Sarcomeer
Het sarcomeer[1] of de contractiele eenheid[1] is de kleinste zich herhalende structuur die dient voor het samentrekken ('contractie') van spierweefsel.
Een sarcomeer is een bundel van twee verschillende microfilamenten: de relatief dikke myosine-filamenten bestaande uit het eiwit myosine en de dunnere actine-filamenten bestaande uit actine, tropomyosine en troponine. De actine- en myosinefilamenten overlappen elkaar deels, en kunnen actief ten opzichte van elkaar verschoven worden: als de spier samengetrokken is, dan is de overlap maximaal, en als de spier ontspannen is, dan is de overlap het kleinst.
Banden
[bewerken | brontekst bewerken]Onder een lichtmicroscoop zijn in een skeletspier afwisselend lichte en donkere banden zichtbaar. De lichte banden worden I-banden genoemd en bestaan uit actine. Elke I-band wordt in tweeën gedeeld door een schijf van eiwitten, die de actinefilamenten bijeen houden. Deze schijf wordt de Z-lijn genoemd. De donkere banden worden A-banden genoemd en bestaan uit myosine. Deze worden bijeen gehouden in het midden, wat de M-lijn wordt genoemd.
De actinefilamenten overlappen gedeeltelijk de myosinefilamenten aan beide uiteinden van de A-band. Als de spier in rust is, zal dit niet helemaal tot het midden van de A-band zijn. Hierdoor is de A-band in het midden iets lichter dan aan de beide uiteinden. Dit lichtere deel van de A-band heet de H-band.
Een sarcomeer is het zich herhalende gedeelte van Z-lijn tot Z-lijn. Een lange keten van sarcomeren wordt een myofibril genoemd; een bundel van myofibrillen vormt op zijn beurt een spiervezel, en een bundel van spiervezels vormt - samen met onder andere pezen, bloedvaten, zenuwen en bindweefsel - een spier.
Samentrekking
[bewerken | brontekst bewerken]Het samentrekken van spieren vindt plaats in de A-band. Bij deze beweging bindt het myosine aan de actinefilamenten. Dit gebeurt door de vrijmaking van calciumionen uit het sarcoplasmatisch reticulum. Deze vrijzetting van Ca2+ is een direct gevolg van een actiepotentiaal die vanuit een zenuwuiteinde langs de T-tubulus naar het sarcoplasmatisch reticulum werd geleid. Eens de myosine en actinefilamenten aan elkaar zijn gebonden, zal de actine dichter naar de M-streep worden getrokken. Het gevolg is dat de myofibril samentrekt en de I-band kleiner wordt.