negatief

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Afrikaans

[edit]

Etymology

[edit]

From Dutch negatief, from Middle Dutch negatijf, from Middle French négatif, from Old French negatif, from Latin negātīvus.

Adjective

[edit]

negatief (attributive negatiewe, comparative negatiewer, superlative negatiefste)

  1. negative

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch negatijf, from Middle French négatif, from Old French negatif, from Latin negātīvus.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /ˌneː.xaːˈtif/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: ne‧ga‧tief
  • Rhymes: -if

Adjective

[edit]

negatief (comparative negatiever, superlative negatiefst)

  1. negative

Declension

[edit]
Declension of negatief
uninflected negatief
inflected negatieve
comparative negatiever
positive comparative superlative
predicative/adverbial negatief negatiever het negatiefst
het negatiefste
indefinite m./f. sing. negatieve negatievere negatiefste
n. sing. negatief negatiever negatiefste
plural negatieve negatievere negatiefste
definite negatieve negatievere negatiefste
partitive negatiefs negatievers

Derived terms

[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: negatief
  • Indonesian: negatif
  • Papiamentu: negatif

Noun

[edit]

negatief n (plural negatieven, diminutive negatiefje n)

  1. a negative, a negative image

Descendants

[edit]