Vanaf de oprichting in 1914 tot aan het midden van de jaren vijftig was Volharding louter een Vierlingsbeekse aangelegenheid. Nadien werden ook de dorpen Maashees, Groeningen en Vortum-Mullem steeds nadrukkelijker bij Volharding betrokken en groeide de club steeds meer uit tot een regionale club. Niet alleen het aantal leden nam toe, ook sportief kwam de club vanaf dat moment op de kaart te staan.
[De opmars in de jaren '50/'60] Vanaf het einde van de jaren vijftig begint de club aan een opmars die haar tot een van de toonaangevende verenigingen in het Land van Cuijk maakt. Vanaf 1959 stoomt Volharding in één keer door naar de tweede klasse, destijds het op een na hoogste amateurniveau in Nederland. Dit door 1959 kampioen te worden in de vierde klasse (zonder promotie), in 1962 kampioen te worden van de vierde klasse (met promotie) en in 1963 kampioen te worden van de derde klasse (met promotie). In het seizoen 1963-1964 eindigt Volharding als derde in haar eerste seizoen in de tweede klasse en het seizoen daarop staan de Vierlingsbekenaren zelfs op de drempel van de eerste klasse. In Tegelen werd op bezoek bij Tiglieja (nu TSC '04) voor het oog van 5.000 toeschouwers de laatste competitiewedstrijd met 5-4 verloren. Hiermee werd de opmars van de vierde naar de eerste klasse gestuit.
[Jaren '70/'80: Van lokaal naar regionaal] Begin jaren zeventig maakten steeds meer regionale eerste elftal spelers hun opwachting bij de roodwitten uit Vierlingsbeek. Waar men in 1963 nog met louter eigen spelers voor het eerst in de geschiedenis tweedeklasser werd, hadden 18 jaar later ook regionale spelers hun aandeel toen Volharding op 23 mei 1981 voor het oog van 3.500 supporters de eerste klasse bereikte na een heroïsch duel met Venlosche Boys op sportpark de Wieën in Venray. Na de promotie in 1981 volgde twee jaar later de onvermijdelijke degradatie. Toch knokte Volharding zich weer terug door in 1986 ongeslagen kampioen te worden in de tweede klasse en te promoveren naar de eerste klasse.
[Op en neer in de jaren '90] Volharding bleef een eersteklasser totdat de club in het seizoen 1989-1990 door een overwinning in de laatste wedstrijd periodekampioen werd. Toen het daarna ook nog eens met 2-1 de beslissingswedstrijd tegen RKONS (nu VV Schaesberg) won, promoveerde de club voor het eerst in haar geschiedenis naar de op dat moment hoogste klasse in het amateurvoetbal: De Hoofdklasse. Hieruit degradeerde de club een jaar later weer direct naar de eerste klasse om een jaar later zelfs terug te zakken naar de tweede klasse. Echter duurde dit niet lang want na het kampioenschap in 1993 met de bijbehorende promotie, werden de roodwitten in 1996 nogmaals kampioen en speelde de club vanaf 1997 opnieuw in de Hoofdklasse. Toch ging het aan einde van de jaren 90 wederom mis. In 1998, een jaar na de promotie, zakte de club naar de eerste klasse, en weer een jaar later volgt degradatie naar de tweede klasse. Wat betekende dat Volharding in tien jaar tijd liefst zeven keer van klasse wisselde.
[21e eeuw] En even leek Volharding die trent van de jaren '90 door te zetten. Want de Vierlingsbekenaren begonnen het nieuwe millennium meteen goed door in 2000 kampioen te worden en te promoveren en zo dus voor de achtste keer in elf jaar tijd van klasse te wisselen. Maar niets was minder waar. Er volgde aanmerkelijk rustigere tijden. Na twee jaar in de eerste klasse zakte Volharding weer terug naar de tweede klasse. En daar verbleef de club voor VEERTIEN opeenvolgende seizoenen totdat de club zich in 2016 tot kampioen[2][3][4] van de tweede klasse H kroonde door directe concurrent RKSV Prinses Irene, in Nistelrode, in een rechtstreeks duel op de laatste speeldag met 4-0 te verslaan.
Na twee lastige jaren waarin het Nederlandse amateurvoetbal nagenoeg stil kwam te liggen door de Coronapandemie, sloeg Volharding in 2021-2022 hard toe. In het seizoen waarin voor het eerst de derby tegen Olympia'18 uit Boxmeer gespeeld werd (2-5 winst en 4-1 winst), was Volharding haast ongenaakbaar en werden de roodwitten op 3 speelrondes voor het einde kampioen[5][6][7] van de 2e klasse F.
In 1963 verhuisde RKVV Volharding naar het huidige sportpark Soetendaal (toen nog met twee velden). Tegenwoordig omvat het sportpark vijf speelvelden (waaronder 1 kunstgrasveld), een trainingshoek en een voetgolfbaan[8]. Drie van de velden zijn van verlichting voorzien. In 1996 werden de toen aanwezige gebouwen en tribune gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw met een stadionachtige uitstraling.
Waar Volharding in 1929 nog een klein onbeduidend clubje met 29 leden en slechts één elftal was, is men inmiddels uitgegroeid tot een vereniging van ongeveer 600 leden, met senioren, vrouwen, veteranen, junioren en pupillen teams. Het standaardelftal komt uit in de Eerste klasse F (zondag) van het district Zuid II (2023/24).