Prediker
Niet te verwarren met: prediker |
- Pre·di·ker
- van Duits Prediger en in de Bijbelvertaling van Luther van Hebreeuws קֹהֶלֶת en (Kohelet) "spreker tot een vergadering (van gelovigen)": prediker, als naam van een boek uit de Bijbel geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.P [1] [2] [3]
Prediker m
- (religie) boek in de Bijbel waarin de auteur probeert antwoorden op levensvragen te vinden
- Kohelet (Hebreeuws)
boeken in de christelijke Bijbel
- Genesis
- Exodus
- Leviticus
- Numeri
- Deuteronomium
- Jozua
- Rechters
- Ruth
- 1 Samuel
- 2 Samuel
- 1 Koningen
- 2 Koningen
- 1 Kronieken
- 2 Kronieken
- Ezra *
- Nehemia
- Ester *
- Job
- Psalmen
- Spreuken
- Prediker
- Hooglied
- Jesaja
- Jeremia
- Klaagliederen
- Ezechiël
- Daniël *
- Hosea
- Joël
- Amos
- Obadja
- Jona
- Micha
- Nahum
- Habakuk
- Sefanja
- Haggai
- Zacharia
- Maleachi
- Apocriefen
- aanvullingen op boeken
hiervoor gemarkeerd met *
1.
- Het woord Prediker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.