Mod ComplexeGetallen
Mod ComplexeGetallen
Mod ComplexeGetallen
Complexe getallen
1.1 Definitie
De complexe getallen zijn al behoorlijk oud; in de zestiende eeuw doken ze op bij het oplossen
van belangrijke problemen van algebraïsche vergelijkingen.
We voeren een nieuw (niet reëel) getal 𝑖 in en we eisen dat 𝑖2 = −1.
Complexe getallen zijn getallen van de vorm
𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖,
waarbij 𝑎 en 𝑏 reële getallen zijn. We zeggen dat 𝑎 het reële deel en 𝑏 het imaginaire deel is van
het complex getal 𝑧. Voorbeeld: Bij het complex getal 𝑧 = 3 − 𝑖 is het reële deel gelijk aan 3, het
imaginaire deel is -1. We zeggen dat 𝑧 = 2 een zuiver reëel getal is, aangezien het imaginaire
deel nul is. We zeggen dat 𝑧 = 3𝑖 een zuiver imaginair getal is aangezien het reële deel nul is.
De verzameling van de complexe getallen noteren we als
ℂ = {𝑎 + 𝑏𝑖 | 𝑎, 𝑏 ∈ ℝ}.
De reële getallen zijn een deelverzameling van de complexe getallen, 𝑎 ∈ ℝ kan je schrijven als
𝑎 + 0.𝑖.
Het complex toegevoegde getal van 𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖 wordt gedefinieerd als
𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖 = 𝑎 − 𝑏𝑖.
Voorbeeld: het complex getal 5 + 6𝑖 heeft als complex toegevoegde 5 − 6𝑖, we veranderen het
imaginair deel van teken.
1
Figuur 1.1: Meetkundige voorstelling van een complex getal 𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖
Het complex toegevoegde getal van 𝑧 = 𝑎 + 𝑏𝑖 kunnen we grafisch bekomen door het corres-
ponderende punt te spiegelen om de reële 𝑥-as (zie Figuur 1.2).
1.2 Bewerkingen
We vertrekken van de gewone rekenregels die ook voor reële getallen gelden.
1.2.1 Gelijkheid
𝑎 + 𝑏𝑖 = 𝑐 + 𝑑𝑖 ⇔ 𝑎 = 𝑐 en 𝑏 = 𝑑
1.2.2 Optellen
2
1.2.3 Vermenigvuldigen
vb. (1 + 2𝑖).(3 + 4𝑖) = 1.3 + 1.4𝑖 + 2𝑖.3 + 2𝑖.4𝑖 = 3 + 4𝑖 + 6𝑖 + 8𝑖2 = 3 + 10𝑖 − 8 = −5 + 10𝑖
Speciaal geval
1.2.4 Delen
1.2.5 Machtsverheffing
3
• De modulus 𝑟 van een complex getal is de afstand van dat getal √
tot de oorsprong, uit de
stelling van Pythagoras (zie Module Goniometrie) volgt dat 𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 .
• De hoek 𝜑 noemen we het argument van het complex getal en −𝜋 < 𝜑 ≤ 𝜋.
• Het koppel (𝑟, 𝜑) worden de poolcoördinaten van het complex getal genoemd, het koppel
(𝑎, 𝑏) noemt men de cartesische coördinaten.
4
1.4 Formule van de Moivre
𝑥2 + 2𝑥 + 3 = 0
5
𝐷 = 𝑏2 − 4𝑎𝑐 = 22 − 4.1.3 = 4 − 12 = −8
√ √ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 −2 + −(−8).𝑖 −2 + 2 2.𝑖 √
𝑥1 = = = = −1 + 2𝑖
2𝑎 2.1 2
√ √ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 −2 − −(−8).𝑖 −2 − 2 2.𝑖 √
𝑥2 = = = = −1 − 2𝑖
2𝑎 2.1 2
√ √
𝑉 = {−1 + 2𝑖, −1 − 2𝑖}
6
Hoofdstuk 2
7
2.3 Formule van de Moivre
Bereken en schrijf zo eenvoudig mogelijk
Zet de volgende complexe getallen eerst om in goniometrische vorm, bereken dan de gevraagde
macht en schrijf zo eenvoudig mogelijk.
8
Hoofdstuk 3
𝑖3 = 𝑖2 .𝑖 = −1.𝑖 = −𝑖
9
Oplossing oefening 5:
1 1.(−9 − 7𝑖) −9 − 7𝑖 −9 − 7𝑖
(−9 + 7𝑖)−1 = = = 2 2
=
−9 + 7𝑖 (−9 + 7𝑖).(−9 − 7𝑖) (−9) − (7𝑖) (−9)2 + 72
−9 − 7𝑖 9 7
= =− − 𝑖
130 130 130
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.
