DE G I D S Honderdzesenveertigstejaargang nr i , 1983
identiteit omwille van de mediamieke identifi
die haar schrijversrol vereist, een na
vrante bevestiging van het grondbeginsel van
de Amerikaanse belevingswereld zoals O.u es
die zelf in haar fictie gestalte heeft jçejçevrn:
ondanks dr »ch ij nverheerlij king van het li
chaam in sport, disco, en seksualiteit leidt de
Amerikaanse droom tot de ontkenning van
echte lichamelijkheid en de vergankelijkheid
van het vlees. Oates' mediamieke overtuiging
"of being absolutely whatever she knows her
self to be' is /.elf een kenmerkend bewijs dat zij,
als vrouw, maar ook als stilist en auteur, een
dochter is van de Amerikaanse droom.
Verhalenbundels
By the Morth (-»If i < ) l > <
Upon the Sweeping Flood ( 1966)
7he Wheel of Love (1970)
Marriages and Infidelities f 1972)
The Hungry Ghosts ( 1974)
/ /n- i'oddess and Other Women ;
'flie Sedwtion and Other Stories \ 1975)
The Poisoned AV.« ; 1975,
Crossing the Boni,
Night-Side l 1977)
All the (iood People I've Left Behind ! 1979'
A Sentimental Education ( 1981
AFRIKAANS
H I B 1.1 < l (, K A F11
Interviews
Writers at Work: The Paris Review Interviews, Fifth Scries.
Penguin Books. Harmondsworth [ f j H i .
f he \eji: l'iction: imttrvitws unth Innovative American Writer*.
( ' D i v e r s i t y of I l l i t u i i s I'rcss, Urhana 1974.
Literaire es.\eu- Heat-en, \rn- Earth: The Visionary Expérience in Literature. Victor GoHancr, Louden i .
Contraries: /•'.>irtvi. Oxford l.'nivrrsitv I'rcss. New York
1981.
Niet gecomulteerd hij het schrijven van dit essay, maar
volledigheidshalve vermeld: The Edge of Impossibility
. en The Hoslitt Sun: The Poetry of l) H Lawrence
Romam,
<ltfi verscheen het merendeel van ( K i t e s ' f i c t i e hij
V a n g u a r d l'ress, New York, < x > k uitgaven hij Black Spar
row l'ress. Santa Barbara en J o n a t h a n Cape. Londen
With Shuddering fall i<|t>,|
A darden of Earthly Delights
Expensive People
them
Wunderland
Dn With Me What You W,II i c i 7 j
7ht 1
Childwold i
7he Triumph of the Spider \1rnr
' the Mnrni'i
Cyhele
I 'nh,>
,'<'* t
BttUß
Angel of Light (19
Mineke Schipper
Verzwegen Afrika, een geamputeerde
literatuur
uur betekent angst. Angst van de kant
van de machthebber voor de macht van het
woord. Angst ook van de kant van het slacht
offer, degene wiens werk gecensureerd wordt,
angst voor mogelijke andere gevolgen, vervol
ging, gevangenschap, verdwijning, balling
schap, dood.
Veel Afrikaanse schrijvers leven in balling
schap, gedwongen of gekozen, soms tijdelijk,
vaak voorgoed. In onafhankelijk Afrika' is of
ficieel weinig sprake van censuur. Ook zitten
er niet opzienbarend veel schrijvers gevangen,
voor zover dat dan hier in het Westen bekend
is. Wél is zeker dat in veel Afrikaanse landen
grote angst heerst onder schrijvers en i n t e l l e c
tuelen voor de censuur, die velen vroeg of laat
tot zelfcensuur of ballingschap brengt.
Er is nog vrijwel geen systematisch onder
zoek verricht naar censuur en de gevolgen
daarvan voor de Afrikaanse literatuur. De
censuur lijkt er minder spectaculair omdat er
yeeii bekendheid aan wordt gegeven. De wes
terse media zijn er minimaal in geïnteresseerd
en de Afrikaanse media zwijgen erover voor
/over het hun eigen of bevriende landen be
BUITENLANDSE LITERATUUR
treft uit vrees voor mogelijke represailles.
