Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                

Mod ComplexeGetallen

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 15

Hoofdstuk 1

Complexe getallen

1.1 Definitie

1.1.1 De verzameling van de complexe getallen

De complexe getallen zijn al behoorlijk oud; in de zestiende eeuw doken ze op bij het oplossen
van belangrijke problemen van algebraïsche vergelijkingen.
We voeren een nieuw (niet reëel) getal 𝑖 in en we eisen dat 𝑖2 = −1.
Complexe getallen zijn getallen van de vorm

𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖,

waarbij 𝑎 en 𝑏 reële getallen zijn. We zeggen dat 𝑎 het reële deel en 𝑏 het imaginaire deel is van
het complex getal 𝑧. Voorbeeld: Bij het complex getal 𝑧 = 3 − 𝑖 is het reële deel gelijk aan 3, het
imaginaire deel is -1. We zeggen dat 𝑧 = 2 een zuiver reëel getal is, aangezien het imaginaire
deel nul is. We zeggen dat 𝑧 = 3𝑖 een zuiver imaginair getal is aangezien het reële deel nul is.
De verzameling van de complexe getallen noteren we als

ℂ = {𝑎 + 𝑏𝑖 | 𝑎, 𝑏 ∈ ℝ}.

De reële getallen zijn een deelverzameling van de complexe getallen, 𝑎 ∈ ℝ kan je schrijven als
𝑎 + 0.𝑖.
Het complex toegevoegde getal van 𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖 wordt gedefinieerd als

𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖 = 𝑎 − 𝑏𝑖.

Voorbeeld: het complex getal 5 + 6𝑖 heeft als complex toegevoegde 5 − 6𝑖, we veranderen het
imaginair deel van teken.

1.1.2 Meetkundige voorstelling

Complexe getallen kunnen we voorstellen in een assenstelsel, de 𝑥-as is de reële as en de 𝑦-as


is de imaginaire as. Met elk complex getal 𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖 komt er zo één punt in het vlak overeen,
nl. het punt met coördinaten (𝑎, 𝑏): op de 𝑥-as kies je de waarde 𝑎 en op de 𝑦-as de waarde 𝑏
(zie Figuur 1.1).

1
Figuur 1.1: Meetkundige voorstelling van een complex getal 𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖

Het complex toegevoegde getal van 𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖 kunnen we grafisch bekomen door het corres-
ponderende punt te spiegelen om de reële 𝑥-as (zie Figuur 1.2).

Figuur 1.2: Toegevoegde van een complex getal

1.2 Bewerkingen
We vertrekken van de gewone rekenregels die ook voor reële getallen gelden.

1.2.1 Gelijkheid

𝑎 + 𝑏𝑖 = 𝑐 + 𝑑𝑖 ⇔ 𝑎 = 𝑐 en 𝑏 = 𝑑

1.2.2 Optellen

(𝑎 + 𝑏𝑖) + (𝑐 + 𝑑𝑖) = (𝑎 + 𝑐) + (𝑏 + 𝑑)𝑖


vb. (3 + 2𝑖) + (5 − 7𝑖) = (3 + 5) + (2 − 7)𝑖 = 8 − 5𝑖

2
1.2.3 Vermenigvuldigen

Werk telkens de haakjes weg en vervang 𝑖2 door −1.

(𝑎 + 𝑏𝑖)(𝑐 + 𝑑𝑖) = 𝑎𝑐 + 𝑎𝑑𝑖 + 𝑏𝑖𝑐 + 𝑏𝑖𝑑𝑖


= 𝑎𝑐 + 𝑎𝑑𝑖 + 𝑏𝑐𝑖 − 𝑏𝑑
= (𝑎𝑐 − 𝑏𝑑) + (𝑎𝑑 + 𝑏𝑐)𝑖

vb. (1 + 2𝑖).(3 + 4𝑖) = 1.3 + 1.4𝑖 + 2𝑖.3 + 2𝑖.4𝑖 = 3 + 4𝑖 + 6𝑖 + 8𝑖2 = 3 + 10𝑖 − 8 = −5 + 10𝑖
Speciaal geval

(𝑎 + 𝑏𝑖)(𝑎 + 𝑏𝑖) = (𝑎 + 𝑏𝑖)(𝑎 − 𝑏𝑖) = 𝑎2 − (𝑏𝑖)2 = 𝑎2 + 𝑏2

vb. (2 − 3𝑖)(2 − 3𝑖) = (2 − 3𝑖)(2 + 3𝑖) = 22 − (3𝑖)2 = 4 + 9 = 13

1.2.4 Delen

Teller en noemer worden vermenigvuldigd met de complex toegevoegde van de noemer.

