Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Spring til indhold

roepen

Fra Wiktionary

Nederlandsk

Udtale

Verbum

roepen

  1. at råbe

Bøjning

Lang tillægsform roepend
Førnutid hebben geroepen
Bydemåde roep(t)
ik jij/je, u hij, zij/ze, het wij/we, jullie, zij/ze
Nutid roep roept roept roepen
Datid riep riep riep riepen

Kilder

  • roepen“ i vanDale woordenboek