PRIVAATRECHT ACTUEEL
Tot de dood ons scheidt? Een pleidooi voor een
tijdelijk huwelijk
Inleiding
1.
In Nederland eindigt ruim een derde van alle
huwelijken en geregistreerde partnerschappen in
een echtscheiding. In andere landen, waaronder de
Verenigde Staten, ligt dit percentage nog hoger. Dit
is de belangrijkste reden waarom de Amerikaanse
psychologe en relatietherapeute Susan Pease
Gadoua en journaliste Vicki Larson in een recent
boek stellen dat een levenslang huwelijk een ouderwets en onrealistisch ideaal is. Zij bepleiten dat de
wetgever een ‘starthuwelijk’ introduceert.1 Dit is een
huwelijk dat automatisch aloopt na een door de
echtgenoten overeengekomen termijn van bijvoorbeeld twee of vijf jaar. Na aloop van die termijn kan
een gelukkig koppel het huwelijk uiteraard verlengen, maar die beslissing moet wel expliciet worden
genomen. Zowel ten tijde van het starthuwelijk als
bij de verlenging er van worden de partners geacht
om afspraken te maken over inanciën en verdeling
van (toekomstig) vermogen in geval van beëindiging
van de relatie; de te maken afspraken kunnen zich
ook uitstrekken tot bijvoorbeeld (duur en bestemming van) de vakanties en het uitlaten van de hond.
2.
Het voorstel van Gadoua en Larson sluit aan
bij eerder gedane pogingen om een huwelijk voor
bepaalde tijd in te voeren. In 1971 diende Lena King
Lee, lid van het Huis van Afgevaardigden van Maryland, een ‘Marriage Contractual Renewal’-wetsvoorstel in voor invoering van een huwelijk van drie jaar.2
In 2007 bepleitte de Duitse politica Gabriele Pauli
een huwelijk van zeven jaar (de tijd die een huwelijk
in Duitsland vóór echtscheiding gemiddeld duurt).3
In 2011 stelde de grootste partij in het parlement
van Mexico-Stad (dat zelf bevoegdheid heeft op het
terrein van het familierecht) voor om een tijdelijk
huwelijk van twee jaar in te voeren met als belangrijkste argument dat de helft van de huwelijken in de
grootste stad van Mexico binnen twee jaar in echtscheiding eindigt.4
3.
Dit alles is een goede aanleiding om het
levenslange huwelijk te doordenken. Nu het familierecht in toenemende mate ruim baan geeft aan
contractuele afspraken, is de tijd wellicht ook rijp
voor het invoeren van een tijdelijk huwelijk. De
zojuist genoemde voorstellen haalden het geen van
alle, maar dat zegt hoogstens iets over hun politieke
haalbaarheid en weinig over de inhoudelijke argumenten voor een tijdelijk huwelijk. In deze korte
bijdrage wordt daarom eerst vastgesteld wat precies
de achtergrond is van de regel dat het huwelijk voor
onbepaalde tijd wordt gesloten, waarna de argumenten voor een tijdelijk huwelijk nader worden bezien.
19 november 2016/7127
Waarom een huwelijk voor onbepaalde tijd?
4.
Weinig regels zijn minder omstreden dan dat
een huwelijk voor onbepaalde tijd wordt gesloten.
Elke seculiere jurisdictie – de Filipijnen vormen de
enige uitzondering – erkent de echtscheiding, maar
bij aanvang van het huwelijk kunnen partners alleen
voor het leven trouwen. Dit spreekt zelfs zo voor
zich dat de wetgever het niet nodig vindt om dit te
melden; het volgt impliciet uit de regel dat het
huwelijk eindigt door echtscheiding of de dood.5
Bij het kerkelijk huwelijk worden wel formuleringen
gebruikt als dat echtgenoten elkaar trouw blijven
‘tot de dood ons scheidt’ of de ander zullen ‘liefhebben en waarderen al de dagen van ons leven’.
5.
De gedachte dat een huwelijk voor onbepaalde tijd moet worden gesloten lijkt gebaseerd op een
mengeling van uiteenlopende motieven. Historisch
staat ons burgerlijk huwelijk in de christelijke
traditie waarin levenslange huwelijkstrouw niet
alleen als gebod is voorgeschreven,6 maar ook wordt
beschouwd als een morele deugd. Voor Augustinus is
het huwelijk bijvoorbeeld nastrevenswaardig omdat
het promiscuïteit inperkt, voorplanting buiten het
huwelijk voorkomt en een optimale omgeving biedt
voor het opvoeden van kinderen.7 Het levenslange
huwelijk heeft ook een economische ratio. Cohen
zegt er van:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
W.P.N.R
S.P. Gadoua & V. Larson, The New “I Do”: Reshaping
Marriage for Skeptics, Realists and Rebels, New York 2014,
p. 45 v.
Maryland General Assembly 1973, LR3, 10 april 1972.
CDU Wahlprogramm Gabriele Pauli, 19 september 2007.