𝑎 + 𝑏𝑖 𝑎 + 𝑏𝑖 𝑐 − 𝑑𝑖 𝑎𝑐 − 𝑎𝑑𝑖 + 𝑏𝑐𝑖 − 𝑏𝑑𝑖2 𝑎𝑐 + 𝑏𝑑 −𝑎𝑑 + 𝑏𝑐


= . = = 2 + 2 𝑖
𝑐 + 𝑑𝑖 𝑐 + 𝑑𝑖 𝑐 − 𝑑𝑖 𝑐 2 − (𝑑𝑖)2 𝑐 + 𝑑2 𝑐 + 𝑑2
7 + 24𝑖 7 + 24𝑖 4 − 3𝑖 (7 + 24𝑖)(4 − 3𝑖) 7.4 − 7.3𝑖 + 4.24𝑖 − 24𝑖.3𝑖
vb. = . = =
4 + 3𝑖 4 + 3𝑖 4 − 3𝑖 42 + 32 25
100 + 75𝑖 100 75𝑖
= = + = 4 + 3𝑖
25 25 25

1.2.5 Machtsverheffing

(𝑎 + 𝑏𝑖)𝑛 = (𝑎 + 𝑏𝑖)(𝑎 + 𝑏𝑖) … (𝑎 + 𝑏𝑖)


⏟⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏟⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏞⏟
n factoren
vb. (4 + 2𝑖)2 = 42 + 2.4.2𝑖 + (2𝑖)2 = 16 + 16𝑖 − 4 = 12 + 16𝑖
(4 + 2𝑖)3 = (4 + 2𝑖)(4 + 2𝑖)2 = (4 + 2𝑖)(12 + 16𝑖) = 48 + 64𝑖 + 24𝑖 + 32𝑖2
= 48 − 32 + (64 + 24)𝑖 = 16 + 88𝑖

Klik hier voor de oefeningen.

1.3 Goniometrische vorm / Poolcoördinaten


Zoals eerder vermeld kan een complex getal 𝑎 + 𝑏𝑖 voorgesteld worden door het punt met coör-
dinaten (𝑎, 𝑏). Als we 𝑎 en 𝑏 kennen dan is het punt in het vlak uniek bepaald. Er is echter een
alternatieve manier om dit punt te bepalen, we dienen te kennen de lengte 𝑟 van het lijnstuk van
de oorsprong tot het punt (𝑎, 𝑏) en de hoek 𝜑 die het lijnstuk met de positieve 𝑥-as maakt.

3
• De modulus 𝑟 van een complex getal is de afstand van dat getal √
tot de oorsprong, uit de
stelling van Pythagoras (zie Module Goniometrie) volgt dat 𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 .
• De hoek 𝜑 noemen we het argument van het complex getal en −𝜋 < 𝜑 ≤ 𝜋.
• Het koppel (𝑟, 𝜑) worden de poolcoördinaten van het complex getal genoemd, het koppel
(𝑎, 𝑏) noemt men de cartesische coördinaten.

