Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Naar inhoud springen

Enceladus (maan)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Enceladus
Enceladus, gefotografeerd door Cassini-Huygens in 2005 (NASA)
Enceladus, gefotografeerd door Cassini-Huygens in 2005 (NASA)
Ontdekking
Ontdekt door William Herschel
Ontdekt in 1789
Baankarakteristieken
Straal (gemiddeld) 238.020 km
Omlooptijd 32h 53m 07s
Natuurkundige kenmerken
Gemiddelde diameter 504 km
Massa 1,08×1020 kg
Gemiddelde dichtheid 1,61 g/cm3
Valversnelling aan oppervlak 0,079 m/s2
Omwentelingstijd 32h 53m 07s
Albedo ~ 0,9
Atmosfeerkarakteristieken
Luchtdruk 0 kPa
Portaal  Portaalicoon   Astronomie

Enceladus (en-sel-a'-dus, IPA [ɛnse'la:dɶs]?, Grieks Εγκέλαδος) is naar grootte de zesde maan van de planeet Saturnus. Saturnus heeft in totaal 82 bekende manen.

Enceladus heeft de grootste albedo (weerkaatsing van het licht) in het zonnestelsel (> 0,9), dat wil zeggen dat het oppervlak van Enceladus bijna al het zonlicht reflecteert. Mede hierdoor bedraagt de gemiddelde temperatuur er 75 K (-198 °C).

Enceladus is in de Griekse mythologie een van de Giganten die door Athena werd verslagen en begraven onder de Etna. De erupties van de vulkaan zouden worden veroorzaakt door de bewegingen van de begraven giganten.

Cassini laat Enceladus zien met op de achtergrond Saturnus en zijn ringen

De eerste beelden uit de ruimte van Enceladus werden genomen door de ruimtesonde Voyager 2. Terwijl Voyager 1 slechts van een afstand Enceladus kon observeren in december 1980, had Voyager 2 in augustus 1981 de mogelijkheid beelden te maken van Enceladus met een veel hogere resolutie dan Voyager 1, waarbij het jonge oppervlak van Enceladus onthuld werd.

Een meer gedetailleerde verkenning van Enceladus kon pas worden gedaan toen het ruimtevaartuig Cassini op 30 juni 2004 arriveerde in een baan rond Saturnus. Vanwege de resultaten van de afbeeldingen van Voyager 2, gaven de planners van de Cassini-missie een hoge prioriteit aan de maan Enceladus. Daarom werden er talrijke zeer nabije naderingen gepland, eenmaal tot slechts 25 km van het oppervlak, en tevens enkele "niet-bewust geplande naderingen", op zo'n 100.000 km afstand. De naderingen en datum zijn in de tabel genoteerd.

De eerste drie naderingen van Cassini tot Enceladus hadden opvallende resultaten met betrekking tot het oppervlak van Enceladus en de ontdekking van een waterdamp-spuitend gebied in het geologisch actieve zuidpoolgebied. De nadering van maart 2008 toonde water, warmte en organische moleculen aan, maar geen leven.[1]

Waterhuishouding

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 9 maart 2006 werd bekendgemaakt dat Cassini mogelijk geisers van waterdamp had gevonden, die ijsdeeltjes uitspuwen tot een hoogte van bijna 500 kilometer. Enceladus is een van de drie hemellichamen buiten de planetoïdengordel waarop actieve uitbarstingen zijn geobserveerd (samen met de manen Io en Triton).

In de zuidpoolregio van Enceladus zijn opmerkelijk weinig inslagkraters te zien. Deze twee ontdekkingen samen bewijzen dat de maan geologisch actief is. Mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat de maan in een baanresonantie zit, waardoor het interieur verwarmd wordt, net zoals bij de maan Europa. Een andere verklaring hiervoor kan zijn een elektrische opwarming: zie hieronder. Enceladus wordt, net zoals Io, omgeven door geleidend plasma waardoor elektrische stromen lopen.

Onderzoek naar de geisers op Enceladus deed vermoeden dat er zich diep onder het bevroren oppervlak mogelijk een vloeibare oceaan bevindt. Dat werd op 3 april 2014 bevestigd door onderzoekers van de NASA en de ESA[2]: er is een oceaan van waarschijnlijk 1 km diep, op een diepte van 3-4 km onder het oppervlak. Dit is het eerste bewijs van natuurlijk voorkomend vloeibaar water buiten de aarde, wat deze maan een interessant doelwit maakt voor de astrobiologie. De geisers zijn tevens de waarschijnlijke bron van het materiaal in de E-ring van Saturnus.

Elektrische verbinding met Saturnus

[bewerken | brontekst bewerken]

Het ruimtevaartuig Cassini heeft gemeten[3] dat de geisers op de zuidpool van Enceladus geïoniseerd zijn en dat daar een elektrische stroom loopt. Die elektrische stroom maakt deel uit van een gesloten stroomcircuit.[4] Dat circuit bestaat uit Saturnus en Enceladus zelf met daartussen (geleidend) plasma. De stroom loopt van de noordpool van Saturnus langs magnetische veldlijnen die Enceladus omvatten terug naar de zuidpool van Saturnus.[5] De door de geisers uitgestoten geïoniseerd water, zuurstof en organische stoffen vormen een toroïde van plasma, met een grotere dichtheid[6] dan gebruikelijk in de ruimte, rond Saturnus. Er zijn metingen gedaan aan warme plekken op de zuidpool van Enceladus, de zogenaamde "hot spots". Deze hot spots zijn te correleren[7] met de geisers.

naderingen van Enceladus met de ruimtesonde Cassini
Datum Afstand (km)
17 februari 2005 1264
9 maart 2005 500
29 maart 2005 64.000
21 mei 2005 93.000
14 juli 2005 175
12 oktober 2005 49.000
24 december 2005 94.000
17 januari 2006 146.000
9 september 2006 40.000
9 november 2006 94.000
28 juni 2007 91.000
30 september 2007 83.000
12 maart 2008 52
30 juni 2008 90.000
11 augustus 2008 54
9 oktober 2008 25
31 oktober 2008 200
8 november 2008 52.804
2 november 2009 103
21 november 2009 1607
28 april 2009 1.607
28 april 2010 103
18 mei 2010 201
Het oppervlak van Enceladus
Een deel van Enceladus
[bewerken | brontekst bewerken]
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Enceladus op Wikimedia Commons.