‘Proponen en México matrimonios temporales de dos
anos’ (Pijamasurf, 30 September 2011) < http://pijamasurf.
com/2011/09/proponen-en-mexico-matrimonios-temporales-de-dos-anos>
Zie naast art. 1:149 BW bijv. art. 227 Code Civil en § 1313
BGB.
Zie bijv. art. 1134 Wetboek van Canoniek Recht; in de
Protestantse kerk wordt onder meer verwezen naar Marcus
10:9 en Mattheüs 19:6.
Augustinus, Het goede van het huwelijk (De bono conjugali, 401), 5.5.
935
PRIVAATRECHT ACTUEEL
‘Men and women have much that they can
exchange with one another. Each has sex to offer
(…). Each had procreation to offer (…). Then
there is physical protection and income (and)
homemaking and child rearing (…). The central
point is that men and women each desire the
other as providers of vital services. (…).’8
Deze diensten blijven een heel leven belangrijk en
dus – zo luidt de redenering – kan alleen een partnerschap voor onbepaalde duur daarin voorzien. Ten
slotte zou een levenslang huwelijk ook bijdragen aan
bescherming van de zwakkere huwelijkspartner en
de eventuele kinderen. Wie niet kan onderhandelen
over de duur van de overeenkomst loopt ook niet het
risico te worden afgetroefd door de wederpartij.
6.
Over de juistheid van deze motieven valt veel
te zeggen. Zij verklaren wellicht waarom een huwelijk voor onbepaalde tijd ooit is ontstaan, maar
zeggen weinig over de wenselijkheid er van. Hoe
christenen over het huwelijk denken bepaalt niet
hoe het burgerlijk huwelijk moet worden vormgegeven. De economische ratio gaat er aan voorbij dat
essentiële diensten tegenwoordig ook door anderen
dan de huwelijkspartner kunnen worden verschaft.
Bescherming van de zwakkere partner en kinderen,
ten slotte, is belangrijk maar kan ook op andere
wijzen worden bewerkstelligd dan door enkel een
huwelijk voor onbepaalde tijd toe te staan. De
erkenning van echtscheiding getuigt daar al van. Dit
roept de vraag op welke argumenten voor invoering
van een tijdelijk huwelijk kunnen worden aangevoerd.
Argumenten voor een tijdelijk huwelijk
7.
Wat zijn de argumenten voor een tijdelijk
huwelijk? In de eerste plaats sluit een tijdelijk
huwelijk beter aan bij de realiteit: Romantische
idealen over eeuwige liefde ten spijt kunnen partners
tegenwoordig niet langer redelijkerwijs verwachten
dat hun huwelijk levenslang zal duren. Daar denken
zij ten tijde van de huwelijkssluiting wellicht anders
over, maar dat is niet bepalend voor wat de ideale
wettelijke regeling moet zijn. Een tweede argument
is dat een tijdelijk huwelijk de hoge inanciële en
emotionele lasten van een echtscheiding voorkomt.
Een van te voren afgesproken slaking van de huwelijksband vermindert waarschijnlijk het risico van
een vechtscheiding en leidt tot minder wederzijdse
verwijten en een gevoel van falen. In landen waar
echtscheiding nog stigmatiseert, wordt dat met een
tijdelijk huwelijk wellicht voorkomen. Vanuit economisch perspectief is een tijdelijk huwelijk ook
eficiënter: de maatschappelijke kosten van het ex
ante beëindigen van het huwelijk (met de mogelijkheid van verlenging) zijn lager dan die van ex post
scheiden.9 Een vierde argument is dat een tijdelijk
huwelijk echtgenoten in staat stelt om de rechtsiguur uit te proberen. Ook wanneer de partners
eerder hebben samengewoond is dat nuttig: de
936
ervaring leert dat het huwelijk vaak anders wordt
ervaren dan een samenlevingscontract (of geregistreerd partnerschap). Het vijfde, en mijns inziens
belangrijkste, argument is dat het tijdelijk huwelijk
de (toekomstige) echtgenoten verplicht om de
consequenties van hun huwelijk beter te doordenken
en hun wederzijdse commitment op gezette tijden
opnieuw te evalueren. Het grote euvel van een
huwelijk voor onbepaalde tijd is dat veranderde
omstandigheden – een partner heeft geen werk meer
of gaat juist veel meer verdienen, de geboorte van
kinderen – vaak geen aanleiding zijn om huwelijkse
voorwaarden te maken of aan te passen. Hoe recenter de gemaakte afspraken, des te kleiner de kans
dat die aan het einde van de afgesproken termijn
worden betwist.
8.