Het verband tussen poolcoördinaten en cartesische coördinaten is


𝑎
cos 𝜑 = ⇒ 𝑎 = 𝑟 cos 𝜑
𝑟
𝑏
sin 𝜑 = ⇒ 𝑏 = 𝑟 sin 𝜑
𝑟
Deze uitdrukkingen volgen uit de formules in rechthoekige driehoeken (zie Module Goniome-
trie).
Dus kunnen we schrijven dat
𝑎 + 𝑏𝑖 = 𝑟(cos 𝜑 + 𝑖 sin 𝜑).
Vb. Het getal −2 + 2𝑖 kan geschreven worden in goniometrische vorm.
We berekenen eerst de modulus
√ √ √ √
𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 = (−2)2 + 22 = 8 = 2 2
We bereken het argument 𝜑 door zowel cos 𝜑 en sin 𝜑 te berekenen:

𝑎 −2 1 2
cos 𝜑 = = √ = − √ = −
𝑟 2 2 2 2

𝑏 2 1 2
sin 𝜑 = = √ = √ =
𝑟 2 2 2 2
3𝜋
⇒𝜑=
4
De goniometrische vorm is dus:
√ ( 3𝜋 3𝜋
)
−2 + 2𝑖 = 2 2 cos + 𝑖 sin
4 4

Klik hier voor de oefeningen.

4
1.4 Formule van de Moivre

1.4.1 Formule van de Moivre

Voor elke hoek 𝜑 geldt

(cos 𝜑 + 𝑖 sin 𝜑)𝑛 = cos 𝑛𝜑 + 𝑖 sin 𝑛𝜑 𝑛 ∈ ℤ.



𝜋 𝜋 5 5𝜋 5𝜋 1 3
vb. (cos + 𝑖 sin ) = cos + 𝑖 sin = − 𝑖
3 3 3 3 2 2

1.4.2 Machtsverheffing van complexe getallen

De 𝑛-de macht van een complex getal in polaire vorm is


( )𝑛
𝑟(cos 𝜑 + 𝑖 sin 𝜑) = 𝑟𝑛 (cos 𝑛𝜑 + 𝑖 sin 𝑛𝜑) 𝑛 ∈ ℤ.

( ) √
𝜋 𝜋 5 5𝜋 5𝜋 1 3
vb. 2(cos + 𝑖 sin ) = 25 (cos + 𝑖 sin ) = 32( − 𝑖) = 16 − 16 3𝑖
3 3 3 3 2 2
Klik hier voor de oefeningen.

1.5 Oplossen van vierkantsvergelijkingen met complexe wor-


tels
Een vergelijking van de vorm 𝑎𝑥2 + 𝑏𝑥 + 𝑐 = 0 lossen we op door de discriminant te berekenen:
𝐷 = 𝑏2 − 4𝑎𝑐.
Als 𝐷 ≥ 0, dan wordt de oplossing gegeven door

−𝑏 ± 𝐷
𝑥= .
2𝑎
Als 𝐷 < 0, dan heeft de vergelijking geen reële oplossingen maar twee complexe oplossingen,
die elkaars toegevoegde zijn.
De oplossing wordt opnieuw gegeven door

−𝑏 ± 𝐷
𝑥= ;
2𝑎
√ √ √ √
omdat 𝐷 negatief is, kunnen we 𝐷 schrijven als 𝐷 = −𝐷.𝑖2 = −𝐷.𝑖.
Voor de oplossing vinden we dan

−𝑏 ± −𝐷.𝑖
𝑥= .
2𝑎
Voorbeeld

𝑥2 + 2𝑥 + 3 = 0

5
𝐷 = 𝑏2 − 4𝑎𝑐 = 22 − 4.1.3 = 4 − 12 = −8
√ √ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 −2 + −(−8).𝑖 −2 + 2 2.𝑖 √
𝑥1 = = = = −1 + 2𝑖
2𝑎 2.1 2
√ √ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 −2 − −(−8).𝑖 −2 − 2 2.𝑖 √
𝑥2 = = = = −1 − 2𝑖
2𝑎 2.1 2
√ √
𝑉 = {−1 + 2𝑖, −1 − 2𝑖}

Klik hier voor de oefeningen.

6
Hoofdstuk 2

Oefeningen complexe getallen

2.1 Bewerkingen met complexe getallen


Bereken

1. (3 + 4𝑖) + (7 + 12𝑖) = Klik voor de oplossing.


2. (−7 + 4𝑖) + (3 − 2𝑖) = Klik voor de oplossing.
3. 𝑖3 = Klik voor de oplossing.
4. 4(5 + 2𝑖) − 3(8𝑖) = Klik voor de oplossing.
5. (5 + 2𝑖).(−3 − 8𝑖) = Klik voor de oplossing.

