ontmoeting
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From ontmoeten (“to meet”) + -ing.
Pronunciation
[edit]Audio: (file)
Noun
[edit]ontmoeting f (plural ontmoetingen, diminutive ontmoetinkje n)
From ontmoeten (“to meet”) + -ing.
Audio: | (file) |
ontmoeting f (plural ontmoetingen, diminutive ontmoetinkje n)