Nu hangt de aanvaardbaarheid van het
tijdelijk huwelijk uiteraard af van de wijze waarop
het wordt vormgegeven. Eerder is voorgesteld om de
duur volledig aan partijen over te laten10 of te bepalen op twee, drie of zeven jaar.11 Ook is denkbaar om
een huwelijk twintig jaar (de gemiddelde duur van
het huwelijk voordat de kinderen het huis verlaten)12
of vier jaar (in Nederland vinden de meeste echtscheidingen na vier jaar huwelijk plaats)13 te laten
duren. Partners de keuze laten uit een beperkt menu
van bijvoorbeeld een proefhuwelijk van twee jaar,
een langer huwelijk van zeven jaar en het traditionele huwelijk voor onbepaalde tijd is een andere
optie. Na aloop van de overeengekomen periode
hebben partijen drie keuzes: het huwelijk verlengen
met een nieuwe bepaalde termijn, het huwelijk
omzetten in een overeenkomst voor onbepaalde
tijd of niets doen, in welk geval het huwelijk wordt
beëindigd. Een stilzwijgende voortzetting van het
huwelijk zou de voordelen van het tijdelijk huwelijk
grotendeels teniet doen en verdient dus geen
aanbeveling.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
W.P.N.R
L.R. Cohen, Marriage: the long-term contract, in: A.W. Dnes
& R. Rowthorn (eds.) The Law and Economics of Marriage
and Divorce, Cambridge 2000, p. 13.
S. Marcassa & G. Ponthiere, Until Death Do Us Part? The
Economics of Short-Term Marriage Contracts, Population
Review 53 (2014), p. 19.
Aldus P. Rampell, A high divorce rate means it’s time to try
‘wedleases’, The Washington Post 4 augustus 2013.
Zie boven, no. 2.
Aldus M. Richtel, Till Death, or 20 Years Do Us Part, New
York Times 28 september 2012.
In de periode 1996-2015: CBS, Statline Echtscheiding 2016.
19 november 2016/7127
PRIVAATRECHT ACTUEEL
9.
Een belangrijke taak van de wetgever is
wel om de risico’s verbonden aan de contractuele
beëindiging van het huwelijk te beperken. De
belangrijkste reden waarom het familierecht huiverig is om een snelle en simpele exit uit de huwelijksband toe te staan is de wens om eventuele kinderen
en de behoeftige ex-huwelijkspartner te beschermen. Wat betreft de kinderen is dit evident: indien de
echtgenoten niet in staat zijn om overeenstemming
te bereiken over ouderlijk gezag, omgangsregeling
en onderhoudsplicht (of hun afspraken niet in het
belang zijn van het kind) dient de rechter te interveniëren. Het belang van het kind is hier zo doorslaggevend dat de aard van de voormalige verhouding
tussen de ouders in wezen irrelevant is.
Dat in geval van echtscheiding ook een onderhoudsplicht jegens de behoeftige ex-echtgenoot – en vaak
ook een plicht tot verdeling van het vermogen –
bestaat, volgt uit de eerder genoemde aard van het
huwelijk als een uitruil van essentiële diensten.
Echtscheiding maakt geen einde aan de legitieme
verwachting van de echtgenoten om te worden
gecompenseerd voor gemiste carrièrekansen of
investeringen in het gezamenlijke huishouden.14 Die
ratio geldt ook in geval van een tijdelijk huwelijk, zij
het dat hier een grotere rol kan zijn weggelegd voor
bij de huwelijkssluiting uitgeoefende partijautonomie. Een belangrijke reden waarom het recht moeite
heeft met het aanvaarden van afspraken over
onderhoudsplicht en verdeling van vermogen
gemaakt ten tijde van de huwelijkssluiting is dat
deze vrijwel steeds onvoldoende zijn gebaseerd op
de inanciële positie van de partners ten tijde van de
scheiding. Dit is anders in geval van een tijdelijk
huwelijk dat de partners verplicht om hun afspraken
op gezette tijden te herzien.
Conclusie
10.
Maitland noemde de overeenkomst ‘that
greediest of legal categories’.15 Ook in het hedendaagse familierecht is al lang sprake van een steeds
verdergaande contractualisering van familieverhoudingen.16 De huwelijksduur ontsnapte tot nu toe
aan deze trend. De voorwaarden waaronder wordt
gehuwd en waaronder echtscheiding mogelijk is zijn
strikt geformuleerd. In het voorafgaande bleek dat
dit vooral wordt ingegeven door de wens de zwakkere huwelijkspartner en eventuele kinderen te
beschermen. Maar wie het huwelijk beschouwt als
een partnerschap van twee gelijkwaardige partijen17
mag een grotere rol toedichten aan partijautonomie.
Dit past bij de hedendaagse praktijk waarin niet één
ideaal model van de familie bestaat, maar het recht
een diversiteit van samenlevingsvormen erkent. Zo
beschouwd staat niets in de weg aan het introduceren van een tijdelijk huwelijk.
Prof. dr. J.M. Smits*
14. Vgl. M.M. Ertman, Marital contracting in a post-Windsor
world, Florida State University Law Review 42 (2015),
p. 481 en J.M. Smits, Advanced Introduction to Private Law,
Cheltenham 2017, p. 83 v.
15. F.W. Maitland, Introduction, in: O. Gierke, Political
Theories of the Middle Age, Cambridge 1900, p. xxiv.
16. M.M. Ertman, Love’s Promises: How Formal & Informal
Contracts Shape All Kinds of Families, Boston 2015, p. xii.
17. Zie C.J. Frantz & H. Dagan, Properties of Marriage,
Columbia Law Review 104 (2004), p. 75.
*
19 november 2016/7127
W.P.N.R
Hoogleraar Europees Privaatrecht aan de Universiteit
Maastricht.
937