6. (2 + 6𝑖).(2 + 6𝑖) = Klik voor de oplossing.


7. (−9 + 7𝑖)−1 = Klik voor de oplossing.
17 − 6𝑖
8. = Klik voor de oplossing.
2 + 8𝑖
2 + 8𝑖
9. = Klik voor de oplossing.
17 − 6𝑖
10. (6 + 𝑖)3 = Klik voor de oplossing.

Terug naar de theorie.

2.2 Goniometrische vorm


Geef van volgende complexe getallen de goniometrische vorm

1. 3 − 3𝑖 Klik voor de oplossing.



2. −2 + 2 3𝑖 Klik voor de oplossing.

Terug naar de theorie.

7
2.3 Formule van de Moivre
Bereken en schrijf zo eenvoudig mogelijk

1. (cos 4𝜋 + 𝑖 sin 4𝜋)4 Klik voor de oplossing.


( )
2𝜋 2𝜋 7
2. 2(cos + 𝑖 sin ) Klik voor de oplossing.
3 3

Zet de volgende complexe getallen eerst om in goniometrische vorm, bereken dan de gevraagde
macht en schrijf zo eenvoudig mogelijk.

1. (1 + 𝑖)6 = Klik voor de oplossing.



2. (−1 + 3𝑖)10 = Klik voor de oplossing.

Terug naar de theorie.

2.4 Vierkantsvergelijkingen met complexe wortels


Los op

1. 𝑥2 − 8𝑥 + 20 = 0 Klik voor de oplossing.

2. 2𝑥2 − 8𝑥 + 14 = 0 Klik voor de oplossing.

3. 3𝑥2 + 2𝑥 + 6 = 0 Klik voor de oplossing.

4. −3𝑥2 + 6𝑥 − 7 = 0 Klik voor de oplossing.

Terug naar de theorie.

8
Hoofdstuk 3

Oplossingen complexe getallen

3.1 Bewerkingen met complexe getallen


Oplossing oefening 1:

(3 + 4𝑖) + (7 + 12𝑖) = (3 + 7) + (4 + 12)𝑖 = 10 + 16𝑖

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 2:

(−7 + 4𝑖) + (3 − 2𝑖) = (−7 + 3) + (4 − 2)𝑖 = −4 + 2𝑖

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 3:

𝑖3 = 𝑖2 .𝑖 = −1.𝑖 = −𝑖

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 4:

4(5 + 2𝑖) − 3(8𝑖) = (20 + 8𝑖) − 24𝑖 = 20 + (8 − 24)𝑖 = 20 − 16𝑖

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

9
Oplossing oefening 5:

(5 + 2𝑖).(−3 − 8𝑖) = 5.(−3) + 5.(−8𝑖) + 2𝑖.(−3) + 2𝑖.(−8𝑖) = −15 − 40𝑖 − 6𝑖 − 16𝑖2

= −15 − 16.(−1) − 40𝑖 − 6𝑖 = −15 + 16 − 46𝑖 = 1 − 46𝑖

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 6:

(2 + 6𝑖).(2 + 6𝑖) = (2 + 6𝑖).(2 − 6𝑖) = 2.2 + 2.(−6𝑖) + 6𝑖.2 + 6𝑖.(−6𝑖)

= 4 − 12𝑖 + 12𝑖 − 36𝑖2 = 4 + 36 = 40


of

(2 + 6𝑖).(2 + 6𝑖) = (2 + 6𝑖).(2 − 6𝑖) = 22 − (6𝑖)2 = 22 − 62 𝑖2 = 22 + 62 = 4 + 36 = 40

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 7:

1 1.(−9 − 7𝑖) −9 − 7𝑖 −9 − 7𝑖
(−9 + 7𝑖)−1 = = = 2 2
=
−9 + 7𝑖 (−9 + 7𝑖).(−9 − 7𝑖) (−9) − (7𝑖) (−9)2 + 72
−9 − 7𝑖 9 7
= =− − 𝑖
130 130 130
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 8:

