Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Naar inhoud springen

Icarusblauwtje

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Icarusblauwtje
mannetje
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Lycaenidae (Kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes)
Geslacht:Polyommatus
Soort
Polyommatus icarus
(Rottemburg, 1775)
Originele combinatie
Papilio icarus
Icarusblauwtje
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Icarusblauwtje op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Het icarusblauwtje (Polyommatus icarus) is een vlinder uit de familie van de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes (Lycaenidae).

Veel vrouwtjes zijn van boven bruingekleurd met oranje vlekjes. Daardoor worden ze soms aangezien voor een bruin blauwtje (Aricia agestis). De mannetjes zijn aan de bovenzijde egaal blauw.

Het icarusblauwtje komt algemeen voor in heel Europa, op droge schrale graslanden tot matig vochtige steppe. Ook in Nederland en België is de vlinder zeer algemeen. In 2005 is de soort voor het eerst ook in Noord-Amerika gevonden, in de buurt van Mirabel in de Canadese provincie Quebec.

De vliegtijd is van april tot en met oktober. De rups overwintert, meestal het derde rupsstadium.

Waarnemingen van feitelijke ei-afzetting zijn vrij zeldzaam. De eitjes worden tussen de bovenste bladeren op de jonge nog niet bloeiende planten van gewone rolklaver afgezet.

Voedselplanten

[bewerken | brontekst bewerken]

De rupsen worden gevonden op diverse planten uit de vlinderbloemenfamilie als sikkelklaver (Medicago falcata), hopklaver (Medicago lupulina), kleine klaver (Trifolium dubium), gewone rolklaver (Lotus corniculatus), moerasrolklaver (Lotus uliginosus), paardenhoefklaver (Hippocrepis comosa), bont kroonkruid (Coronilla varia), kattendoorn (Ononis spinosa) en kruipend stalkruid (Ononis repens). De jonge rupsen mineren.

  • Papilio argus Poda, 1761 non Papilio argus Linnaeus, 1758
  • Papilio alexis Scopoli, 1763 non Papilio alexis Poda, 1761
  • Papilio thetis Esper, 1777
  • Papilio pampholyge Bergsträsser, 1779
  • Papilio candybus Bergsträsser, 1779
  • Papilio candiope Bergsträsser, 1779
  • Papilio candaon Bergsträsser, 1779
  • Papilio oceanus Bergsträsser, 1779
  • Papilio polyphemus Esper, 1779
  • Papilio fusciolus Fourcroy, 1785
  • Papilio icarinus Scharfenberg, 1791
  • Papilio oebalus Hofmannsegg, 1804
  • Polyommatus iphis Meigen, 1830
  • Lycaena alexis var. pusillus Gerhard, 1851
  • Lycaena melanotoxa Marott, 1882[1]
  • Polyommatus zelleri Verity, 1919
  • Lycaena taurica Venzmer, 1920
  • Polyommatus andronicus Coutsis & Gavalas, 1995
  • Polyommatus icarus icarus
    • = Lycaena celina Austaut, 1879
    • = Lycaena casanensis Krulikovsky, 1891
    • = Lycaena icarus var. rosina Holl, 1913
    • = Lycaena icarus menahensis Stauder, 1914
  • Polyommatus icarus ammosovi (Kurenzov, 1970)
  • Polyommatus icarus fuchsi (Sheljuzhko, 1928)
    • = Lycaena sibiricus Fuchs, 1900
  • Polyommatus icarus fugitiva (Butler, 1881)
  • Polyommatus icarus mariscolore (Kane, 1893)
  • Polyommatus icarus napaea (Grum-Grshimailo, 1891)
  • Polyommatus icarus omelkoi Dubatolov & Korshunov, 1995