Aquileia
Gemeente in Italië | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Regio | Friuli-Venezia Giulia (FVG) | ||
Provincie | Udine (UD) | ||
Coördinaten | 45° 46′ NB, 13° 22′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 36,8 km² | ||
Inwoners (1 januari 2023) |
3.128[1] (93 inw./km²) | ||
Hoogte | 5 m | ||
Overig | |||
Postcode | 33051 | ||
Netnummer | 0431 | ||
Beschermheilige | Santi Ermacora e Fortunato | ||
Naam inwoner | aquileiesi | ||
ISTAT-code | 030004 | ||
Website | http://www.comune.aquileia.ud.it | ||
|
Archaeological Area and the Patriarchal Basilica of Aquileia | ||
---|---|---|
Werelderfgoed cultuur | ||
Land | Italië | |
UNESCO-regio | Europa en Noord-Amerika | |
Criteria | iii, iv, vi | |
Inschrijvingsverloop | ||
UNESCO-volgnr. | 825 | |
Inschrijving | 1998 (22e sessie) | |
UNESCO-werelderfgoedlijst |
Aquileia (Friulaans: Acuilee, Sloveens: Oglej), is een Italiaanse gemeente en Oud-Romeinse keizerlijke stad in de provincie Udine (regio Friuli-Venezia Giulia). De stad ligt aan het hoofd van de Adriatische Zee, grenzend aan de lagunes, zo’n 6 kilometer van de zee, aan de rivier de Natiso (Italiaans: Natisone) die enigszins van haar vroegere loop is afgeweken in de loop der eeuwen. De basiliek van Aquileia en de archeologische zone staan op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
In de 21ste eeuw is het een kleine gemeente van ongeveer 3.500 inwoners, maar het was vooraanstaand en rijk in de klassieke oudheid als een van de grootste steden van de wereld met een bevolking van naar schatting 100.000 inwoners in de 2de eeuw.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Aquileia is gesticht in het jaar 181 v.Chr. als een grensfort in het noordoosten, niet ver van de plek waar twee jaar daarvoor de Gallische Carni binnengevallen waren en een poging gedaan hadden een nederzetting te bouwen. Drie magistraten leidden de kolonie, twee met de titel van consul en één met die van praetor. De 3000 pedites (infanteristen) vormden de ruggengraat van de nederzetting.
Communicatie was mogelijk over de in 173 v.Chr. aangelegde weg naar Bonania en daarna met Genua in 148 v.Chr. langs de Via Postumia, een weg die door Cremona, Badriacum en Altinum liep. Verbeterde communicatie was mogelijk dankzij de in 132 v.Chr. aangelegde Via Popilia van Ariminum naar Ad Portum vlak bij Altinum.
Vele belangrijke wegen naar het noordoosten van het Romeinse Rijk begonnen hier, zoals de (Via Iulia Augusta) door Iulium Carnicum naar Veldidena (het huidige Wilten, vlak bij Innsbruck), vanwaar het afsplitste naar Noricum langs Virunum (Klagenfurt) naar Laurieum (Lorch (Italië)) aan de Donau, de weg naar Pannonia, langs Aemona (Ljubljana)[2] en Sirmium (Mitrowitz, Sremska Mitrovica), en de route naar Tergeste (Triëst) en de Istrische kust.
In 169 v.Chr. vestigden 1300 families zich hier ter versterking van het garnizoen. De ontdekking van goudaderen in het huidige Klagenfurt in 130 v.Chr.[3] versterkte de belangrijke positie van Aquileia, het was niet langer slechts een strategische plek, maar ook een centrum voor de handel, voornamelijk in agrarische producten.
Aquileia was oorspronkelijk een Romeinse kolonie maar in 90 v.Chr. kreeg het de status van municipium. Tijdens de heerschappij van Augustus werd de stad geplunderd, maar daarna wist zij zichzelf weer op te bouwen. Augustus bezocht de stad tijdens de Pannonische oorlogen.