17 − 6𝑖 (17 − 6𝑖)(2 − 8𝑖) 17.2 + 17.(−8𝑖) − 6𝑖.2 − 6𝑖.(−8𝑖) 34 − 136𝑖 − 12𝑖 + 48𝑖2
= = =
2 + 8𝑖 (2 + 8𝑖)(2 − 8𝑖) 22 − (8𝑖)2 22 + 8 2
34 − 48 − (136 + 12)𝑖 −14 − 148𝑖 14 148 7 37
= = =− − 𝑖=− − 𝑖
4 + 64 68 68 68 34 17
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 9:

2 + 8𝑖 (2 + 8𝑖)(17 + 6𝑖) 2.17 + 2.6𝑖 + 8𝑖.17 + 8𝑖.6𝑖 34 + 12𝑖 + 136𝑖 + 48𝑖2


= = =
17 − 6𝑖 (17 − 6𝑖)(17 + 6𝑖) 172 − (6𝑖)2 172 + 62

10
34 − 48 + 148𝑖 −14 + 148𝑖 14 148
= = =− + 𝑖
289 + 36 325 325 325
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 10:

(6 + 𝑖)3 = (6 + 𝑖)2 .(6 + 𝑖) = (62 + 2.6.𝑖 + 𝑖2 )(6 + 𝑖) = (36 − 1 + 12𝑖)(6 + 𝑖) = (35 + 12𝑖)(6 + 𝑖)

= 210 + 72𝑖 + 35𝑖 + 12𝑖2 = 198 + 107𝑖

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 1: Het getal 3 − 3𝑖 schrijven in goniometrische vorm
√ √ √ √ √
𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 = 32 + (−3)2 = 9 + 9 = 18 = 3 2

𝑎 3 1 2
cos 𝜑 = = √ = √ =
𝑟 3 2 2 2

𝑏 −3 1 2
sin 𝜑 = = √ = − √ = −
𝑟 3 2 2 2
𝜋
⇒𝜑=−
4
√ ( ( 𝜋) ( ))
𝜋
3 − 3𝑖 = 3 2 cos − + 𝑖 sin −
4 4
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

3.2 Goniometrische vorm



Oplossing oefening 2: Het getal −2 + 2 3𝑖 schrijven in goniometrische vorm
√ √ √ √ √
𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 = (−2)2 + (2 3)2 = 4 + 12 = 16 = 4

𝑎 −2 1
cos 𝜑 = = =−
𝑟 4 2
√ √
𝑏 2 3 3
sin 𝜑 = = =
𝑟 4 2
2𝜋
⇒𝜑=
3

11
√ ( )
2𝜋 2𝜋
−2 + 2 3𝑖 = 4 cos + 𝑖 sin
3 3
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

3.3 Formule van de Moivre


Oplossing oefening 1:

(cos 4𝜋 + 𝑖 sin 4𝜋)4 = cos (4.4𝜋) + 𝑖 sin (4.4𝜋) = cos 16𝜋 + 𝑖 sin 16𝜋

= cos 0 + 𝑖 sin 0 = 1 + 0.𝑖 = 1


of als controle

(cos 4𝜋 + 𝑖 sin 4𝜋)4 = (1 + 0.𝑖)4 = 14 = 1

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 2:
( )
2𝜋 2𝜋 7 7.2𝜋 7.2𝜋 14𝜋 14𝜋
2(cos + 𝑖 sin ) = 27 (cos + 𝑖 sin ) = 128(cos + 𝑖 sin )
3 3 3 3 3 3

2𝜋 2𝜋 1 3 √
= 128(cos + 𝑖 sin ) = 128(− + 𝑖. ) = 64(−1 + 3𝑖)
3 3 2 2
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 1:

(1 + 𝑖)6 =

Goniometrische vorm
√ √ √
𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 = 12 + 12 = 2

