Holland Tunnel
Holland Tunnel | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene gegevens | ||||
Locatie | New York-Jersey City | |||
Coördinaten | 40° 44′ NB, 74° 1′ WL | |||
Lengte totaal | 2.608 m (noordbuis) 2.551 m (zuidbuis) | |||
Rijstroken | 4 | |||
Bouw | ||||
Bouwjaar | 1920 | |||
Ingebruikname | 13 november 1927 | |||
Gebruik | ||||
Verkeersintensiteit | 82.189 (2008)[1] | |||
|
De Holland Tunnel, gebouwd in 1920-1927, is een tunnel onder de Hudson tussen het eiland Manhattan in New York en Jersey City (New Jersey) op het vasteland. De twee tunnelbuizen met elk twee rijstroken maken deel uit van de snelweg Interstate 78. De tunnel is vernoemd naar de eerste hoofdingenieur van het bouwproject, Clifford Milburn Holland, die stierf voordat het project afgerond was. De tunnel stond oorspronkelijk bekend als Hudson River Vehicular Tunnel of Canal Street Tunnel. De Holland Tunnel en Lincoln Tunnel zijn de enige tunnels met snelwegen onder de Hudson.
Ontwerp
[bewerken | brontekst bewerken]De tunnel is een van de eerste tunnels ter wereld met geforceerde ventilatie, dit als gevolg van de opkomst van voertuigen met verbrandingsmotoren en de bijbehorende uitlaatgassen. De tunnel wordt geventileerd door middel van ventilatoren met een diameter van 24 meter.[2]
De tunnel bestaat uit twee tunnelbuizen met elk twee rijstroken. De tunnelbuizen zijn 6 meter breed en 3,80 m hoog. De noordelijke tunnelbuis, met verkeer in westelijke richting, is 2.608 meter lang, de zuidelijke buis is 2.551 m lang. Beide tunnelbuizen liggen in de bedrock onder de rivier waarbij het laagste punt van de rijbaan ongeveer 28 meter onder het gemiddelde hoogwater ligt.
Sinds 1993 is de tunnel een National Historic Landmark.
De tunnel is een tolweg, verkeer dat naar Manhattan rijdt moet tol betalen, verkeer naar New Jersey hoeft geen tol te betalen. Het tolstation heeft 9 rijstroken.
- ↑ 2008 NYSDOT Traffic Data Report. New York State Department of Transportation. Geraadpleegd op Geraadpleegd 3 maart 2010.
- ↑ Staff. "Holland Tunnel", Time, November 21, 1927. Geraadpleegd 3 maart 2010.