Laten we eerst eens naar de geschiedenis
kijken. Afrika is een enorm werelddeel dat ze
ker niet als een culturele eenheid rnoet worden
opgevat. Er komen zeer uiteenlopende sociale
rn culturele vormen voor. Er zijn bijvoorbeeld
herdersvolken en jagersvolken, uitgestrekte
koninkrijken en kleine, relatief onafhankelijke
leefgemeenschappen, godsdiensten waarbij
od of een heel pantheon wordt aanbeden
of waarin voorouderverering centraal staat.
Die verschillen zijn ook te vinden in de tradi
tionele mondeling overgeleverde literaire ex
pressievormen.2
Toch zijn er bepaalde overeenkomsten te
vinden in de verschillende Afrikaanse cultu
ren, /oals die functioneerden in de prekolonia
le tijd. Bijvoorbeeld het feit dat de (woord)
kunstenaar van oudsher altijd fungeerde als
een maatschappijcriticus en dat hij zich in die
delikate rol gesteund wist door de gemeen
schap waartoe hij behoorde, het dorp, de clan.
De zanger, verteller, dichter, de auteur in de
zin van het Latijnse auctor, schepper en zegs
man tegelijkertijd
droeg ertoe bij dat de
macht van de enkeling of het misbruik daar
van gecontroleerd bleef door de groep. Het
woord was in die zin een wapen. Er zijn geval
len bekend van beroemde dichters die door
middel van hun antiestablishment poëzie het
aftreden van een chef of vorst veroorzaakt
hebben. De visie van de kunstenaar in zo'n
traditionele samenleving was belangrijk. Na
tuurlijk waren de vorsten het lang niet altijd
met hem eens. maar ze wisten ook dat wan
neer ze /.ich te veel lieten gelden, de auteur
zijn invloed kon aanwenden tégen hen en
daarbij, als hij erg bedreven was, het volk te
gen hen zouden kunnen opzetten.
Sinds de koloniale bezetting is in die situatie
veel veranderd. In die zin is de kolonisatie van
Afrika ook een factor geweest die tot enkele
gemeenschappelijke kenmerken in de geschie
denis van Afrikaanse landen heeft geleid. De
koloniale tijd heeft er veel toe bijgedragen dat
traditionele culturele structuren veranderd of
vernietigd zijn. De Afrikaanse culturen kregen
enorm te lijden van de opgelegde westerse pa
tronen. Daarbij werd door de bezetters niet
geschroomd censuur toe te passen op geschrif
ten van dissidenten uit de Afrikaanse samenle
ving. Op buitenlandse boeken die kritisch
stonden tegenover het koloniale bewind of die
ertoe zouden kunnen leiden dat Afrikanen al
te bewust werden van hun eigen rechten, werd
een invoerverbod gelegd. Dat waren onder
andere boeken die door zwarten uit Amerika
of het Caribisch gebied waren geschreven,
maar ook boeken die door Afrikanen waren
gepubliceerd in Europa, omdat er voor de
onafhankelijkheid vrijwel geen Afrikaanse u i t
geverijen bestonden, behalve bij enkele zen
dings of missieorganisaties.
Er zijn nu veel meer uitgeverijen, al zijn /e
dikwijls klein en kwetsbaar. De grote buiten
landse uitgeverijen hebben de meeste macht
en daarmee de beste mogelijkheden. Wat de
vrijheid van de schrijver betreft lijkt er na on
geveer twintig jaar onafhankelijkheid niet zo
heel veel verbeterd te zijn. Literatuur die 'sub
versief is wordt ook door postkoloniale re
geringen in een groot aantal Afrikaanse lan
den niet getolereerd en met alle mogelijke
middelen onderdrukt. Terecht zegt Ahmed
Rajab 3 in dit verband dat deze situatie des te
ernstiger is in landen waar elke vorm van wet
tige oppositie ontbreekt. Daar zijn de media
vrijwel uitsluitend in regeringshanden. Litera
tuur en andere kunstvormen zijn dan de enig
overgebleven mogelijkheden van nonconfor
mistische expressie. Deze worden echter als
subversief beschouwd wanneer ze kritisch zijn,
en niet geaccepteerd.