In 167 kwam de stad onder zware druk te liggen tijdens de oorlog tegen de Marcomanni; langdurige vrede had verloedering van de fortificaties met zich meegebracht. In 238 werden de fortificaties snel verstevigd De stad koos de zijde van de Senaat tegen keizer Maximinus. De muren hielden maanden stand tot aan de moord op Maximus.
De vierde eeuw was de bloeiperiode van Aquileia; het werd een marinebasis en waarschijnlijk de zetel voor de corrector Venetiarum et Histriae. Een muntgebouw werd in Aquileia gebouwd; hier zijn vele munten geslagen. De bisschop verkreeg de titel patriarch en in 381 werden de Raden van Aquileia opgezet, die in de latere eeuwen nog vaak bijeen kwam om te vergaderen.
Een keizerlijk paleis werd hier gebouwd, waar de keizers na Diocletianus vaak verbleven; de stad speelde een rol in de strijd tussen de Romeinse heersers in de 4e eeuw. Tegen het einde van de vierde eeuw vernoemde Ausonius de stad als de negende stad van de wereld, na o.a. Rome, Mediolanum en Capua en hij noemde Aquileia moenibus et portu celeberrima.
In 452 werd Aquileia echter vernietigd door Attila, de aanvoerder van de Hunnen. Toch bleef de stad bestaan tot de invasie van de Lombarden in 568. Hierna werd het patriarchaat verplaatst naar Grado.
In 606 was het diocees verdeeld tussen twee patriarchaten. Dat van Aquileia, beschermd door de Lombarden, werd nieuw leven ingeroepen, en dat van Grado, beschermd door de exarch van Ravenna en later door de doges van Venetië. In 1027 en 1044 werd Grado geplunderd door patriarch Poppo van Aquileia, die met de buit in 1031 zowel de uitbreiding van de Basiliek van Aquileia bekostigde alswel het interieur ervan verrijkte.
De zetel van de patriarch van Aquileia werd in 1238 verplaatst naar Udine, in 1420 kreeg Aquileia zijn zetel weer terug omdat Venetië Udine geannexeerd had. In 1751 werd de zetel uiteindelijk gesplitst tussen Udine en Gorizia.
Zie ook: patriarchaat Aquileja
Opgravingen
[bewerken | brontekst bewerken]De gebouwen van Aquileia dienden in de loop der eeuwen als steengroeven. Opgravingen hebben een straat uit de Romeinse tijd op de noordwestelijke hoek van de stadsmuren blootgelegd. Iets verder buiten de stad is de begraafplaats, de sepolcreto, want in de Romeinse tijd mochten de doden niet in de stad begraven worden.
Ook zijn er uitgebreide restanten van een haven gevonden (kademuur en opslagruimten), die nog zichtbaar zijn.
Het plaatselijke museum bezit naast standbeelden en overig antiek meer dan 2000 inscripties.
Aquileia wordt tegenwoordig gezien als een van de best uitgegraven Romeinse steden tot nu toe, en staat op de lijst van Werelderfgoed.
-
Opslagruimten
-
Sepolcreta
Geboren in Aquileia
[bewerken | brontekst bewerken]- paus Pius I (eind 1e eeuw-Rome, ca. 155/161)
- Teobaldo (geboren ca. 1500 n.Chr.); de persoon die - na talloze mislukte pogingen - op een nacht in 1522 in staat bleek te kunnen vliegen, met behulp van zelfontworpen hulpstukken. Teobaldo had in zijn vroege jaren samengewerkt met Leonardo da Vinci, maar bleek aan laatstgenoemde superieur in durf en doorzettingsvermogen.
- ↑ https://demo.istat.it/?l=it.
- ↑ Een gedetailleerde beschrijving van deze weg staat in het Jahreshefte des Österr. Arch. Inst. v. (1902), Beiblatt, pp. 139 seq. door O. Cuntz.
- ↑ Strabo iv. 208