overblijfsel
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From overblijven + -sel.
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]overblijfsel n (plural overblijfselen or overblijfsels, diminutive overblijfseltje n)
Descendants
[edit]- Afrikaans: oorblyfsel
- → West Frisian: oerbliuwsel (calque)