Romke de Waard
Romke de Waard | ||
---|---|---|
De Waard (links) bij de uitreiking van de Zilveren Anjer (1966)
| ||
Geboren | 5 april 1919 (Groningen) | |
Overleden | 4 september 2003 (Voorschoten) | |
Nationaliteit | Nederlands | |
Alma mater | Rijksuniversiteit Groningen | |
Functies | ||
←1978–1989→ | Raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden | |
1977–1978 | Vicepresident van het Gerechtshof Amsterdam | |
1969–1977 | Raadsheer bij het Gerechtshof Amsterdam | |
1967–1969 | Vicepresident van de Rechtbank Amsterdam | |
1956–1967 | Rechter bij de Rechtbank Amsterdam |
Romke de Waard (Groningen, 5 april 1919 - Voorschoten, 4 september 2003) was een Nederlandse rechter en amateur-beiaardier.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]De Waard was zoon van Maria Jacoba Radijs en Sijtze Klaas de Waard. Vader was advocaat en procureur en zoon van Antje Wiersma en Romke de Waard (1863-1940), een progressieve huisarts en langjarig gemeenteraadslid te Groningen. Zelf van hij getrouwd met Johanna Maria Welbergen.
Carrière
[bewerken | brontekst bewerken]Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Groningen. Hij werd waarnemend griffier bij de rechtbank in Groningen en was vanaf 1947 substituut-griffier in het Palies van Justitie in Amsterdam. Vanaf 1956 tot in de jaren 60 was hij rechter in Amsterdam. In 1969 werd hij benoemd tot raadsheer in het gerechtshof en in 1978 tot raadsheer in de Hoge Raad. In 1981-1982 was hij ook president van de Nederlandse Juristen-Vereniging.
Muziek
[bewerken | brontekst bewerken]Hij werd verder vooral bekend als een van de grootste draaiorgelpropagandisten van Nederland. Hij was medeoprichter van de vereniging Kring van Draaiorgelvrienden (KDV), en het Museum van Speelklok tot Pierement in Utrecht. Als kleine jongen beklom hij al met Jacob Everts de trappen van de Martinitoren om de klokken en het spel daarop te bewonderen. Op het Stedelijk Gymnasium Groningen leidde hij ook al een schoolorkest Eloquentia (hij stond er al op 16-jarige leeftijd voor). Hij werd daarop opgeleid, deels door Frieso Moolenaar en studeerde tijdens de Tweede Wereldoorlog muziektheorie en muziekgeschiedenis. Hij werd een virtuoze beiaardier en erelid van de Nederlands Klokkenspel Vereniging, waar hij veel advies werk verrichtte voor de bouw van nieuwe beiaarden in Nederland.[1] [2] Hij had daarin enigszins de wind mee, want er werden in die jaren veel nieuwe klokken gegoten om de door de Duitsers gevorderde klokken te vervangen. Tevens was er een nieuwe generatie beiaardiers aan het opstaan. Van zijn hand kwamen veel bewerkingen, want in zin ogen begonnen de oude bewerkingen aardig oubollig te worden. [3]
Hij schreef onder meer Van speeldoos tot pierement (1960), Het draaiorgel (1971) en Catalogus Nationaal museum Van Speeldoos tot pierement. Op het muzikale vlak kreeg hij twee eerbetonen. Het draaiorgel Omke Romke is naar hem genoemd. Dit orgel is eigendom van de Stichting Stadsdraaiorgel Bolsward. Zijn portret is afgebeeld op het front van het draaiorgel De Vijf Prominenten. [4]
Bibliografie
[bewerken | brontekst bewerken]- In het blad Klok en Klepel, het orgaan van de Nederlandse Klokkenspel Vereniging is veel informatie te vinden van projecten door Romke de Waard.
- Rinus de Jong, André Lehr & Romke de Waard - De zingende torens van Nederland - Losbladige uitgave der Nederlandse Klokkenspel Vereniging. Beschrijvingen van de meeste beiaarden in Nederland.
- Lehr, André - Van Paardebel tot Speelklok. uitg. Europese bibliotheek Zaltbommel (heeft geen ISBN)
- P.J. van Koppen & J. ten Kate, De Hoge Raad in persoon. Benoemingen in de Hoge Raad der Nederlanden 1838-2002, Deventer: Kluwer 2003, p. 155-156.
- ↑ Filmpje met Romke de Waard op Plein '40-'45 Amsterdam.
- ↑ Opname uit 1960 Romke de Waard speelt Nederlandse Volksliederen op het in 1959 gerestaureerde carillon van de Westertoren in Amsterdam
- ↑ Jac van Veen, Mr. Romke de Waar weet waar de klepel hangt. Het Rotterdamsch Parool (10 april 1965). Geraadpleegd op 23 juli 2024 – via delpher.nl.
- ↑ Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 10, pagina 194 over muziekloopbaan.