De eerste artiest die succes had met het nummer, en voor wie het ook geschreven was, was B.J. Thomas. Hij haalde er in 1969 de vijfde plaats mee in de Billboard Hot 100. Europa liet het plaatje links liggen.
De eerste artiest die er succes mee had in Nederland en België was Jonathan King. In 1971 besteeg hij de Nederlandse, Belgische en Britse hitparades met zijn versie. King was de bedenker van het ooga-chaka-motief.
De versie van Jonathan King werd opnieuw gecoverd in 1974. Het was de ZweedsemuziekgroepBlue Swede die het uitbracht als hun debuutsingle, het was daarbij ook de titel van het bijbehorende debuutalbum. Nederland en België brachten een klein succes. In de Verenigde Staten haalde het een eerste plaats. De populariteit aldaar werd nog bevestigd doordat het te horen was in de film Reservoir Dogs en de serie Ally McBeal. In 2014 werd het nummer gebruikt in de Marvel-film Guardians of the Galaxy.