn.
In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamen... more In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamentally different methods for determining the majority opinion. We use three mathematical paradoxes – so-called majority voting paradoxes – to show that referendum voting can reverse the outcome of a parliamentary election, even if the same group of voters have expressed the same preferences on the issues considered in the referendums and the parliamentary election. This insight about the systemic contrarieties between referendum voting and parliamentary elections sheds a new light on the debate about the supplementary value of referendums in representative democracies. Using this insight, we will suggest legal conditions for the implementation of referendums in representative democracies that can pre-empt the conflict between the two methods for determining the majority opinion.
National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the Europe... more National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the European Union on mutual recognition. More than one decade after the creation of the Area of Freedom Security and Justice (AFSJ), this contribution assesses whether mutual recognition-based EU legislation in civil and criminal law indeed respects national sovereignty. To this end, it studies the Framework decision on the European Arrest Warrant (EAW), the EU’s flagship instrument in the AFSJ. We distinguish two elements of national sovereignty: (a) the protection of the State and its basic structures (its statehood); (b) the State’s values, principles and fundamental rights (its statehood principles), and assess the EAW from a dynamic perspective: from its initial inception, in which mutual trust primarily implied little interferences with the laws and practices of issuing states, to the current state of affairs which is marked by what could be called a ‘mutual trust supported by harmonization...
National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the Europe... more National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the European Union on mutual recognition. More than one decade after the creation of the Area of Freedom Security and Justice (AFSJ), this contribution assesses whether mutual recognition-based EU legislation in civil and criminal law indeed respects national sovereignty. To this end, it studies the Framework decision on the European Arrest Warrant (EAW), the EU's flagship instrument in the AFSJ. We distinguish two elements of national sovereignty: (a) the protection of the State and its basic structures (its statehood); (b) the State's values, principles and fundamental rights (its statehood principles), and assess the EAW from a dynamic perspective: from its initial inception, in which mutual trust primarily implied little interferences with the laws and practices of issuing states, to the current state of affairs which is marked by what could be called a 'mutual trust supported by harmonization'-approach. Especially in the judge-driven harmonization of the EAW and the dialogue between judicial authorities we witness important (and often-times overlooked) elements that impact national sovereignty. At the end, the findings of the article are put in the context of the current rule of law crisis in the EU.
The impact of European institutions and legislation on national sovereignty is often asserted wit... more The impact of European institutions and legislation on national sovereignty is often asserted without a clear conceptualisation of sovereignty. This article sheds a new light on the debate over the impact of European institutions and legislation on national sovereignty and the debate over the concept of sovereignty itself. Contestants in both debates are shifting sands, as they are unaware that the essentially contested nature of sovereignty makes it impossible to have an overall accepted definition of the concept. The essentially contested nature is examined and used to argue for a more fruitful approach towards conceptualising sovereignty, namely examining its function in a particular use by a particular group of users. The proposed approach is applied to the use of sovereignty by national constitutional courts in order to give an account of the issues that might be at play when an impact of European institutions and legislation on national sovereignty is claimed.
In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamen... more In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamentally different methods for determining the majority opinion. We use three mathematical paradoxes – so-called majority voting paradoxes – to show that referendum voting can reverse the outcome of a parliamentary election, even if the same group of voters have expressed the same preferences on the issues considered in the referendums and the parliamentary election. This insight about the systemic contrarieties between referendum voting and parliamentary elections sheds a new light on the debate about the supplementary value of referendums in representative democracies. Using this insight, we will suggest legal conditions for the implementation of referendums in representative democracies that can pre-empt the conflict between the two methods for determining the majority opinion.
Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argument... more Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argumenten eerder op noodzaak tot verbetering van de Wrr in plaats van noodzaak tot afschaffing. Het gebrek aan inhoudelijke overwegingen over het ontwerp van referenda volgt een trend die is ingezet bij het instellen van de Wrr. De introductie van de opkomstdrempel in de Wrr geeft dit beeldend weer. Dit artikel maakt inzichtelijk hoe aanpassing van de opkomstdrempel in de Wrr de werking van raadgevende referenda kan verbeteren. Dit laat zien dat er mogelijkheden zijn om het niet-bindende raadgevend referendum door middel van aanpassingen een beter democratisch instrument te laten zijn.