□
Oplossing oefening 8:
17 − 6𝑖 (17 − 6𝑖)(2 − 8𝑖) 17.2 + 17.(−8𝑖) − 6𝑖.2 − 6𝑖.(−8𝑖) 34 − 136𝑖 − 12𝑖 + 48𝑖2
= = =
2 + 8𝑖 (2 + 8𝑖)(2 − 8𝑖) 22 − (8𝑖)2 22 + 8 2
34 − 48 − (136 + 12)𝑖 −14 − 148𝑖 14 148 7 37
= = =− − 𝑖=− − 𝑖
4 + 64 68 68 68 34 17
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.
□
Oplossing oefening 9:
10
34 − 48 + 148𝑖 −14 + 148𝑖 14 148
= = =− + 𝑖
289 + 36 325 325 325
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.
□
Oplossing oefening 10:
(6 + 𝑖)3 = (6 + 𝑖)2 .(6 + 𝑖) = (62 + 2.6.𝑖 + 𝑖2 )(6 + 𝑖) = (36 − 1 + 12𝑖)(6 + 𝑖) = (35 + 12𝑖)(6 + 𝑖)
𝑎 −2 1
cos 𝜑 = = =−
𝑟 4 2
√ √
𝑏 2 3 3
sin 𝜑 = = =
𝑟 4 2
2𝜋
⇒𝜑=
3
11
√ ( )
2𝜋 2𝜋
−2 + 2 3𝑖 = 4 cos + 𝑖 sin
3 3
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.
□
(cos 4𝜋 + 𝑖 sin 4𝜋)4 = cos (4.4𝜋) + 𝑖 sin (4.4𝜋) = cos 16𝜋 + 𝑖 sin 16𝜋
(1 + 𝑖)6 =
Goniometrische vorm
√ √ √
𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 = 12 + 12 = 2
√
𝑎 1 2
cos 𝜑 = = √ =
𝑟 2 2
√
𝑏 1 2
sin 𝜑 = = √ =
𝑟 2 2
𝜋
⇒𝜑=
4
12
Uitwerking van de macht
(√ ) (√ )6
6 𝜋 𝜋 6 6𝜋 6𝜋
(1 + 𝑖) = 2(cos + 𝑖 sin ) = 2 (cos + 𝑖 sin )
4 4 4 4
3𝜋 3𝜋 𝜋 𝜋
= 8(cos + 𝑖 sin ) = 8(cos (− ) + 𝑖 sin (− )) = 8(0 − 1.𝑖) = −8𝑖
2 2 2 2
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.
□
Oplossing oefening 2:
√
(−1 + 3𝑖)10 =
Goniometrische vorm
√ √ √ √
𝑟 = 𝑎2 + 𝑏2 = (−1)2 + ( 3)2 = 4 = 2
𝑎 1
cos 𝜑 = =−
𝑟 2
√
𝑏 3
sin 𝜑 = =
𝑟 2
2𝜋
⇒𝜑=
3
Uitwerking van de macht
√ ( )
2𝜋 2𝜋 10 10.2𝜋 10.2𝜋
(−1 + 3𝑖)10 = 2(cos + 𝑖 sin ) = 210 (cos + 𝑖 sin )
3 3 3 3
20𝜋 20𝜋 2𝜋 2𝜋
= 1024(cos + 𝑖 sin ) = 1024(cos + 𝑖 sin )
3 3 3 3
√
1 3 √
= 1024(− + 𝑖) = −512 + 512 3𝑖
2 2
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.
□
𝑥2 − 8𝑥 + 20 = 0
13
√ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 8 + −(−16).𝑖 8 + 4.𝑖
𝑥1 = = = = 4 + 2𝑖
2𝑎 2.1 2
√ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 8 − −(−16).𝑖 8 − 4.𝑖
𝑥2 = = = = 4 − 2𝑖
2𝑎 2.1 2
𝑉 = {4 + 2𝑖, 4 − 2𝑖}
2𝑥2 − 8𝑥 + 14 = 0
3𝑥2 + 2𝑥 + 6 = 0
−3𝑥2 + 6𝑥 − 7 = 0
14
√ √ √ √
−𝑏 + −𝐷.𝑖 −6 + −(−48).𝑖 −6 + 4 3.𝑖 2 3
𝑥1 = = = =1− 𝑖
2𝑎 2.(−3) −6 3
√ √ √ √
−𝑏 − −𝐷.𝑖 −6 − −(−48).𝑖 −6 − 4 3.𝑖 2 3
𝑥2 = = = =1+ 𝑖
2𝑎 2.(−3) −6 3
√ √
2 3 2 3
𝑉 = {1 − 𝑖, 1 + 𝑖}
3 3
Terug naar de oefeningen.
Terug naar de theorie.
□
15