Door het hoge percentage analfabeten in
Afrika is de schrijver de eerste jaren na de
onafhankelijkheid tamelijk ongemoeid gela
ten. Immers, hij schreef meestal in een 'vreem
de' taal die door het overgrote deel van de be
volking toch niet begrepen werd. Bovendien
zijn boeken duur en dus onbetaalbaar voor de
beperkte groep mensen die de buitenlandse
taal, in casu Frans of Engels, eventueel wél
79
DE GIDS
Honderdzesenveertigste jaargang nr i , 1983
zou kunnen lezen. Omdat boeken uit het bui
tenland in harde valuta moeten worden be
taald, is de invoer toch al tamelijk beperkt. De
lokale uitgeverijen zitten met een levensgroot
probleem omdat ook al hel papier uit het bui
tenland moet worden geïmporteerd. Daarvoor
moet een verzoek bij de regering worden in
gediend, want ook papier moet in harde m u n t
betaald worden. Van de totale papierimport
wordt dikwijls het grootste deel door de over
heid opgeëist, en papierschaarste is dan ook
geen uit/.ondering. Xo blijft de opbouw van
ren eigen geschreven literatuur in een aantal
Afrikaanse landen uitermate beperkt en dat is
sommige regeringen niet onwelgevallig.
Deze en andere factoren maken dat de ge
schreven literatuur in de ogen van de meeste
machthebbers niet zo'n groot gevaar vormt en
dat er dus ook geen systematische maatregelen
tegen schrijvers genomen hoeven te worden.
De Afrikaanse literatuur is in grote l i j n e n
van thematiek veranderd. Tot aan het begin
van de jaren zestig waren het oude Afrika, het
nationalisme en het ver/et tegen de onder
d r u k k e r als thema sterk vertegenwoordigd, zo
wel in de poe/te als iti de toneel en romanlite
ratuur. 4 In plaats van zich af te zetten tegen
het Westen, r i c h t e n veel schrijvers /ich thans
kritisch op de eigen c o n t e x t , waarbij de re
gerende elite en het éénpartijsysteem niet ge
spaard worden. Dit heeft machthebbers wan
trouwender gemaakt tegenover de heden
daagse schrijver in Afrika. Daarom staat de/e
voor de ingrijpende keuze tussen zwijgen en
zich conformeren, of k i j k e n hoever je k u n t
gaan. met alle risico's vandien. Met nadruk
moet gezegd worden dat deze s i t u a t i e niet
voor alle Afrikaanse landen geldt: nog niet zo
lang geleden vertelde \\Ole Soyinka mij dat in
Nigeria in principe vrijheid van meningsui
t i n g bestaat en dat hem geen gevallen van
censuur bekend waren, noch van gevangen
genomen schrijvers.
In plaats van een inventarisatie van alle be
kende gevallen van censuur, met namen, ti
tels, data, enzovoort leek het mij a a n t r e k k e l i j
ker een paar voorbeelden te geven die duide
l i j k illustreren hoe de vrijheid van een schrij
ver daadwerkelijk ingeperkt werd of wordt en
hoe sterk de wurgende greep van de censuur
blijkt zodra literatuur een bedreiging geac hl
wordt voor een bestaand politiek systeem. Ik
kies twee bekende schrijvers van wie ook werk
in Nederland is vertaald: Mongo Beti uit Ka
meroen en Ngugi wa Thiong'o uit Kenya. 5
De ervaringen van Mongo Beti brengen ons
trouwens dicht bij huis, omdat hij behalve met
censuur in Afrika ook met censuur in Frank
rijk te maken kreeg. Hij woont en werkt al
dertig jaar in Frankrijk, waar hij na zijn studie
is gebleven omdat voor zijn politieke denk
beelden geen plaats is in zijn vaderland. Hij
schreef in de jaren vijftig een aantal romans
over de koloniale tijd waarin het wettige kolo
niale gezag van Afrikaanse zijde werd belicht.
