Philippe Sarde
Philippe Sarde (Neuilly-sur-Seine, 21 juni 1948) is een Frans filmcomponist. Hij is de oudere broer van filmproducent Alain Sarde.
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Opleiding en eerste stappen in de film- en muziekwereld
[bewerken | brontekst bewerken]Sarde is de zoon van Andrée Gabriel, operazangeres aan de Opéra de Paris. Al heel vroeg woonde hij haar repetities bij. Op vijfjarige leeftijd begon hij onder de hoede van zijn vader en van Georges Auric piano te spelen en wat later harmonie, compositie, fuga en contrapunt te studeren. Tegelijkertijd raakte hij gefascineerd door de wereld van de film en droomde hij al van een leven als cineast. Hij kon echter nog niet kiezen tussen de film en de muziek. In 1965 draaide hij twee zwart-wit korte films die hij zelf van muziek voorzag. Die muziek werd enkele jaren later toevallig door een producer van Claude Sautet opgemerkt.
Debuut als filmcomponist
[bewerken | brontekst bewerken]Toen Sautet geen beroep kon doen op Georges Delerue, die de filmmuziek had geschreven voor zijn eerste succes, de politiefilm Classe tous risques (1960), vroeg hij Sarde voor de muziek van het romantisch drama Les Choses de la vie (1969). Sarde schreef een partituur voor 70 musici in amper een maand tijd.[bron?] De film en het liedje La Chanson d'Hélène waren een groot succes.
Productieve jaren
[bewerken | brontekst bewerken]Pierre Granier-Deferre bewonderde de muziek zodanig dat hij Sarde in twee jaar tijd vier keer om filmmuziek verzocht. (Er zouden nog tien andere samenwerkingen volgden.) Zo werd Les Choses de la vie het startschot van een heel succesrijke carrière waarvan de eerste twintig jaar ontzettend creatief en vruchtbaar waren. Sarde haalde in die periode de ene na de andere nominatie voor de César voor beste filmmuziek binnen en behaalde de prijs ook een keer. 1981 werd zijn topjaar: hij schreef muziek voor twaalf films, waaronder de spectaculaire muziek voor de in het paleolithicum gesitueerde avonturenfilm La Guerre du feu (1981).
Samenwerkingen
[bewerken | brontekst bewerken]Hij ontpopte zich snel tot een componist die het begrip 'vriendschap' hoog in het vaandel had staan.[bron?] Er volgde een bij momenten doorlopende samenwerking met een aantal filmregisseurs met wie het klikte en aan wie hij dus trouw bleef. Dat waren enerzijds persoonlijke cineasten die aan een eigen oeuvre bouwden zoals André Téchiné, Jacques Doillon, Bertrand Tavernier, Yves Boisset en Robert Bresson. Anderzijds waren er klassiek geschoolde filmers die traditioneel en populair vakwerk afleverden zoals Pierre Granier-Deferre en Claude Sautet, of regisseurs die in de filmcoulissen ervaring hadden opgedaan, zoals Georges Lautner, Jacques Rouffio en Laurent Heynemann. Marco Ferreri en Roman Polanski waren de twee buitenlandse vrienden met wie hij het liefst samenwerkte.
Werkwijze
[bewerken | brontekst bewerken]Sarde is een veeleisende muzikale perfectionist. Hij werkte daartoe nauw samen met orkestleider en arrangeur Hubert Rostaing en vroeg beroemde musici of orkesten om hun medewerking. Zo deed hij een beroep op saxofonist Stan Getz (voor Mort d'un pourri), op trompettist Chet Baker (voor Flic ou Voyou), op violist Stéphane Grappelli (voor L'Adolescente) en op het London Symphony Orchestra (voor L'Ours en Lord of the Flies).
Latere carrière
[bewerken | brontekst bewerken]Sinds het begin van de jaren negentig componeert Sarde opmerkelijk minder. Hij had moeite om zich te herkennen in de Franse film en leek enigszins teleurgesteld door haar gebrek aan kwaliteit.[bron?] Hij ging enkel nog in op projecten die hem onmiddellijk aanspraken.
Privéleven
[bewerken | brontekst bewerken]Sarde trad in 1990 in het huwelijk met Florence Nave. Een jaar later scheidde het koppel. In 1994 hertrouwde hij met Clotilde Burrer met wie hij twee dochters kreeg.
Filmografie
[bewerken | brontekst bewerken]- 1970:
- 1971:
- 1972:
- 1973:
- 1974:
- 1975:
- 1976:
- 1977:
- 1978:
- 1979:
- 1980:
- 1981:
- Allons z'enfants (Yves Boisset)
- Il faut tuer Birgit Haas (Laurent Heynemann)
- Une étrange affaire (Pierre Granier-Deferre)
- Coup de torchon (Bertrand Tavernier)
- Beau-père (Bertrand Blier)
- Les Ailes de la colombe (Benoît Jacquot)
- Hôtel des Amériques (André Téchiné)
- La Guerre du feu (Jean-Jacques Annaud)
- Storie di ordinaria follia (Marco Ferreri)
- Le Choix des armes (Alain Corneau)
- Ghost Story (John Irvin)
- La Nuit ensoleillée (Patrick Segal)
- 1982:
- 1983:
- 1984:
- 1985:
- 1986:
- 1987:
- 1988:
- 1989:
- 1990:
- La Baule-les-Pins (Diane Kurys)
- Lord of the Flies (Harry Hook)
- Le Petit Criminel (Jacques Doillon)
- Faux et usage de faux (Laurent Heynemann)
- La Fille des collines (Robin Davis)
- Lung Ta, les cavaliers du vent (M. Jaoul de Poncheville & F.C. Giercke, muzikaal raadgever bij de documentaire)
- 1991:
- 1992:
- 1993:
- 1994:
- 1995:
- 1996:
- 1997:
- 1998:
- 1999: Princesses (Sylvie Verheyde)
- 2000:
- 2001: Sister Mary explains it all (Marshall Brickman)
- 2002:
- 2003:
- 2004: Les Sœurs fâchées (Alexandra Leclère)
- 2005: Le Parfum de la dame en noir (Bruno Podalydès)
- 2006:
- 2007: Les témoins (André Téchiné)
- 2009:
- 2010:
- 2013: Quai d'Orsay (Bertrand Tavernier)
- 2015: Les Deux Amis (Louis Garrel)
- 2017: Rodin (Jacques Doillon)
Prijzen en nominaties
[bewerken | brontekst bewerken]Prijzen
[bewerken | brontekst bewerken]- 1977 - Barocco : César voor beste filmmuziek
- 1986 - Grand Prix national du cinéma
- 1993 - Joseph Plateauprijs (Muziek Award) op het Film Fest Gent
Nominaties
[bewerken | brontekst bewerken]- 1977 - Le Juge et l'Assassin : César voor beste filmmuziek
- 1978 - Le Crabe-tambour : César voor beste filmmuziek
- 1979 - Une histoire simple : César voor beste filmmuziek
- 1980 - Tess : César voor beste filmmuziek
- 1981 - Tess : Oscar voor beste originele muziek
- 1982 - La Guerre du feu : César voor beste filmmuziek
- 1985 - Joshua Then and Now : Genie voor beste originele muziek
- 1988 - Les Innocents : César voor beste filmmuziek
- 1988 - L'Ours op de Victoires de la musique
- 1995 - La Fille de d'Artagnan : César voor beste filmmuziek
- 1996 - Nelly et Monsieur Arnaud : César voor beste filmmuziek
- 1998 - Le Bossu : César voor beste filmmuziek
- 2011 - La Princesse de Montpensier : César voor beste filmmuziek