Latrine-incident van Erfurt
Het latrine-incident van Erfurt (Duits: Erfurter Latrinensturz) was een ongeval op 26 juli 1184 in de stad Erfurt in het Landgraafschap Thüringen. Tijdens een vergadering van edelen uit het Heilige Roomse Rijk in de Sint-Pieterskerk in Erfurt (nu gelegen in de Petersbergcitadel), georganiseerd door koning Hendrik VI om te bemiddelen in de vete tussen landgraaf Lodewijk III en Koenraad III aartsbisschop van Mainz, zakten de aanwezigen door de vermolmde houten vloer en vielen ze in de latrines in de kelder. Mogelijk rond de zestig personen, onder wie vele edelen, overleden door de val of door verdrinking in menselijke uitwerpselen.[noot 1] Koning Hendrik en de aartsbisschop bleven ongedeerd omdat ze in gemetselde nissen zaten; landgraaf Lodewijk overleefde de val.
- ↑ De kroniek van de Sint-Pieterskerk noemt de omgekomen graven en andere personen van 'lagere' stand, maar het precieze aantal slachtoffers is onduidelijk. Volgens Hardy Eidam, directeur van Stadtmuseum Erfurt, zou er in latere, niet-authentieke bronnen zelfs van enkele honderden doden worden gesproken. Zestig klinkt volgens hem authentieker, maar hij acht ook dat aantal overdreven. Maar dat er een ernstig ongeval heeft plaatsgevonden, waarbij de latrine een rol heeft gespeeld en waar zeker een aantal edelen bij omgekomen is, staat voor hem vast.[1][2]
Referenties
- ↑ 26. Juli 2009 - Vor 825 Jahren: Erfurter Latrinensturz, WDR, 26 juli 2009. Gearchiveerd op 19 mei 2023.
- ↑ "Erfurter Latrinensturz", NDR, 26 juli 2009. Gearchiveerd op 20 juli 2023.