The regulation of trans fats sets an interesting precedent for the regulation of other legal but ... more The regulation of trans fats sets an interesting precedent for the regulation of other legal but harmful food ingredients, such as salt, sugar and saturated fat. In this paper, we distinguish three regulatory measures to reduce such ingredients in food and population intakes: the labeling of an ingredient, a limit on the amount of the ingredient in food products and a ban on the production technology that creates the ingredient. We will compare the regulations promulgated in the US and in the EU to reduce trans fats in food and population intakes. This comparison will identify a common focus on scientific risk assessment and precautionary action but a different orientation towards regulating the internal market and towards producer interests. The comparison also lays bare differences in the regulatory systems of the US and the EU that may inspire US and EU regulators to reflect on possible improvements for future fights against legal but harmful food ingredients.
In deze studie worden de verschillen en overeenkomsten tussen de VS en
de EU in reguleringsmaatr... more In deze studie worden de verschillen en overeenkomsten tussen de VS en de EU in reguleringsmaatregelen tot beperking van transvetten in voedsel besproken. Daarnaast is onderzocht of de sociaaleconomische gerichtheid op economische consumentenbelangen in de VS en op producentenbelangen in de EU een verklaring vormt voor verschillen in reguleringsmaatregelen. Uit het onderzoek blijkt dat de VS op federaal niveau een aantal beperkende maatregelen heeft getroffen die gericht zijn op het informeren van de consument. Tevens zijn PHO’s, waarin industrieel geproduceerde transvetten voorkomen, onveilig verklaard en vanaf juni 2018 verboden. Lokaal zijn er soms wettelijke bepalingen die limieten stellen aan de gebruikte hoeveelheid transvetten door restaurants. Vanuit de EU zijn geen beperkende maatregelen genomen, maar er zijn voornemens tot een limitering of verbod op toevoeging van transvetten. Wel hebben sommige Europese lidstaten een wettelijke limitering op de hoeveelheid toegevoegde transvetten voor alle geproduceerde verpakteen niet-verpakte levensmiddelen ingevoerd en zijn er in verschillende lidstaten vrijwillige maatregelen door producenten genomen. De EU is in haar oriëntatie op maatregelen vooral gericht op het harmoniseren van de interne markt en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen binnen de EU. De VS, die al een langere geschiedenis dan de EU kent van strijd tegen gezondheidsbedreigende voedingsmiddelen, lijkt vooral gericht te zijn geweest op maatregelen die de marktwerking en het aanbod niet verstoren. De conclusie wordt getrokken dat bij de maatregelen in de VS op zowel federaal als lokaal niveau het economische consumentenbelang een belangrijke rol speelt terwijl er in de EU een gerichtheid is op het beschermen van de producent. In de EU moeten beperkende maatregelen daanaast vooral leiden tot harmonisering van de interne markt. Op nationaal niveau staat de bescherming van de gezondheid van de consument boven het economisch consumentenbelang.
Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argument... more Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argumenten eerder op noodzaak tot verbetering van de Wrr in plaats van noodzaak tot afschaffing. Het gebrek aan inhoudelijke overwegingen over het ontwerp van referenda volgt een trend die is ingezet bij het instellen van de Wrr. De introductie van de opkomstdrempel in de Wrr geeft dit beeldend weer. Dit artikel maakt inzichtelijk hoe aanpassing van de opkomstdrempel in de Wrr de werking van raadgevende referenda kan verbeteren. Dit laat zien dat er mogelijkheden zijn om het niet-bindende raadgevend referendum door middel van aanpassingen een beter democratisch instrument te laten zijn.
In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamen... more In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamentally different methods for determining the majority opinion. We use three mathematical paradoxes – so-called majority voting paradoxes – to show that referendum voting can reverse the outcome of a parliamentary election, even if the same group of voters have expressed the same preferences on the issues considered in the referendums and the parliamentary election. This insight about the systemic contrarieties between referendum voting and parliamentary elections sheds a new light on the debate about the supplementary value of referendums in representative democracies. Using this insight, we will suggest legal conditions for the implementation of referendums in representative democracies that can pre-empt the conflict between the two methods for determining the majority opinion.
