lekken
Étymologie
[modifier le wikicode]Verbe
[modifier le wikicode]lekken \Prononciation ?\ intransitif/transitif
- Fuir, être percé, faire eau.
Deze leiding lekt.
- Cette conduite fuit.
- (Sens figuré) Faire fuiter.
Naar de pers lekken.
- Baver à la presse.
Het document is gelekt naar de pers.
- Le document a été « fuité » à la presse.
Hij moet voor de rechter staan, omdat hij politie-informatie zou hebben gelekt.
- Il doit comparaître en justice, parce qu’il aurait fait fuiter des informations policières.
Info’s lekken.
- Filer des infos.
Taux de reconnaissance
[modifier le wikicode]- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 98,8 % des Flamands,
- 99,7 % des Néerlandais.
Prononciation
[modifier le wikicode]- (Région à préciser) : écouter « lekken [Prononciation ?] »
Références
[modifier le wikicode]- ↑ Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]