In koloniale en missiekringen werden de boe
ken negatief of'ondankbaar' gevonden. Later
werden ze in verschillende talen vertaald,
onder andere in het Engels, Deens, Pools,
Duits, Tsjechisch, Russisch, Italiaans.
Na een lange stilte verscheen van zijn hand
het essay Mam basse sur le Cameroun. Autopsie
d'une décolonisation bij uitgeverij Maspero in Pa
rijs ( 1 9 7 2 ) . De ( ensuurgeschiedenis van dit
complexe boek is om een aantal redenen inte
ressant. Het werd in Kameroen meteen verbo
den. De auteur was al in ballingschap zodat
hij in eigen land verdere problemen voor
kwam. In het boek wordt uit de doeken ge
daan hoe Kameroen zich ontwikkelde in de
laren /estig, hoe de repressie toenam en in wel
ke omstandigheden een aantal mensen in de
gevangenis terechtkwam. Tegelijkertijd wor
den de lijnen geschetst van de koloniale naar
de postkoloniale tijd. Het boek maakt ook dui
d e l i j k hoe weinig de westerse media zich be
trokken belonen bij schendingen van mensen
rechten in Afrika, behalve wanneer er een
Fransman wordt ontvoerd of een b l a n k e non
wordt verkracht. De relaties lussen F r a n k r i j k
en de voormalige koloniën van dit land als be
langenrelaties worden in de Franse pers zo
80
BUITENLANDSE LITERATUUR
veel mogelijk verhuld om het voortbestaan
van de betrekkingen niet in gevaar te brengen.
Nog onlangs benadrukte Mongo Bed de
mensenrechtenhuichelarij van de westerse
wereld en met name die van Frankrijk: 6 een
op maat gesneden ideologie maakt het mo
gelijk selectieve verontwaardiging aan de dag
te leggen, maar alleen daar waar de economi
sche belangen van het eigen land (nog) niet zo
groot zijn. Volgens hem zijn dat voor Frank
rijk vooral de Sovjetunie en LatijnsAmerika;
Franstalig Afrika is daarentegen nooit in de
pers voorgesteld als een gebied waarde wreed
ste burgerlijke en militaire dictaturen zich met
alle mogelijke middelen in het zadel houden:
'An Ahidjo, President of Cameroon, a Bongo.
President of Gabon, an Eyadéma, President of
'I'ogo, are not a whit better than their Americ
an counterparts when it comes to attack on
freedom, the persecution of opponents or com
mitting atrocities during the course of reprisals
undertaken against their exhausted peoples.
Yet you will read practically nothing of their
exploits in the French newspapers.'
In Frankrijk bestaat een wet van 1881; arti
kel 14 van deze wet maakt het de minister van
Binnenlandse Zaken mogelijk boeken 'van
buitenlandse oorsprong' te verbieden. Dit is
de afgelopen jaren herhaaldelijk gebeurd met
boeken over Afrika, boeken die door Afrika
nen geschreven waren. Ook Mongo Beti kreeg
met deze wet te maken: 'Toen ik in 1972 het
lef had in Parijs een boek te publiceren waarin
ik de bloedige methoden van de president van
mijn land Kameroen aan de kaak stelde, was
hel of de hel losbrak en dacht ik een tijd lang
dat ik het verontwaardigde protest niet zou
overleven. Twee dagen na de verschijning
werd mijn boek Main basse sur le Cameroun ver
boden en werden alle exemplaren geconfis
queerd, de hele voorraad van de uitgever, op
ge/.ag van de Franse regering. Er werden uit
wijsprocedures tegen mij op gang gebracht, en
hele zwermen agenten in uniform en burger
kwamen op mijn nederige woning af.'
Na het verbod op zijn boek begon de auteur
een proces tegen de overheid dat hij na vier
jaar won. Het boek mocht opnieuw verschij
nen in 1976. Maspero eiste een schadevergoe
ding en vorig jaar, op 9 juli 1981, veroordeel
de de rechtbank van Parijs de minister van
Binnenlandse Zaken voor het verbod op dit
boek en verplichtte hij hem de uitgever als
schadeloosstelling loooo francs uit te betalen.
