UNIEKE KANS
VOOR ARCHEOLOGEN
Het donker pimpernelblauwtje in
het oostelijke deel van het Vloot
beekdal bij Posterholt is niet de
enige bijzonderheid in dit gebied
dat momenteel door Het Limburgs
Landschap wordt heringericht.
Hier trokken ongeveer 10.000 jaar
geleden jagers en verzamelaars
rond. Er zijn in het verleden een
kleine dertig van hun kampplaat
sen ontdekt en deels onderzocht.
Dat leverde bijzondere inzichten
op en stelde archeologen in staat
een model van het prehistorische
gebruik van het dal te ontwikke
len. De herinrichting, waarover
wij in het vorige nummer van het
kwartaalblad berichtten, bood de
kans om dit model te testen.
Limburgs Landschap · lente 2024
ONDERZOEK
IN HET VERLEDEN
24
Amateurarcheologen van de
Heemkunde Vereniging Roerstreek
ontdekten vanaf het begin van de
jaren zeventig van de vorige eeuw
concentraties van vuurstenen werk
tuigen en vuursteenafval ten zuid
oosten van Posterholt. Het waren
soms grote vindplaatsen en ook
kleinere. De werktuigen, waaronder
veel pijlpunten, kunnen gedateerd
worden in het begin van het meso
lithicum, de middensteentijd zo
rond 8000 v.Chr.. Behalve de vele
vindplaatsen was er nóg een bij
zonderheid. Bewoningsresten van
jongere perioden in het gebied ont
braken namelijk. Dat is een grote
zeldzaamheid in Limburg en maakt
het gebied archeologisch uniek. De
ouderdom, de vele vindplaatsen en
Enkele kleine vuurstenen pijlpunten ge
vonden in een jachtkamp in het Vlootbeekdal.
het feit dat het dal slechts in één
tijdsperiode was gebruikt, trok ook
de aandacht van archeologen van
het Rijksmuseum van Oudheden
en de Universiteit van Leiden.
kampen. Op de hogere oevers werd
een veel grotere variatie aan werk
tuigen ontdekt, was het oppervlak
groter en kwam een interpretatie
als een groter en langduriger ge
bruikt basiskamp in beeld.
BOREN EN VERKENNEN
In het midden van de jaren tachtig
begonnen de eerste verkenningen.
Proefputten werden gegraven om
de kwaliteit van de vindplaatsen te
testen en grondboringen werden
verricht om de opbouw van het
bijna twee kilometer brede dal te
bestuderen. Al snel werd duidelijk
hoe bijzonder dit gebied was. In het
dal had vroeger de Roer gelopen,
maar die had rond 10.000 jaar ge
leden zijn loop naar het noorden
verlegd, mogelijk als gevolg van een
aardbeving. In het oude dal waren
meanderende geulen zichtbaar
met kleine lage eilanden en hogere
oevers in het noorden en zuiden.
De vindplaatsen lagen op die eilan
den en op die hogere oevers en die
tweedeling was ook bij de vuurste
nen werktuigen zichtbaar. Op de
eilanden lagen kleine kampjes waar
vooral pijlpunten als werktuigen
werden gevonden. Waarschijnlijk
ging het om kort gebruikte jacht
OPGRAVEN
EN EEN MODEL
Die duidelijke tweedeling met
grote en kleine vindplaatsen was
gebaseerd op vondsten op akkers
en enkele proefputjes. In de jaren
negentig werden een jachtkampje
volledig opgegraven en grote delen
van een verondersteld basiskamp.
Daarmee kon het model verfijnd
worden. Inderdaad waren de jacht
kampjes kort gebruikt en werden
daar vooral pijlpunten gevonden.
Verkoolde resten van hazelnoten
bood de mogelijkheid de vind
plaats te dateren en dat leverde
een ouderdom van 8000 v.Chr. op.
Het beeld van basiskampen op de
hogere oevers moest worden bij
gesteld. Die lagen daar inderdaad,
maar er werden hier ook kleine
jachtkampjes teruggevonden.
Stuifmeelkorrelonderzoek van klei
afzettingen in het dal zelf leverde
een beeld op van de vegetatie in de
zichtigheid is dus geboden en bij het
maken van de plannen voor de
herinrichting. Door Het Limburgs
landschap, samen met het archeo
logisch onderzoeks en advies
bureau RAAP, werden de hoge
punten in het landschap ontzien.
De werkzaamheden werden
tijdens de regenrijke maanden van
afgelopen november en december
archeologisch begeleid door
de Heemkunde Vereniging
Roerstreek. De afgegraven
diepe delen van het landschap
werden nauwkeurig afgelopen en
geïnspecteerd. Er werd niets gevon
den. Voor archeologen is het niet
leuk niets te vinden! Maar het mo
del van het gebruik van het land
schap door die jagers en verzame
laars van 10.000 jaar geleden klopt.
TESTEN MET HET
Zeker toen aan de randen van de
LIMBURGS LANDSCHAP
hoger gelegen delen wel wat vuur
steen werd opgeraapt. Dat was voor
In het oostelijk deel van het Vloot
beekdal is dus een intact bewonings de archeologen een kleine beloning
voor al het zoekwerk dat verder dus
patroon uit het vroege deel van de
middensteentijd bewaard gebleven.
niets had opgeleverd.
Dat is zo uniek dat het de status
Provinciaal Archeologisch Aan
dachtsgebied heeft gekregen. Voor
tekst en foto’s: leo verhart
Wateroverlast bij de archeologische
veldverkenningen eind 2023.
Een ontdekt stukje vuursteen wordt vast
gelegd door Huub Schmitz.
Reconstructie van het dal van de Vloot
beek circa 10.000 jaar geleden met de ligging
van verschillende soorten kampen. Tekening
Leo Verhart/Olaf Odé.
Limburgs Landschap · lente 2024
periode dat de jagers en verzame
laars in het dal actief waren. In die
tijd nam het aandeel van de haze
laars enorm toe. Mogelijk is dit een
verklaring voor het verschillende
gebruik van het gebied.
Tegenwoordig kun je achter de
computer met het Actueel Hoogte
bestand Nederland [AHN] razend
snel een reliëfkaart van het dal
maken. Destijds kon dat niet en is
er een met de hand gemaakt. In het
hele gebied werd iedere 25 meter
een hoogtemeting gedaan met als
resultaat een gedetailleerde kaart
van het dal met kleine hoogten
waarop de jachtkampjes lagen en
de hogere oevers met vooral de
grotere kampen. In de lage delen
waren geen vondsten.
25