𝑎 1 2
cos 𝜑 = = √ =
𝑟 2 2

𝑏 1 2
sin 𝜑 = = √ =
𝑟 2 2
𝜋
⇒𝜑=
4
12
Uitwerking van de macht
(√ ) (√ )6
6 𝜋 𝜋 6 6𝜋 6𝜋
(1 + 𝑖) = 2(cos + 𝑖 sin ) = 2 (cos + 𝑖 sin )
4 4 4 4
3𝜋 3𝜋 𝜋 𝜋
= 8(cos + 𝑖 sin ) = 8(cos (− ) + 𝑖 sin (− )) = 8(0 − 1.𝑖) = −8𝑖
2 2 2 2
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 2:

(−1 + 3𝑖)10 =

Goniometrische vorm
√ √ √ √
𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 = (−1)2 + ( 3)2 = 4 = 2

𝑎 1
cos 𝜑 = =−
𝑟 2

𝑏 3
sin 𝜑 = =
𝑟 2
2𝜋
⇒𝜑=
3
Uitwerking van de macht
√ ( )
2𝜋 2𝜋 10 10.2𝜋 10.2𝜋
(−1 + 3𝑖)10 = 2(cos + 𝑖 sin ) = 210 (cos + 𝑖 sin )
3 3 3 3
20𝜋 20𝜋 2𝜋 2𝜋
= 1024(cos + 𝑖 sin ) = 1024(cos + 𝑖 sin )
3 3 3 3

1 3 √
= 1024(− + 𝑖) = −512 + 512 3𝑖
2 2
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

3.4 Vierkantsvergelijkingen met complexe wortels


Oplossing oefening 1:

𝑥2 − 8𝑥 + 20 = 0

𝐷 = 𝑏2 − 4𝑎𝑐 = (−8)2 − 4.1.20 = 64 − 80 = −16

13
√ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 8 + −(−16).𝑖 8 + 4.𝑖
𝑥1 = = = = 4 + 2𝑖
2𝑎 2.1 2
√ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 8 − −(−16).𝑖 8 − 4.𝑖
𝑥2 = = = = 4 − 2𝑖
2𝑎 2.1 2
𝑉 = {4 + 2𝑖, 4 − 2𝑖}

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 2:

2𝑥2 − 8𝑥 + 14 = 0

𝐷 = 𝑏2 − 4𝑎𝑐 = (−8)2 − 4.2.14 = 64 − 112 = −48


√ √ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 8 + −(−48).𝑖 8 + 4 3.𝑖 √
𝑥1 = = = = 2 + 3𝑖
2𝑎 2.2 4
√ √ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 8 − −(−48).𝑖 8 − 4 3.𝑖 √
𝑥2 = = = = 2 − 3𝑖
2𝑎 2.2 4
√ √
𝑉 = {2 + 3𝑖, 2 − 3𝑖}

Terug naar de oefeningen.


Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 3:

3𝑥2 + 2𝑥 + 6 = 0

𝐷 = 𝑏2 − 4𝑎𝑐 = 22 − 4.3.6 = 4 − 72 = −68


√ √ √ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 −2 + −(−68).𝑖 −2 + 2 17.𝑖 1 17
𝑥1 = = = =− + 𝑖
2𝑎 2.3 6 3 3
√ √ √ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 −2 − −(−68).𝑖 −2 − 2 17.𝑖 1 17
𝑥2 = = = =− − 𝑖
2𝑎 2.3 6 3 3
√ √
1 17 1 17
𝑉 = {− + 𝑖, − − 𝑖}
3 3 3 3
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

Oplossing oefening 4:

−3𝑥2 + 6𝑥 − 7 = 0

𝐷 = 𝑏2 − 4𝑎𝑐 = 62 − 4.(−3).(−7) = 36 − 84 = −48

14
√ √ √ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 −6 + −(−48).𝑖 −6 + 4 3.𝑖 2 3
𝑥1 = = = =1− 𝑖
2𝑎 2.(−3) −6 3
√ √ √ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 −6 − −(−48).𝑖 −6 − 4 3.𝑖 2 3
𝑥2 = = = =1+ 𝑖
2𝑎 2.(−3) −6 3
√ √
2 3 2 3
𝑉 = {1 − 𝑖, 1 + 𝑖}
3 3
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.

15

You might also like