Door eigen ervaring en door wat hij erover
heeft gelezen is het Mongo Bed duidelijk ge
worden hoezeer internationale krachten er in
feite de oorzaak van zijn dat de vrijheid van
meningsuiting in Afrika zo wordt ingeperkt.
Frankrijk praat graag mee met de machtheb
bers in Franstalig Afrika, om de eigen belan
gen te continueren. Dat is wel heel duidelijk
geworden door de manier waarop Giscard
d'Estaing zich liet afkopen met diamanten
door 'keizer' Bokassa van de CentraalAfri
kaanse Republiek, die ondermeer kinderen
liet afslachten omdat ze het door hem voor
geschreven schooluniform niet wilden dragen.
Minder spectaculair maar wel van invloed
op de censuur is het feit dat Afrikaanse staats
hoofden meer dan eens druk uitoefenen op de
Franse regering om bepaalde boeken die in
Frankrijk zijn uitgegeven te verbieden, omdat
anders de goede betrekkingen in gevaar zou
den kunnen komen. Menigmaal is Frankrijk
door de knieën gegaan. Wat Afrika betreft zijn
er behalve het voorbeeld van Mongo Bed's
boek waarmee het dank zij het doorzettings
vermogen van de auteur uiteindelijk nog goed
afliep een aantal andere gevallen te noemen.
Zo heeft Mobutu persoonlijk gezorgd dat
Cléophas Kamitatu's in Frankrijk verschenen
La grande mystification du Congo-Kinshasa uit de
handel werd genomen. Hetzelfde gebeurde
met Jules Chômés L'ascension de Mobutu, waar
bij Mobutu er ook voor zorgde dat de auteur
door een knokploeg in België werd afgetuigd.
Een ander voorbeeld is dat van de Guinese
president Sekou Touré, die in 1976 de Franse
regering wist te dwingen Jean Paul Alata's bij
Editions du Seuil verschenen Prison d'Afrique
in beslag te laten nemen zodra het van de per
DE GIDS
Honderdzesenveertigste jaargang nr r, 1983
sen rolde. In een aan de beslissing voorafgaan
de correspondentie tussen de Franse ministers
van Buitenlandse en Binnenlandse Zaken
werd benadrukt dat deze uitgave onprettig
was voor de Guinese autoriteiten en dat piihli
katie onwenselijk was in een tijd waarin de re
laties tussen Frankrijk en Guinee voor het
eerst weer enigszins verbeterd waren. 7
Uit de genoemde gevallen blijkt duidelijk
hoezeer de vrijheid van de Afrikaanse schrij
ver gebonden is door westerse willekeur, zowel
politiek als economisch. Daar komt nog bij
maar dat is een ander onderwerp
dat de
Afrikaanse schrijver die probeert een Europe
se uitgever te vinden, ook rekening lijkt te
moeten houden met in het Westen gangbare
literaire normen en technieken wanneer hij in
aanmerking wil komen voor publikatie: de af
hankelijkheid van het multinationale uit
geefsysteem. In Afrika lijkt de betrekkelijke
onvrijheidstraditie van de westerse Latijnse
landen overgenomen te zijn door de voormali
ge koloniën. Op het eerste gezicht zijn de En
gelstalige landen iets vrijer, zo lijkt het althans
voor de buitenstaander die Franstalige en En
gelstalige Afrikaanse bladen vergelijkt. Ge
sprekken met Engelstalige schrijvers leveren
inder beeld op, maar zij vergelijken hun
Afrikaanse bladen dan ook liever met de Brit
se. Volgens hen zijn er vele vormen van cen
suur die nooit aan de oppervlakte komen: de
beperkte uitgeefmogelijkheden in Afrika wor
den gekenmerkt door een overwegend /eer
voorzichtig beleid. Uitgevers in ontwikke
lingslanden zijn nog veel kwetsbaarder dan
die in westerse landen. Er wordt veel censuur
vooraf toegepast, waarbij de schrijver ge
dwongen wordt concessies te doen. Ook zelf
censuur kan voor de schrijver die in eigen land
zonder risico wil publiceren noodzakelijk zijn.
