ruimtevaarder
Jump to navigation
Jump to search
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From ruimte (“space”) + vaarder (“(male) farer”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]ruimtevaarder m (plural ruimtevaarders, diminutive ruimtevaardertje n, feminine ruimtevaarster)
- a (male) astronaut
- Synonyms: astronaut, kosmonaut
- De ruimtevaarder heeft maanden getraind voor zijn missie. ― The astronaut trained for months for his mission.
- Elke ruimtevaarder weet dat het reizen naar de ruimte gevaarlijk kan zijn. ― Every astronaut knows that traveling to space can be dangerous.
- Het leven van een ruimtevaarder vereist zowel fysieke als mentale voorbereiding. ― The life of an astronaut requires both physical and mental preparation.