National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the Europe... more National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the European Union on mutual recognition. More than one decade after the creation of the Area of Freedom Security and Justice (AFSJ), this contribution assesses whether mutual recognition-based EU legislation in civil and criminal law indeed respects national sovereignty. To this end, it studies the Framework decision on the European Arrest Warrant (EAW), the EU’s flagship instrument in the AFSJ. We distinguish two elements of national sovereignty: (a) the protection of the State and its basic structures (its statehood); (b) the State’s values, principles and fundamental rights (its statehood principles), and assess the EAW from a dynamic perspective: from its initial inception, in which mutual trust primarily implied little interferences with the laws and practices of issuing states, to the current state of affairs which is marked by what could be called a ‘mutual trust supported by harmonization...
National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the Europe... more National sovereignty has been the key consideration for basing judicial cooperation in the European Union on mutual recognition. More than one decade after the creation of the Area of Freedom Security and Justice (AFSJ), this contribution assesses whether mutual recognition-based EU legislation in civil and criminal law indeed respects national sovereignty. To this end, it studies the Framework decision on the European Arrest Warrant (EAW), the EU's flagship instrument in the AFSJ. We distinguish two elements of national sovereignty: (a) the protection of the State and its basic structures (its statehood); (b) the State's values, principles and fundamental rights (its statehood principles), and assess the EAW from a dynamic perspective: from its initial inception, in which mutual trust primarily implied little interferences with the laws and practices of issuing states, to the current state of affairs which is marked by what could be called a 'mutual trust supported by harmonization'-approach. Especially in the judge-driven harmonization of the EAW and the dialogue between judicial authorities we witness important (and often-times overlooked) elements that impact national sovereignty. At the end, the findings of the article are put in the context of the current rule of law crisis in the EU.
The impact of European institutions and legislation on national sovereignty is often asserted wit... more The impact of European institutions and legislation on national sovereignty is often asserted without a clear conceptualisation of sovereignty. This article sheds a new light on the debate over the impact of European institutions and legislation on national sovereignty and the debate over the concept of sovereignty itself. Contestants in both debates are shifting sands, as they are unaware that the essentially contested nature of sovereignty makes it impossible to have an overall accepted definition of the concept. The essentially contested nature is examined and used to argue for a more fruitful approach towards conceptualising sovereignty, namely examining its function in a particular use by a particular group of users. The proposed approach is applied to the use of sovereignty by national constitutional courts in order to give an account of the issues that might be at play when an impact of European institutions and legislation on national sovereignty is claimed.
In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamen... more In representative democracies, referendum voting and parliamentary elections provide two fundamentally different methods for determining the majority opinion. We use three mathematical paradoxes – so-called majority voting paradoxes – to show that referendum voting can reverse the outcome of a parliamentary election, even if the same group of voters have expressed the same preferences on the issues considered in the referendums and the parliamentary election. This insight about the systemic contrarieties between referendum voting and parliamentary elections sheds a new light on the debate about the supplementary value of referendums in representative democracies. Using this insight, we will suggest legal conditions for the implementation of referendums in representative democracies that can pre-empt the conflict between the two methods for determining the majority opinion.
Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argument... more Bij het besluit om de Wet raadgevend referendum (Wrr) af te schaffen duiden de gebruikte argumenten eerder op noodzaak tot verbetering van de Wrr in plaats van noodzaak tot afschaffing. Het gebrek aan inhoudelijke overwegingen over het ontwerp van referenda volgt een trend die is ingezet bij het instellen van de Wrr. De introductie van de opkomstdrempel in de Wrr geeft dit beeldend weer. Dit artikel maakt inzichtelijk hoe aanpassing van de opkomstdrempel in de Wrr de werking van raadgevende referenda kan verbeteren. Dit laat zien dat er mogelijkheden zijn om het niet-bindende raadgevend referendum door middel van aanpassingen een beter democratisch instrument te laten zijn.
The regulation of trans fats sets an interesting precedent for the regulation of other legal but ... more The regulation of trans fats sets an interesting precedent for the regulation of other legal but harmful food ingredients, such as salt, sugar and saturated fat. In this paper, we distinguish three regulatory measures to reduce such ingredients in food and population intakes: the labeling of an ingredient, a limit on the amount of the ingredient in food products and a ban on the production technology that creates the ingredient. We will compare the regulations promulgated in the US and in the EU to reduce trans fats in food and population intakes. This comparison will identify a common focus on scientific risk assessment and precautionary action but a different orientation towards regulating the internal market and towards producer interests. The comparison also lays bare differences in the regulatory systems of the US and the EU that may inspire US and EU regulators to reflect on possible improvements for future fights against legal but harmful food ingredients.