Degenen die weigeren zich beperkingen te
l a t e n opleggen komen vroeg of laat in botsing
met de overheid, zoals Ngtigi wa Thiong'o
moest ervaren in Kenya. De geschiedenis van
deze internationaal bekende romancier, to
neelschrijver en essavist werpt een interessant
licht op de situatie van de hedendaagse schrij
ver in Engelstalig Afrika. Ngugi is vanaf het
begin van zijn schrijversloopbaan maatschap
pijkritisch geweest in zijn werk, maar zolang
hij in het Engels schreef'was dat slechts in /eer
geringe mate bedreigend voor de regering, al
kwamen ook in vroege romans en toneelstuk
ken al corruptie, landroof en volksverzet voor.
In elk geval werd hem lange tijd niets in de
weg gelegd. Dit veranderde toen hij in plaats
van in het Engels in het Gikuyu, zijn moeder
taal, begon te schrijven, /ijn eerste toneelstuk
in die taal, Ngahiika Ndenda ( ' I k trouw wan
neer ik wil'i was in dat opzicht meteen een
voltreffer, waarvan de gevolgen niet uitble
ven. In het dorp Kamirithu, waar de boeren
en arbeiders in lemen hutten wonen, staat een
cultureel gemeenschapshuis. Daar kwamen de
mensen bij elkaar voor de repetities van Ngu
gi's stuk. Zij speelden het en voorzagen het
van commentaar, /e begonnen ook aanvullin
gen te suggereren v a n u i t hun eigen ervaring,
want ze begrepen dat het over hun eigen si
tuatie ging. In zekere zin was dat weer aan
sluitend bij de orale traditie, waar de hele ge
meenschap participeert in een voorstelling.
Door de keuze van het onderwerp en vooral
ook door het gebruik van de Afrikaanse taal
voelden de arbeiders zich er dusdanig bij be
trokken, dat ze het hele stuk als hun zaak be
schouwden, hun geschiedenis. Dialogen wer
den afgewisseld met mime. dansen en liederen,
zoals in het traditionele toneel. Het werd echt
volkstoneel over problemen waarmee de arme
mensen in het Kenya van vandaag te maken
hebben. Het maakte de boeren van Kamiri
thu bewust van h u n omstandigheden en van
de mogelijkheid tot verandering. Mensen
kwamen van ver om het stuk te zien. Kort na
de eerste voorstellingen in december 1977
werd Ngugi gearresteerd. Hij zat een jaar ge
vangen in Kamiti M a x i m u m Security Prison.
Daarover schrijft hij in een nieuwe roman Caitam Mutharah-im f'The devil on the cros^
in een gevangenisdagboek Detained.
Tegen N'gugi is nooit een officiële aanklacht
82
BUITENLANDSE
ingediend. Hij werd zonder commentaar een
jaar later weer vrijgelaten, nadat uit de hele
wereld protestbrieven waren binnengekomen
bij de regering en bij Kenyase ambassades.
Hij denkt zelf dat dit tot zijn vrijlating heeft
bijgedragen. Xijri baan als docent aan de uni
versiteit van Nairobi heeft hij nooit terug
gekregen, al is daarop van alle kanten aan
gedrongen.
Het genoemde toneelstuk was /o bedrei
gend omdat het in de taal van het volk werd
opgevoerd en omdat dit in samenwerking met
boeren en arbeiders gebeurde. Kn dan: als toneel was het ook voor analfabeten toegankelijk.
Was het in het Kngels gespeeld en in een
schouwburg, dan had het vast zo'n vaart niet
gelopen. Theater is voor de bevolking van
Afrika dan ook veel aantrekkelijker dan leesli
t e r a t u u r , zeker wanneer het openluchtvoor
stellingen betreit die gratis toegankelijk /.ijn.
