Location via proxy:   [ UP ]  
[Report a bug]   [Manage cookies]                
Naar inhoud springen

Occipitale condylen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De occipitale condylen of condylus occipitalis zijn uitsteeksels aan de onderkant van het achterhoofdsbeen (os occipitale). De term occipitale condylen is afgeleid van het Latijn occiput (achterhoofd) en het Oudgriekse kondylos (knobbel). De occipitale condylen bevinden zich aan de weerszijden van het foramen magnum. Samen met de bovenste cervicale wervel, de atlas, vormen ze een gewricht.

De condylen hebben een ovale vorm. Elk van de condylen heeft een glad, gewelfd oppervlak dat naar beneden en iets naar buiten is gericht. Het gladde oppervlak van de condylen maakt gewrichtscontact met de facetgewrichten van de atlas mogelijk.

De occipitale condylen liggen voor (anterieur) de condylaire fossae. Dit zijn kleine kuiltjes achter de condylen die helpen bij de verbinding met de bovenste cervicale wervel (C1), de atlas. Ze liggen meer naar het midden (mediaal) ten opzichte van de jugulaire uitsteeksels, die aan de zijkanten van de schedelbasis uitsteken en grenzen aan de hals. Daarnaast bevinden de occipitale condylen zich aan de zijkant (lateraal) van het foramen magnum, de grote opening onderaan de schedel waardoor het ruggenmerg de schedel verlaat en verbinding maakt met de wervelkolom.