In deze studie worden de verschillen en overeenkomsten tussen de VS en
de EU in reguleringsmaatr... more In deze studie worden de verschillen en overeenkomsten tussen de VS en de EU in reguleringsmaatregelen tot beperking van transvetten in voedsel besproken. Daarnaast is onderzocht of de sociaaleconomische gerichtheid op economische consumentenbelangen in de VS en op producentenbelangen in de EU een verklaring vormt voor verschillen in reguleringsmaatregelen. Uit het onderzoek blijkt dat de VS op federaal niveau een aantal beperkende maatregelen heeft getroffen die gericht zijn op het informeren van de consument. Tevens zijn PHO’s, waarin industrieel geproduceerde transvetten voorkomen, onveilig verklaard en vanaf juni 2018 verboden. Lokaal zijn er soms wettelijke bepalingen die limieten stellen aan de gebruikte hoeveelheid transvetten door restaurants. Vanuit de EU zijn geen beperkende maatregelen genomen, maar er zijn voornemens tot een limitering of verbod op toevoeging van transvetten. Wel hebben sommige Europese lidstaten een wettelijke limitering op de hoeveelheid toegevoegde transvetten voor alle geproduceerde verpakteen niet-verpakte levensmiddelen ingevoerd en zijn er in verschillende lidstaten vrijwillige maatregelen door producenten genomen. De EU is in haar oriëntatie op maatregelen vooral gericht op het harmoniseren van de interne markt en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen binnen de EU. De VS, die al een langere geschiedenis dan de EU kent van strijd tegen gezondheidsbedreigende voedingsmiddelen, lijkt vooral gericht te zijn geweest op maatregelen die de marktwerking en het aanbod niet verstoren. De conclusie wordt getrokken dat bij de maatregelen in de VS op zowel federaal als lokaal niveau het economische consumentenbelang een belangrijke rol speelt terwijl er in de EU een gerichtheid is op het beschermen van de producent. In de EU moeten beperkende maatregelen daanaast vooral leiden tot harmonisering van de interne markt. Op nationaal niveau staat de bescherming van de gezondheid van de consument boven het economisch consumentenbelang.
Uploads
Papers by Suzanne Bloks
a clear conceptualisation of sovereignty. This article sheds a new light on the debate over the impact
of European institutions and legislation on national sovereignty and the debate over the concept of
sovereignty itself. Contestants in both debates are shifting sands, as they are unaware that the
essentially contested nature of sovereignty makes it impossible to have an overall accepted
definition of the concept. The essentially contested nature is examined and used to argue for a more
fruitful approach towards conceptualising sovereignty, namely examining its function in a particular
use by a particular group of users. The proposed approach is applied to the use of sovereignty by
national constitutional courts in order to give an account of the issues that might be at play when an
impact of European institutions and legislation on national sovereignty is claimed.
op noodzaak tot verbetering van de Wrr in plaats van noodzaak tot afschaffing. Het gebrek aan inhoudelijke
overwegingen over het ontwerp van referenda volgt een trend die is ingezet bij het instellen van de Wrr.
De introductie van de opkomstdrempel in de Wrr geeft dit beeldend weer. Dit artikel maakt inzichtelijk hoe
aanpassing van de opkomstdrempel in de Wrr de werking van raadgevende referenda kan verbeteren. Dit laat
zien dat er mogelijkheden zijn om het niet-bindende raadgevend referendum door middel van aanpassingen
een beter democratisch instrument te laten zijn.
de EU in reguleringsmaatregelen tot beperking van transvetten in voedsel besproken. Daarnaast is
onderzocht of de sociaaleconomische gerichtheid op economische consumentenbelangen in de VS en
op producentenbelangen in de EU een verklaring vormt voor verschillen in reguleringsmaatregelen.
Uit het onderzoek blijkt dat de VS op federaal niveau een aantal beperkende maatregelen heeft
getroffen die gericht zijn op het informeren van de consument. Tevens zijn PHO’s, waarin industrieel
geproduceerde transvetten voorkomen, onveilig verklaard en vanaf juni 2018 verboden. Lokaal zijn er
soms wettelijke bepalingen die limieten stellen aan de gebruikte hoeveelheid transvetten door
restaurants. Vanuit de EU zijn geen beperkende maatregelen genomen, maar er zijn voornemens tot
een limitering of verbod op toevoeging van transvetten. Wel hebben sommige Europese lidstaten een
wettelijke limitering op de hoeveelheid toegevoegde transvetten voor alle geproduceerde verpakteen niet-verpakte levensmiddelen ingevoerd en zijn er in verschillende lidstaten vrijwillige maatregelen
door producenten genomen.
