zedenmeester
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From zede (“mores”) + -en- + meester (“instructor, master”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]zedenmeester m (plural zedenmeesters, diminutive zedenmeestertje n)
- (derogatory) moral guardian
- Synonyms: fatsoensrakker, moraalridder, zedelijkheidsapostel
Descendants
[edit]- Afrikaans: sedemeester