Dat geldt /eker ook voor films. Toen de Sene
galese schrijver en cineast Sembène Ousmane
in Nederland was, vertelde hij dat /.ijn in het
Frans geschreven roman Xala nooit tot proble
men had geleid in zijn land Senegal. Toen hij
echter / i j n eigen boek verfilmd had in een \Yo
lolversie mocht de/.e niet integraal worden
vertoond. De regering eiste dat een a a n t a l kri
tische passages eruit geknipt /ou worden. Het
werd té gevoelig. Dit waren maar een paar
voorbeelden van de v rijheidsbeknotting van
schrijvers in onafhankelijk Afrika. Het is mei
meer dan een heel klein topje van een ijsberg
die ook in het Afrikaanse klimaat niet snel /al
wegsmelten.
i . /.indAfrika vraagt cru verhaal .ipari. Net als voor ge
beurtenissen m dr rest van Afrika geldt cx>k in /akc X.ind
Afrika sclr« t i r v r verontwaardiging hij de westerse media:
wannrrr boeken van blanke schrijvers in /uidAfrika ver
boden worden of ren blanke schrijver de gevangenis in
gaal. krijgt zulk nieuws hier relatie! veel aandacht. Zwar
ten worden echtei veel vaker en willekeuriger door c cn
suurwrtten en |niblikatieverbodcn getroffen dan blanken.
/r worden ook verl vaker gearresteerd en /onder vorm
\ a n p n x r s gevangen gehouden dan blanke collega's,
/.onder dat er hier over wordt bericht, /.ie over censuur
m /.indAfrika oude nummers van Index nn Cautnlóf en
LITERATUUR
Daniel l'. Kunene, 'Ideas under arresl: censorship in
South Africa', in Research m African Literatures, vol. i a ,
number 4, winter 1981.
2. Zie R u t h Finnegan, Oral Literature in AJrua. Oxford
1970.
; .Vhmed R a j a b , in Indf\ on (.'en^>f\hif>. juni 1980
,j X.ic M i i i r k r Si h i p f H T , Lr Blanc ft l'Occident nu munir
a/umin ; Assen 197^1 cil 'luncel en maat\chappij in . \jnka As
sen 1977).
5. Van Mongo Beti verscheen m het Nederlands De
firme (V/tm/u.s van Bfimba bij N O V I B Wereldvenster en van
Ngugi wa Thiong'o Slechts een korrel graan bij Corne /.elen
in de reeks Afrikaanse bibliotheek.
ii. Mongo Beti, 'Human Rights Hypocrisy' in Index on
.hip vol. to, number (i, december 1981.
7. Over deze Franse wet heeft de Nederlandse p K N in
Lyon tijdens hel Internationale pKNCongres een resolu
tie ingediend die leidde tot veel/eggende discussies. l V/r
resolutie \vrd met een o n t h u l l e n d groot aantal onthou
dingen waaronder de Franse p K N • na veel heen en weer
gepraat aangenomen. F.r waren zelfs twee stemmen tegen
i het Franstalige Belgische Centrum en de LettcninBal
lingschap .
BULGAARS
Jan Paul Hinrichs
Honderd jaar Teodor Trajanov
In de catalogus van Bulgaarse boeken die voor
de Frankfurter Buchmesse van 1981 is ge
drukt, staan haast alle literaire werken ver
meld die in de drie voorafgaande jaren ver
schenen of in 1981 nog /.ouden verschijnen
maar niet de gedichtenbundel uit 1981 van
Teodor Trajanov. Van de serie memoires "Li
teraturni anketi' zijn alle titels opgenomen
behalve het boek dat Vera Balabanova in
1980 over Trajanov publiceerde. Het lijkt of
de Bulgaren er nog niet aan gewend zijn dat
Trajanov gerehabiliteerd is.
Teodor Trajanov \ 1882 1945) is afkomstig
uit Pazardzik, een stadje in de buurt van Plov
div. Hij studeert wiskunde en natuurkunde te
Sofia 1899 1900 en Wenen ; 1901 1901.
zijn studie, die hij om onduidelijke redenen
niet met een diploma afsluit, werkt hij tot