De EU is in haar oriëntatie op maatregelen vooral gericht op het harmoniseren van de interne markt
en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen binnen de EU. De VS, die al een
langere geschiedenis dan de EU kent van strijd tegen gezondheidsbedreigende voedingsmiddelen, lijkt
vooral gericht te zijn geweest op maatregelen die de marktwerking en het aanbod niet verstoren. De
conclusie wordt getrokken dat bij de maatregelen in de VS op zowel federaal als lokaal niveau het
economische consumentenbelang een belangrijke rol speelt terwijl er in de EU een gerichtheid is op
het beschermen van de producent. In de EU moeten beperkende maatregelen daanaast vooral leiden
tot harmonisering van de interne markt. Op nationaal niveau staat de bescherming van de
gezondheid van de consument boven het economisch consumentenbelang.
a clear conceptualisation of sovereignty. This article sheds a new light on the debate over the impact
of European institutions and legislation on national sovereignty and the debate over the concept of
sovereignty itself. Contestants in both debates are shifting sands, as they are unaware that the
essentially contested nature of sovereignty makes it impossible to have an overall accepted
definition of the concept. The essentially contested nature is examined and used to argue for a more
fruitful approach towards conceptualising sovereignty, namely examining its function in a particular
use by a particular group of users. The proposed approach is applied to the use of sovereignty by
national constitutional courts in order to give an account of the issues that might be at play when an
impact of European institutions and legislation on national sovereignty is claimed.
op noodzaak tot verbetering van de Wrr in plaats van noodzaak tot afschaffing. Het gebrek aan inhoudelijke
overwegingen over het ontwerp van referenda volgt een trend die is ingezet bij het instellen van de Wrr.
De introductie van de opkomstdrempel in de Wrr geeft dit beeldend weer. Dit artikel maakt inzichtelijk hoe
aanpassing van de opkomstdrempel in de Wrr de werking van raadgevende referenda kan verbeteren. Dit laat
zien dat er mogelijkheden zijn om het niet-bindende raadgevend referendum door middel van aanpassingen
een beter democratisch instrument te laten zijn.
de EU in reguleringsmaatregelen tot beperking van transvetten in voedsel besproken. Daarnaast is
onderzocht of de sociaaleconomische gerichtheid op economische consumentenbelangen in de VS en
op producentenbelangen in de EU een verklaring vormt voor verschillen in reguleringsmaatregelen.
Uit het onderzoek blijkt dat de VS op federaal niveau een aantal beperkende maatregelen heeft
getroffen die gericht zijn op het informeren van de consument. Tevens zijn PHO’s, waarin industrieel
geproduceerde transvetten voorkomen, onveilig verklaard en vanaf juni 2018 verboden. Lokaal zijn er
soms wettelijke bepalingen die limieten stellen aan de gebruikte hoeveelheid transvetten door
restaurants. Vanuit de EU zijn geen beperkende maatregelen genomen, maar er zijn voornemens tot
een limitering of verbod op toevoeging van transvetten. Wel hebben sommige Europese lidstaten een
wettelijke limitering op de hoeveelheid toegevoegde transvetten voor alle geproduceerde verpakteen niet-verpakte levensmiddelen ingevoerd en zijn er in verschillende lidstaten vrijwillige maatregelen
door producenten genomen.
De EU is in haar oriëntatie op maatregelen vooral gericht op het harmoniseren van de interne markt
en het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen binnen de EU. De VS, die al een
langere geschiedenis dan de EU kent van strijd tegen gezondheidsbedreigende voedingsmiddelen, lijkt
vooral gericht te zijn geweest op maatregelen die de marktwerking en het aanbod niet verstoren. De
conclusie wordt getrokken dat bij de maatregelen in de VS op zowel federaal als lokaal niveau het
economische consumentenbelang een belangrijke rol speelt terwijl er in de EU een gerichtheid is op
het beschermen van de producent. In de EU moeten beperkende maatregelen daanaast vooral leiden
tot harmonisering van de interne markt. Op nationaal niveau staat de bescherming van de
gezondheid van de consument boven het economisch consumentenbelang.